GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een roman over de afscheiding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een roman over de afscheiding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

LITERATUUR EN KUNST

De bekende romanschrijver P, A. de Rover gaf bij de firma Jan Haan te Groningen een roman uit getiteld: „Ruig Volk". In een inleidend woord vertelt hij, dat deze roman op verzoek van de uitgever geschreven werd. Er moest een boek komen over dat tijdvak in de 19e eeuw, waarin onze vaderen hebben geworsteld „op het terrein van de kerk, de school en de politiek". Want: „wat weten ze in deze vermaterialiseerde tijd nog van de heldenstrijd der grote (en kleine) figuren uit die tijd af? " zo was de vraag van de uitgever.

En het moest een „roman worden, geen dor boek vol wetenswaardigheden, geen vertelboek zonder meer, maar een roman ".

Zo is dit boek ontstaan.

En we leggen de nadruk op dat woord „ontstaan", want we hebben na lezing van deze roman niet de indruk, dat dit boek ook „geboren" is.

Nu bevat dit boek ongetwijfeld veel goeds en van de diepe ernst, waarmee dit werk werd opgezet en voltooid, zijn we overtuigd. Wanneer de auteur zegt: „De Heere, Wiens zegen ik er over gevraagd heb, moge U die in zijn volheid schenken", zich daarmee richtend tot zijn lezers, bewijst dit, dat hij met grote ernst dit werk verricht heeft.

Maar toch, wat de bedoeling is geweest, werd niet bereikt. Het is een goede roman geworden, maar het werd geen roman over de Afscheiding.

In datzelfde inleidend woord zegt de auteur, wanneer hij zijn gesprek met de uitgever weergeeft: , , Daar moet ik even over nadenken. Ik durf niet direct toestemming te geven. En toch het onderwerp gaat me lokken. Ik zal me weer uit kunnen leven op mijn rivier ".

En dat nu heeft hij dan ook .gedaan. Hij heeft zich weer , , uitgeleefd op zijn rivier", maar hij heeft zich niet uitgeleefd in de stof van de Afscheiding.

Hij heeft wel die stof gebruikt, doch in dienst van „zijn" rivier, en de opzet zou slechts dan gelukt zijn, wanneer het omgekeerd ware uitgevallen en hij „zijn" rivier gesteld had in dienst van de Afscheiding.

En hiermee hebben we het oude conflict, dat we telkens weer zien opduiken bij de historische roman.

Waarop moet het accent vallen: op het „historisch" of op de „roman"?

We beleven in onze tijd een opbloei van de historische roman, maar zonder uitzondering kan er van gezegd worden, dat het zwaartepunt ligt op de „r o - m a n" en niet op de historie. Van de Bijbelse ro-man geldt precies hetzelfde. Er worden, vooral in Amerika, tegenwoordig heel wat Bijbelse romans gebracht, maar zonder uitzondering wordt de Bijbelse stof in dienst gesteld van de roman en niet omgekeerd. En daarmee is o.i. dit soort Bijbelse romans veroordeeld. Want wij mogen de Bijbel nooit in „dienst stellen" van iets, zeker niet van onze pen en fantasie. Wie zich waagt aan een Bijbels motief, dient zich te realiseren, dat zijn pen in dienst moet staan van de Bijbel en nooit omgekeerd.

Maar hoe staat het nu met de „historische" roman ? Wij geloven, dat het hier wel iets anders staat. Het is geoorloofd de historie tot achtergrond te nemen van een motief, dat we graag naar eigen scheppingsdrang willen creëren, en waarbij we graag ruimte en kleur en vormgeving geheel tot onze dispositie willen houden. Het is nu eenmaal zo, dat ook de romankunst alleen en uitsluitend in volkomen geestelijke vrijheid kan worden beoefend. Waar die vrijheid belemmerd wordt, hetzij van binnen uit of van buiten af, we bedoelen hiermee: door een ons zelf opgelegde tendenz, dan wel door dictatuur van , , Cuituurkamers", mislukt de romankunst onherroepelijk.

En nu heeft, in de paar regels, die wij hierboven uit he.t inleidend woord van De Rover citeerden, zich deze auteur in dit opzicht geheel verraden. Hem werd gevraagd een , , Af scheidingsroman" te geven en wat hij voor zijn geest kreeg was een „riviergezicht met ruig volk",

Daar ligt het zwakke punt bij deze roman.

Wij willen hiermede natuurlijk niet beweren, dat er geen goede „Afscheidingsroman" te geven zou zijn. Natuurlijk we!, maar dan moet men ook door het motief van de Afscheiding gegrepen zijn. Wanneer De Rover in plaats van „zijn" rivier de „hanenpootjes" onder de afscheidingsbul van de gemeenteleden van Ulrum voor zijn geest gekregen had, en dit beeld zijn schrijversziel had bevrucht, hadden we waarschijnlijk een uitstekende roman over de Afscheiding van hem gekregen.

