GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In memoriam dr. Frederik Reinier Jacob Knetsch 24 juni 1924 – 4 september 2006

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam dr. Frederik Reinier Jacob Knetsch 24 juni 1924 – 4 september 2006

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met het overlijden van Freek Knetsch is een markant geleerde heengegaan. Hij was een kerkhistoricus die tot op hoge leeftijd zijn wetenschap met grote geestdrift beoefende. In kerk en universiteit, met name de Rijksuniversiteit Groningen, was hij een gewaardeerd wetenschapper, die in zijn vakgebied steeds op zoek ging naar nieuwe onderzoeksvelden en nieuwe bronnen en daarvan rekenschap aflegde in een uiterst persoonlijke en soms barokke stijl. Daarbij waakte hij angstvallig over de zuiverheid van de taal in artikelen en essays, die na veel wikken en wegen tot stand waren gekomen en waarin een persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp immer meeklonk.

Het doctoraal examen theologie (1956) bood hem de mogelijkheid leraar te worden in de godsdienstige vakken aan het Christelijk Lyceum te Delft en later aan het Koningin Wilhelmina College te Culemborg. Tevens doceerde hij de vakken aardrijkskunde en maatschappijleer. Aan de alma mater van zijn geboortestad Leiden promoveerde hij in 1967 cum laude op het proefschrift Pierre Jurieu. Theoloog en politikus der Refuge. Promotor was J.N. Bakhuizen van den Brink. In 1969 werd hij benoemd tot lector en in het daaropvolgende jaar tot hoogleraar Nederlandse kerkgeschiedenis, de encyclopedie der godgeleerdheid en de inleiding tot de theologie aan de rug. In 1989 ging hij met emeritaat.

Als docent werd Freek gekenmerkt door een zekere verlegenheid. Hij werd aangesteld in een tijdperk waarin de verhouding tussen docenten en studenten zich volkomen wijzigde. In de kleinschalige werkomgeving van de Groningse theologische faculteit konden studenten gemakkelijk hun docenten aanspreken, soms tot amicale vormen toe. Freek Knetsch reageerde echter wat terughoudend. Dat was niet omdat hij de studenten niet welgezind was, integendeel: in de faculteitspolitiek koos hij vaak onvoorwaardelijk voor het standpunt van de studenten. Maar hij was naar zijn aard wat afwachtend en formeel. In de omgang met studenten kon hij goed luisteren, maar hij wilde zich niet opdringen. Inhoudelijk waren de colleges gedegen, al zal menig student moeite hebben gehad met alle barokke en soms wat hilarische details. Als begeleider van promovendi was hij ruimhartig: hij liet de opzet en uitwerking van het onderwerp als proeve van bekwaamheid graag over aan de aanstaande doctor, maar hij greep in waar dat gewenst was en zo nodig ook in de correctie van het Nederlands.

Het onderwerp van zijn dissertatie is Freek Knetsch altijd blijven boeien; naast nadere studies over Jurieu verschenen er bijdragen over andere réfugiés in de Nederlanden, zoals Pierre Bayle, Jacques Saurin, Jacques Gousset en David Martin. Zulke artikelen meldden steeds nieuwe vondsten en blonken uit door acribie. Deze wil tot nauwgezetheid kreeg in de beginjaren van zijn hoogleraarschap ook een inhoudelijke verdieping in de bestudering van oude kerkordes, vaak die uit de 16de eeuw. Voor zijn afscheidscollege wees hij op een nieuw veld van onderzoek: in ‘Het beeld van de arme in de diaconale zorg’ schetste hij in grote lijnen de geschiedenis van het diakonaat en gaf hij aanzetten voor verder onderzoek. Binnen de negentiende eeuw hadden Reveil, Afscheiding, Groninger en Evangelische richting alle zijn belangstelling en op veel van deze terreinen toonde hij zich een meester, die bouwstenen aandroeg, waarmee anderen aan de slag konden. Veel van deze artikelen blinken uit door eruditie en zullen hun waarde blijven behouden: pareltjes die blijven oplichten als het stof van ander kerkhistorisch onderzoek reeds lang is neergeslagen. Freek Knetsch was niet de man om grote overzichtswerken of monografieën te schrijven. Maar in zijn artikelen en colleges werd wel duidelijk hoezeer hij het tijdvak van de Reformatie tot de negentiende eeuw overzag.

Met liefde kon hij spreken over twee projecten waar hij al vroeg bij betrokken was: Het Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme en het Documentatieblad voor de Nederlandse Kerkgeschiedenis na 1800. Van het eerste werd hij redacteur bij de voorbereiding van het tweede deel, dat in 1983 zou verschijnen. Hoewel reeds bedlegerig kon hij de verschijning van het zesde deel in 2006 nog meemaken, wat hem een diepe voldoening schonk. Ook DNK kende hem al vroeg als medewerker; bij de verschijning van het eerste nummer in februari 1977 was hij nog geen redacteur, maar wij vinden hem wel in de lijst van contactpersonen vermeld. In 1979 deed hij voor het eerst zijn intrede als redactielid en dat zou hij tot 1996 blijven. Vanaf november 1994 fungeerde hij, na het overlijden van Peter Schram, als voorzitter.

In de loop der jaren publiceerde hij in DNK, naast een viertal artikelen, veel recensies. Sommige daarvan groeiden uit tot ware artikelen en dat waren dan vaak besprekingen, waarin de door hem beoordeelde boeken naar zijn mening nogal wat feilen en gebreken vertoonden. Enkele van zulke recensies deden in het kerkhistorische landschap veel stof opwaaien, maar meestal werden de soms diepe verschillen van inzicht tussen auteur en recensent naar tevredenheid opgelost. Jarenlang heeft Freek Knetsch mede zijn stempel gedrukt op DNK en het tijdschrift gemaakt tot wat het nu is: de plaats bij uitstek waar de resultaten van nationaal kerkhistorisch onderzoek van de negentiende en twintigste eeuw hun neerslag krijgen.

Zijn leerlingen, promoti in het bijzonder, verliezen in hem een gesprekspartner die zij hebben leren kennen als stimulerend, positief-kritisch, inspirerend en toegewijd. Ook de voormalige en huidige redactieleden van DNK hebben dat mogen ervaren en zij gedenken Freek Knetsch met respect.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2006

DNK | 77 Pagina's

In memoriam dr. Frederik Reinier Jacob Knetsch 24 juni 1924 – 4 september 2006

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2006

DNK | 77 Pagina's