Tekort Theol. Hogeschool
Door mij werd onder zeer hartelijke dank per giro ontvangen van Mej. N. B. te R. f 10.— voor het tekort der Theol. Hogeschool. Het girobiljet droeg als nummer: 100, en was dus het laatste uit een giroboek. De afzendster schreef er bij: „Onze geliefde Prof. K. S. had er steeds pleizier in, de laatste overschrijving van een giroboekje voor een goed doel, te zien besteed."
Inderdaad een prachtgedachte. We zijn de geefster dankbaar, hierop de aandacht te hebben gevestigd. Kan haar voorbeeld geen navolging vinden? 't Zou de zorg van de „Stichting" zeker belangrijk verminderen.
Alleen zou ik gaarne zien, dat het girobiljet dan werd op naam gesteld niet van mij, maar van de „Stichting voor de financiële verzorging van de Opleiding tot de Dienst des Woords", Brugstraat 32,
Groningen.
P. D.
©ie m-ett-ieft
In „De Waarheidsvriend" opponeert Ds Timmer tegen een artikel van Ds A. B. Roukema te Bunschoten-Spakenburg, die op de vraag, of het goed was, eens bij 'n bizondere gelegenheid te kerken bij de synodocratische gemeenschap, geantwoord had: neen, dat Is niet goed. Motieven; wat voor ééns goed is. is het steeds, en is het voor allen; bovendien is het onbarmhartig voor de synodale familie, om wier wil wij zulk een kerkgang zouden maken: we bevestigen hen rn de heilloze gedachte, dat er eigenlijk twee afdelingen zijn van de ene kerk. Onderschrift van Ds Timmer: „Wat is het toch droevig, als door een predikant zó geschreven wordt. We zijn er eigenlijk niets over verwonderd, want van die zijde zijn we zulk een houding gewoon. Er is maar één ware kerk volgens die mensen, en dat Is de kerk van artikel 31". Hier spreekt een dominé van , , De Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging der Waarheid in de Ned. Herv. (Geref.) Kerk". (Waarheid met een hoofdletter). Valt onder die Waarheid ook art. 29 der Ned. Geloofsbelijdenis? En indien dit zo is, dan mag Ds Timm.er er blij mee wezen, dat er nog „mensen" zijn, die met die Waarheid ernst maken. En 't ware te wensen, dat hij naar de in art. 29 beschreven notae eens onderzocht, of de kerk, waartoe hij behoort, de ware kerk is, d.w.z. de ware vergadering, samengekomen naar de voor haar wettige regel,
of niet. Om daaruit consequenties te trekken.
P. D.
9.e.eti OA-eg- u-aa^ ^et u£eeó
Nog steeds worden voorstellen gepubliceerd, die beogen van de komende Rotterdamse synode te verkrijgen intrekking van de Vervangingsformule, rechtsherstel Inzake de weringen, schorsingen en afzettingen, opheffing van hiërarchische synodebepallngen ten opzichte van Artt. 30, 31, 79 en 80 K.O.
, Is daar kans op?
Men denke zich even in, wat dit voor de leiding van de synodocratische gemeenschap, die ondanks alle protesten, requesten, revisieverzoeken, met taaie vasthoudendheid haar eenmaal gevolgde kerkpolitiek continueerde, zou betekenen, n.l. (we stippen maar enkele dingen aan), dat de gesmade „31-ers" in 't gelijk gesteld werden; de benaming „kerkscheurders" op hen, van wie ze is uitgegaan, zou terugvallen.
de synodehulde aan Prof. J. Rldderbos een paskwil geweest is;
het „wetenschappelijk" gezag van de V.U. en haar adepten, door velen bewierookt idool, in de publieke manifestatie van de ijdelheid van het quasi-wetenschappelijk Praeadvies en van de slechte kerkrechtelijke rapporten van Prof. Nauta, voor zoveel de theologische faculteit betreft, een gevoelige knak zou krijgen; de millioenen-uitgave, waartoe men de vrijgemaakte kerken dwong, op de morele debet-zijde van de uitwerpende synoden is te boeken:
de kerkelijke eigendommen, bij civiele procedure toegewezen aan gebonden kerken, onrechtmatig zijn opgeëist en onrechtmatig bezit zijn; de verantwoordelijkheid voor heel de debacle, de kerkelijke verwarring, de scheuring van families en gezinnen, voor rekening komt van het synodale drijven; en dat, om niet meer te noemen, de stoot, die leidde tot de scheuring in de antirevolutionnaire partij, van de synoden is uitgegaan.
Deze dingen zijn met geen praatje goed te maken. 'Alleen radicale verloochening van het vlees kan lüer uitkomst brengen.
Daarvan is tot op heden, na acht jaar, helaas niets te
zien.
P. D.
lUande'ien en êcanlen
Ja, ja, zo hoor ik me door „bezwaarden" in de gebonden kerken toeroepen, maar vergeet niet twee dingen. Ten eerste: de Here kan wonderen doen. Hij kan de „leiding" tot bekering brengen. Ten tweede: Wij moeten arbeiden, de middelen zoeken, en dan is er zeker kans, dat in de toekomst de begeerde kentering komt.
Hierop willen" we antwoorden, ad 1: Zijn we in de rechte weg, dan mogen we stellig met vertrouwen aanroepen Hem, Die alleen wonderen doet. Maar nergens in de Schrift is een belofte te vinden voor hen, die wonderen begeren, terwijl ze juist op het kritieke punt van de Here afwijken. De Here gebiedt niet, in de synodocratische gemeenscliap te blijven. Hij gebiedt integendeel geen gemeenscliap te hebben aan haar zonden, wat het aldaar blijven, ondanks alle protest, toch Inhoudt.
