GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Iets over het Antinominisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over het Antinominisme in de 17e eeuw.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XVIII.

Ds. PH. STROOBANT.

In zijn betoog voor de Classis hooren wij Ds. Stroobant zich ook verantwoorden op de punten van beschuldiging, op dogmatisch gebied tegen hem ingebracht. Hij is zich bewust orthodox te wezen, al wil hij niet ontkennen, dat hem wel iets heterodox uit den mond gevallen kan zijn. Is dit zoo, dan wil hij in het vervolg voorzichtig wezen. Doch nu ter zake. De vragen door de gedeputeerden der Classis hem gedaan beantwoordt hij achtereenvolgens.

1. Is 't gebed den Christenen ook onder het N. V. noodzakelijk?

Ja vgl. Catechismus vr. 11., want:

a. Het gebed is het voornaamste stuk der dankbaarheid.

b. God wil zijne genade en den Heiligen Geest allen doen geven, die hem met hartelijke zuchten zonder ophouden daarom bidden en daarvoor danken.

2. Zijn er ook andere soorten van gebeden noodzakelijk als die welke bestaan in dankzeggingen en verheerlijkingen van Gods deugd en volmaaktheden?

Ja vgl. I Tim. 2 : i, 2 vv.

3. Of men ook in de dagen des N. V., naderende tot God in gebed, diep gevoelen en vernedering over de zonde moet hebben?

Ja vgl. Catech. vr. 117, Ps. 51 : 19; Jes. 66 : 2. 4. Of die verzoend is met Christus nog noodig heeft te bidden om genadige vergeving onzer zonden?

Ja; vgl. Catechismus vr. 126.

5. Of bidden om tijdelijke en hchamelijke zegeningen

uit kracht van Gods gebod geschiedt? Ja, vgl. Matth. 6 : 11 en Catech. vr. 118. 6. Of het gebruik der leeraren, biddende na de predikatie om re^en en zonneschijn enz., prijselijk is en volgens Gods Woord, dan of het enkel steunt op de gewoonte van de kerk ?

Volgens Gods Woord; vgl. Catech. vr. 12c en Jac. 4 VS. 3 en de kanteekeningen no. 14. 9

7. De 4e bede, raakt zij alleen den tijdelijken nood ? Ja; vgl._ Catech. vr. 125.

8. Of iemand, die niet heeft de volle verzekering van zijn. verzoening met God, niet raag in den gebede tot God naderen?

Ja wel; vgl. Cat. vr. 117, 129. Geloofsbel. Art. 23 en 24; Spr. 28 : 9; Jac. i : 6, 7 (kant. no. 23--25); Rom. 14 ; 23 (kant, no, 11), en Hebr. 11 : 6 enz.

RAKENDE DE ALGEMEENHEID DER GENADE.

_i. Of de voldoening van Christus alle menschen, aan wie het Evangelie verkondigd wordt, in gelijken staat Stelt, om te kunnen zalig worden?

Neen vgl. vr. 20 van den Cat; Geloofsbel. Art. 36 2, 3, 4. Of niet volgens Gods Woord meer verloren zullen gaan dan zalig worden; doch, naar den schijn geoordeeld, God niet meer verheerlijkt wordt, als meerderen zalig worden, en het rijk des Satans vermindert?

Hetgetal van meer of minder wil ik niet bepalen, vermits onze Reformateurs in den Catechismus en de Formulieren van eenigheid daarvan zelfs geene bepaling hebben willen maken. En mij dunkt als leeraar te kunnen volstaan met diegenen, die over het getal vragen of er meer of minder zullen zalig worden dan verdoemd, te vermanen met Christus' woorden: Strijd gij om in te gaan.

5. Of dan de predikanten niet kwalijk doen, die de menschen die universeele waarheid leeren uit Matth. 20 : • 16 en 22 : 14, dat er onder vele geroepenen maar weinige uitverkorenen zijn en dat bijgevolg de weg, die ter zaligheid leidt, maar door weinigen bewandeld wordt?

Ik wil niemand mijner broederen hierin veroordeelen, maar ik laat het aan uw eigen Oordeel.

3. OVER HET MINISTERIE.

I. Of de predikdienst nuttig, noodig en van eene goddelijke instelling zij in het Nieuwe Testament? Absoluut ja volgens iVIatth. 28 : 9.

2. Of er niet een goddelijke roeping tot het predikambt noodig is?

Jo, vgl. Rom. 10 : 15

3. Of begaafde broeders zonder voorgaande roeping, zouden mogen publiek het Evangelie bedienen? Neen.

4. Of de predikdienst tot het einde der wereld zal blijven? .

Ja, vgl. Matth. 28 : 19, 20 en Efez. 4 : n —13.

5. Of een predikant elders mag aannemen die in de gemeente waar zij wonen, niet toegelaten kunnen worden, voor zij satisfactie gegeven hebben ?

Neen.

Stroobant eindigt zijne rede met de verzekering, dat het hem om de eere Gods en de zuiverheid der leere te doen is. Daar hij lang gesproken heeft rest der vergadering geen tijd, om op de kwestie in te gaan en haar te behandelen, 't Is trouwens ook beter, oordeelt de voorzitter, dat de gedeputeerden der Classis de beantwoorde punten nog eens onder de oogen zien. Dan is de Classis misschien rijp om een besluit te nemen.

Met deze gedachte gaat de vergadering der Classis uiteen.

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Iets over het Antinominisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1887

De Heraut | 4 Pagina's