GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Is het kaarlspel den Christen geoorloofd ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is het kaarlspel den Christen geoorloofd ?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

De kerk is uit. De schare verlaat het bedehuis en verdeelt zich grootendeels in verschillende kleinere en grootere groepen, die rechts en links naar huis gaan of tot bezoek bij vriend en maag. Bijna allen hebben den mond vol van de preek. Hier hebt ge een groepje, dat lang niet tevreden is over het gehoorde. »Neen", roept er een uit, «daarvoor kom ik niet in de kerk". »Gij hebt gelijk, Bart", herneemt een ander. »Wat kan ons het kaartspel schelen? Ik heb nooit kaartenbladen in huis gehad en zou ook niet dulden, dat iemand der mijnen ze in huis bracht." »Ja, " verzekert een derde, »ik heb ook niets aan de preek gehad. Ik zou liever over een geestelijke stof hebben hooren spreken.' Daar heeft het hart meer aan." »Toch is het goed, dat de zaak van het kaartspel eens van den kansel is behandeld, " merkte een vierde op. »Wie dieper ziet dan de oppervlakte des levens en de vrijheden der wereldsche menschen opmerkt, alsmede het perikel", waarin door hen somtijds ook veel vrome menschen gesteld worden, vreest voor de toekomst." Een andere groep is diep verontwaardigd to ver de preek. «Wie geeft aan Ds. De Frein het recht ons als goddeloozen te brandmerken, omdat wij kaartspelen? " zegt er een. «'tis om ons bij de goê gemeente in een slecht daglicht te stellen." «'t Is ook, " voegt een ander hierbij, «of het ons aan godsdienst en godzaligheid ontbreekt, omdat wij. geen kwaad in het kaartspel zien.'' »Heeft u dan Ds. De Frein niet overtuigd van het ongeoorloofde des kaartspels ? " vraagt zijn vriend. »Mij wel, al wil ik niet ontkennen, dat ik graag enkele punten nader zou willen bespreken." Eindelijk voegen wij ons bij een derde groep. Deze is blijkbaar niet ontsticht door het gehoorde. Integendeel, met instemming heeft zij geluisterd «Ik zou de preek nog weleens willen lezen", zeide een jongeling van goeden huize. «Daar weet ik geen raad op, Johan, " antwoordde zijn vriend, «want Ds. De Frein schrijft zijn preeken niet geheel op papier, slechts enkele punten. Toen ik dit niet wist, heb ik hem eens om een preek gevraagd, maar hij kon mij niet helpen." «Toch zullen wij onzen zin kunnen krijgen, als wij naar mejuffrouw Cornelia Leydekker gaan. Ik heb haar in de kerk ijverig zien opschrijven, wat zij hoorde." Een dezer vrienden nam, bij het afscheid nemen, op zich mejuffrouw Leydekker om haar manuscript van de preek te vragen. Toen hij echter kwam bleek hem, dat hij al de eerste niet meer was, die op de welwillendheid der vrome jonkvrouw een beroep deed ter verkrijging der preek. Zij wees allen vriendelijk af met de opmerking, dat de vragers haar schrift niet zouden kunnen lezen, maar beloofde tevens, . dat zij het opgeschrevene uit haar geheugen zou aanvullen, voorts aan Ds. De Frein verzoeken, dat ZijnEerwaarde haar overgeschreven predikatie beliefde na te zien, om die onder zijn oog en met zijn consent te laten drukken, met approbatie der Eerwaarde classis van Walcheren. Binnen weinig maanden was de belofte vervuld, zoodat iedereen, die wilde, de preek bij zijn boekverkooper kon koopen en lezen. Velen maakten van deze gelegenheid gebruik, zoodat de rede, nog eer het jaar 1720 voorbij was, een tweeden druk beleefde. Dat zij niet onbesproken en onbeantwoord bleef, kunnen wij wel vermoeden. Meer dan éen brochure voor en tegen de preek van Ds. De Frein verscheen in het licht. Ja, nog 50 jaren later in 1773, was zij zóo in trek, dat de boekverkooper David Baars te Utrecht haar voor de derde maal ter perse legde.

Op zekeren avond waren enkele vrienden bij elkaêr en viel het gesprek op het kaartspel. Een der aanwezigen vroeg, of het den Christen wel geoorloofd is, door eenig spel zich te vermaken. «Mij dunkt, dal we dit punt buiten dispuut kunnen laten, " zeide een ander. »De Prediker zegt toch (Hoofdst. 3 : 14) met het oog hierop : «Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd-Er is een tijd om geboren te worden, en een tijd om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd om het geplante uit te roeien. Een tijd om te dooden, en een tijd om te genezen; een tijd om af te breken en een tijd om te bouwen, " en vooral dit: Een tijd om te weenen, en een tijd om te lachen; een tijd om te kermen, en een tijd om op te springen." Ook mogen " e, denk ik, Ps. 104:15 hierop toepassen: En den wijn, die het_ hart des menschen verheugt, doende het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart des menschen sterkt.'' „Gij kunt hierbij nog een woord van Paulus voegen, waar hij zegt: Wij zijn in de wereld en leven met haar mede, doch zonder zonde", merkte een ander op. «Hoe heb ik het nu met u, waarde vriend? " vroeg een derde; «ik heb nog nooit den tekst, dien gij daar noemt, in den Bijbel gevonden. Paulus zegt wel: deze wereld gebruiken, als niet misbruikende, " maar deze woorden zeggen niets anders, dan dat wij een matig gebruik mogen maken van die dingen, welke de goedertierenheid Gods ons tot onze onderhouding en verkwikking geschonken heeft." «Maar welken regel moeten wij dan volgen bij het uitkiezen van spelen, die wel mogen plaats hebben en andere, welke ongeoorloofd zijn? " vroeg de eerste weer. «Wij mogen ons hierbij niet laten leiden door louter welgevallen, " onderwees een oude van dagen, maar door de bepalingen daarvan, zoo niet in 't bijzonder, dan tenminste in het algemeen in de Heilige Schrift voorgesteld. Ik denk hierbij aan Paulus' woord Fill. 4:8 en I Cor. 10 : 30 Spelen dus, die dienen tot oefening des lichaams of des verstands, zijn geoorloofd. Daarentegen zijn die ongeoorloofd, welke het gebruik van het lot noodzakelijk maken, onverschillig of er minder of meer oefening des verstands meê gepaard gaat."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's

Is het kaarlspel den Christen geoorloofd ?

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's