Maar nu hebben we een tamelijk goede roman van „ruig volk" op de rivier gekregen, volk dat toevallig in de afscheidingstijd geleefd heeft. Een schipper en diens vrouw, die hun kindje eerst laten dopen in de Hervormde kerk, maar omdat dit geen, , , heuse doop" is geweest, het laten overdopen in een kerk der Afscheiding. Maar daarin bestaat dan ook de hele afscheidingsacte van dit echtpaar. Later geeft de schrijver nog een paar mooie tafereeltjes op de rivier wan­ neer daar gedoopt wordt in het ruim van hun schuit en daar ook Avondmaal gehouden wordt, maar meer krijgen we er ook niet van te zien.

Tenminste niet via deze hoofdfiguren van het boek. De schrijver realiseert zich al schrijvende over „zijn rivier", dat hij een „Afscheidingsroman" moet geven en daarom haalt hij er een schoolmeester bij, die een kreupele zoon van de schipper doceert aan diens ziekbed over wat er allemaal gebeurt in de kerkelijke wereld. Maar dit hinderlijk intermezzo, dat nu wèl weer een compleet „vertelboek" gaat worden, iets wat de uitgever nu juist niet wilde, hindert de compositie van deze roman, in zulk een mate, dat men eigenlijk niet meer van een roman kan spreken. De schrijver heeft geen kans gezien de geest der Afscheiding door zijn hoofdfiguren heen te werken en daarom moet er de schoolmeester als een soort deus ex machina aan te pas komen, om ons onderwijs te geven in de kerkgeschiedenis en wat er mee samenhangt: Groen, Reveil enz.

Door die tweeslachtigheid heeft deze roman, die ongetwijfeld veel goede kwaliteiten heeft, veel geleden. Dat had alles anders gekund wanneer hij inderdaad door zijn thema, dat hem verzocht werd te beschrijven, ware „gegrepen" geweest. Wanneer hij werkelijk de Afscheiding gezien had, had hij alles anders opgebouwd. Dan was hij tot in het diepst van zijn geest geschokt geweest, door de waarheid, dat iedere reformatie teruggrijpt op de óorspronke- 1 ij k e d i n g e n.

Daarvan zien we in deze roman niets. Wanneer de schippersvrouw eenmaal tevreden is gesteld door de „goede" doop van haar kind, blijkt verder in heel de opvoeding van het kind niets van een waarlijk inlossen van wat door de ouders bij die doop beloofd werd. Het kind mislukt dan ook en verslingert zich aan een kroegmeid. Tenslotte sterft de schipper, Willem, maar men mist hem nauwelijks meer in de loop van het verhaal. Zozeer is hij reeds van markant hoofdfiguur in een mist verdwenen en zijn sterven schokt dan ook niet.

De Afscheiding werd in hem nooit vlees en bloed. Hoe komt dat ? Omdat de schrijver de kerk niet gezien heeft, als een der „oorspronkelijke" dingen, waarop iedere reformatie terug grijpen móet, wil zij reformatie zijn. We bemerken dat ook aan de weduwe, die ondanks haar „afscheiding", later trouwt met een dokter die Hervormd bleef.

En zo heeft, helaas, ook deze roman ons niet gegeven wat we zo graag hadden willen hebben: d è roman over de Afscheiding. Want inderdaad, daarin had de uitgever volkomen gelijk: ons jonge geslacht heeft daar behoefte aan. In deze vorm is het misschien alleen nog maar mogelijk aan de generatie van vandaag iets te laten zien van de worsteling onzer vaderen om behoud en herstel van wat hun dierbaarder was dan hun leven.

„Ruig Volk" heeft veel goeds. Als roman van de Hollandse rivier is het verhaal best leesbaar en het werk geeft blijk, dat de schrijver veel historisch feitenmateriaal heeft geraadpleegd en dat hij met ernst is te werk gegaan, maar d è roman over de Afscheiding is het boek niet geworden. Want zijn geest werd bevrucht door een rivierschipper met een ringbaard, die zijn schuit bestuurt, maar hij is niet ontroerd geweest door de namen onder de „Acte van Afscheiding of Wederkeering", gedateerd 14 October 1834, van Henkie Johannes Huizenga (lidmaat), Jacob Germens Sikkens (lidmaat), Anna Kornelia Bos (Udmate), met de kanttekening erbij: „niet kunnende schrijven maar zulks in de opene vergadering Anton (onleesbaar) verzoekende ".

De uitgever zorgde voor een goede uitvoering. Best papier en mooie band met stofomslag, getekend door

de bekende bandtekenaar J. de Vries.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Een roman over de afscheiding

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's