De Zendingsarbeid op Oost- Soemba nog niet afgeloopen
Op verzoek van en met machtiging van de Vergadering van de kerken van Oost Soemba en Savoe publiceer ik den volledigen tekst van een schrijven van deze kerken aan de Generale Synode onzer kerken bijeen te komen in Kampen en een rapport, bevattende een Beschouwing van de Commissie van de kerken van Oost Soemba aangaande de besluiten der Generale Synode van Amersfoort 1948.
Deze beschouwingen zijn noodig te overwegen eer onze kerken in synode bijeen komen. Willen onze kerken in de zendingszaken verantwoorde besluiten nemen dan mogen ze toch wel terdege weten hoe onze soembaneesche broeders over een en ander denken. Ter overweging dus aangeboden.
En met het in uitzicht stellen van eenige nabeschouwingen over een en ander. Wat niet overbodig zal zijn in verband met voorstellen van de friesche kerken om den zendingsarbeid op O. Soemba maar te beëindigen.
D. K. W.
VERTALING:
Vergadering van de Kerken van Oost Soemba/Savoe.
Petawang (Melolo), 18 Januari 1951. Aan de Eerwaarde Generale Synode van de Gereformeerde Kerken In Nederland, door tussenkomst van de Roepende Kerk van KAMPEN. P.a. de Eerwaarde Heer H. C. Jager,
Burgwal 57, KAMPEN. Met broederlijke heilbede!
Namens de Vergadering van de Kerken van Oost-Soemba/Savoe, in vergadering bijeen te Maoe Maroe ddo. 5/6 October 1950, delen wij Uw Synode mede: dat een rapport betreffende de besluiten van de Generale van Amersfoort 1948, aangaande het zendingswerk in Oost Soemba op onze Vergadering is besproken en, waar nodig, gewijzigd. .
Daarna is het rapport vasitgesteld al.^i behelzende het gevoelen van onze Vergadering.
De voorstellen aan het eind van het rapport werden uitgebreid en daarna officieel verklaard te zijn de voorstellen van onze Vergadering aan de Generale Synode van Kampen 1951.
Het rapport met de voorstellen, zoals deze door de Vergadering van de Kerken • van Oost Soemba/Savoe werden geijkt, zenden wij thans aan de Eerwaarde Generale Synode toe door tussenkomst van de Roepende Kerk van Kampen.
De Kerken van Oost Soemba/Savoe, in Vergadering bijeen te Maoe Maroe op 5 en 6 October 1950, stellen alzo aan de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, die anno 1951 zal vergaderen te Kampen, voor:
1. om ongedaan te maken het besluit van de Synode van Amersfoort, waarin gezegd wordt, dat het eigenlijke zendingswerk in Oost-Soemba beschouwd moet worden als aflopend;
2. om te besluiten, dat van het zendingsterrein de grenzen niet mogen worden vastgesteld;
3. om te besluiten dat alle zaken, die het zendingswerk in Indonesië raken, besproken moeten worden met de Kerken van Oost-Soemba/Savoe, alvorens een beslissing dienaangaande te nemen, zo mogelijk, door voor de Kerken van Oost-Soemba/Savoe de weg te openen 'om afgevaardigden te zenden naar de Generale Synode;
4. om te besluiten dat de Acta van de Generale Synode van Amersfoort alsnog behoren gezonden te worden aan de Kerken van Oost-Soemba/Savoe.
Moge de Heilige Geest Uw Vergadertag leiden.
Namens voornoemde Vergadering van de Kerken van Oost-Soemba/Savoe,
Praeses: (w.g.) Ds W. COREH. Scriba: (w.g.) S. HA WOE.
Voor de vertaling:
Voor de vertaling: S. J. PAUL GOOSSENS.
B. N. RADJAH.
VERTALING. Beschouwing der Commissie van de Kerken van Oost Soemba aangaande de besluiten der Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Amersfoort 1948, betreffende de Zendingsarbeid op Oost Soemba.