Ad 2. Hier Is weer de „kans" in 't geding. Maar de concrete gehoorzaamheid aan de Here speculeert niet op kansen, doch volbrengt Zijn wil. Dat is voor ons beslissend. Overigens: hoe staan de , , kansen" er voor? Heeft niet de synode van Zuid-Holland-Zuid afgewezen het voorstel- Masselink, dat inhield nietigi'erklaring van de synodale besluiten inzake de schorsing en afzetting van Prof. Schilder? Heeft ze niet juist Ds Meyster afgevaardigd naar de generale synode? Heeft diezelfde synode zich niet uitgesproken voor een proefproces inzake de naam „Gereformeerde Kerken" ? Wat behelzen de op de Rotterdamse synoden uit te brengen rapporten? Bedoelen ze niet, aan de kerkelijke hiërarchie, met totale miskenning van het gereformeerde kerkrecht, vaster voet te geven dan ooit? Wordt niet voorgesteld, dat de meerdere vergaderingen, met volstrekte uitsluiting van de plaatselijke kerkeraden, predikanten kunnen schorsen, dat ze kerkeraden kunnen afzetten, dat ze inzake art. 31 ondanks alle gemotiveerde protest haar beslissingen kunnen doordrijven, alzo het tenzij, de waarborg voor Schriftuurlijke vrijheid, vernietigend ? Wordt niet voorgesteld, . dat grotere part. synoden door talrijker afvaardiging meer macht krijgen dan andere op de generale synoden, en dat een grotere kerkeraad het recht ontvangt meer afgevaardigden naar de classis te zenden dan een kleine kerkeraad, waardoor brutaalweg een streep gehaald wordt door art. 85 der K.O.?
Zien de bezwaarden niet, dat ze terecht gekomen zijn in precies eenzelfde schuitje als waarin de orthodoxe groepen in de Herv. Kerk plaats namen? Die groepen, die sinds 1816, dat is^inds 136 jaar, bezig zijn met adressen, verzoekschriften, voorstellen, om nu na alle „actie"
te moeten ervaren, dat de Herv. Kerk dieper tn 't moeras Is geraakt dan colt te voren? Ook In de gebonden kerken: een linkervleugel, die gestadig veld wint, een brede, Inerte, vrij onverschillige middengroep, die dreigt hoe langer hoe verder kt te zakken, en een rechtervleugel, die behalve uit „bezwaarden" bestaat uit leiders, die om der wille van de „eenheid" en „omdat men beroering nu niet hebben kan" het niet wagen, met kracht op te treden tegen de anti-gereformeerde beweringen en strevingen van piensen als Thijs Booy, aldus het kwaad rustig zijn loop latende, 't Staat te vrezen: hoe langer de „leiding" zich verhardt, hoe minder , , kans" voor de bezwaarden. En wat hebben ze aan dode vogeltjes, die men hen m de hand zou willen stoppen?
De enige eis is en blijft: vrijmaking.
P. p.
Ai e^ tiog^ niet deel meel g, a.edó U de g^^fideti (ieAJh^?
Onlangs werd van synodocratische zijde dé vraag gesteld, of wij niet het oog sluiten voor het vele goede, dat nog in de gebonden kerken te vinden is. We kunnen ons begTijpen, dat die vraag werd gesteld door iemand, die meent, dat hij ondanks al het voorgevallene zijn plaats moet vinden in de gebonden kerken. Maar laat de vrager begrijpen, dat we mede juist daarom, wijl we van harte geloven, dat daar , , nog zoveel goeds" is, onze polemiek voeren, met het doel, dat goede voor deformatie en verkwijning te bewaren. Niet zonder schade kan Inen blijven In een gemeenschap, die haar eigen normen met voeten treedt. En nu kan men zichzelf wel wijsmaken: ik heb daar part noch deel aan, want ik protesteer — maar met dat al staat men niet los van en tegenover die gemeenschap, maar men heeft zich In haar laten incorporeren, blijft (vrijwillig!) daarbij, en Is alzo mede verantwoordelijk voor het kwaad, daar gepleegd.
Wie in de gebonden kerken blijft staan achter de synoden en de Here vreest, kan zich niet rustig voelen. En mag zich niet rustig voelen. En als iemands kinderen, ziende de onwil der kerkelijke leiders om gepleegd onrecht goed te maken, het meten met twee maten, de verslapping van de kerkelijke tucht, de kerk de rug zouden toekeren en gaan dolen, kan men dan als vader of moeder zeggen: ik ben vrij van hun bloed?
Wie het, goede, dat in de gebonden kerken gevonden wordt, wil" bewaren en versterken, die make zieh vrij. 't t Is een zeer veeg' teken, dat men op 't ogenblik in de synodocratische gemeenschap publiek ten voorbeeld durft stellen het gebeuren in de Ned. Herv. Kerk, natuurlijk zeer ten genoege van de Barthiaanse leiders. En wie ziet niet, dat het streven van laatstgenoemden parallel loopt aan het streven van onderscheidene vooraanstaanden in de gemeenschap, die ons uitwierp? Dat in enkele jaren de toestanden zich zó konden wijzigen!
Is de historie niet normatief, ze is wel instructief. Men spiegele zich aan de geschiedenis der Herv. Kerk! Hoe oneindig veel schoner en gezegender zou „der kerken loop" geweest zijn, indien de gelovigen, waarvan een groot deel de mythologische „eenheid" ging vereren, allen zich na 1816 van het opgelegde synodale juk hadden vrijge
maakt! •
p. D.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 juli 1952
De Reformatie | 8 Pagina's