In de Vergadering van de Kerken van Oost Soemba op 28 en 29 Juni 1950 te Maoe Maroe, deelden de goeroe's Indjil en hulpgoeroe's Indjil mede, dat vele plaatsen riepen om een goeroe Indjil van de Vrijgemaakte Kerken; zulks niet slechts op Soemba, maar ook op Savoe.
Gehoord dit bericht en met het oog op het zeer grote tekort aan goeroe's, waardoor die plaatsen niet kimnen bezet worden, achtte de Vergadering het zeer noodzakelijk dat het aantal goeroe's zou uitgebreid worden, door deze weg te volgen: dat er lagere en vervolgscholeu worden opgericht om zo (aspirant)goeroe's te verkrijgen, die kunnen worden opgeleid tot fungerend-goeroe Indjil en die leerlingen kunnen worden van de Opleidmgsschool voor goeroe's Indjil.
Voor de leiding van de vervolgschool acht de Vergadering een Hollandse onderwijzer nodig, die bekwaam is in de Schrift, opdat de leerlingen goed onderwijs ontvangen in de gewijde geschiedenis en de inhoud van de H. Schrift.
Wat het docentschap voor de school tot opleiding van goeroe's Indjil betreft, acht de Vergadertag twee predikanten nodig, zulks in verband met de uitgestrektheid van het zendingsterrein. De vergadering acht het n.l. ongewenst, dat één predikant, die uitgezonden werd voor de zsendingsarbeid, aan de Opleidingsschool gebonden zou blijven. Er zijn er twee nodig, opdat zij elkaar kunnen afwisselen, zowel m het geven van onderwijs voor de Opleiding als in het bezoeken van de Gemeenten en het brengen van het Evangelie in de kampongs. Het volgen van deze weg werd door de Vergadering goed geacht, omdat deze weg meer profijtelijk is voor de leerlingen van de Opleiding. Immers zal de miss. predikant in zijn werk vele dingen ontmoeten, die in zijn onderwijs aan de leerlingen van de Opleiding moeten verwerkt worden^
Maria bidt, maar theoretisch een wezenlijk onderscheid maakt tusschen de aanbidding van den Heiland en de vereering van Maria, zoo wordt ook hier gezegd, dat de reden, waarom Jezus en waarom Maria zonder zonde werd ontvangen een geheel andere is. Maria werd zonder erfzonde ontvangen, omdat Grod bij den natuurlijken gang van zaken ingreep. God verhinderde wonderbaar, wat natuurlijkerwijze moest komen. God treedt hier op als een Deus ex machina. Ten gerieve van de Mariavereering moet worden aangenomen, dat Maria zonder zonde was. Het wonder van de onbevlekte ontvangenis van den Heiland, wordt verplaatst. Het groote wonder is eigenlijk niet geschied aan Maria, maar aan Maria's moeder. Het groote wonder is niet meer dat de Heiland onbevlekt werd ontvangen, maar dat Maria onbevlekt werd ontvangen. Uit de onbevlekte ontvangenis van Maria vloeit vanzelf voort de onbevlekte ontvangenis van den Heiland. Door het aannemen van de onbevlekte ontvangenis van Maria wordt aan de grootheid en aan het uniek karakter van 's Heilands onbevlekte ontvangenis te kort gedaan. Rome kan dan wel zeggen, dat Jezus zonder erfzonde ontvangen werd omdat geheel zijn ontvangenis bovennatuurlijk was*), maar door de onbevlekte ontvangenis van Maria wordt toch eigenlijk de bovennatuurlijke ontvangenis van Christus in haar wonderbaar karakter aangetast. Nu Maria rein is, is het niet zoo vreemd, dat uit haar de Heilige geboren wordt. Er ligt in heel deze leer van de onbevlekte ontvangenis van Maria een sterk rationalistisch element. Het mysterie der vleeschwording wordt aangetast. Men kan niet meer voluit zeggen: de verborgenheid der godzaligheid is groot: od is geopenbaard in het vleesch" 1 Tim. 3 : 16.
K. MEIMA.
•*) Frlethoff a, .w. p. 51.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juni 1951
De Reformatie | 8 Pagina's