GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De doleerende kerk oan Oudewater in'tbegin der 17de eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doleerende kerk oan Oudewater in'tbegin der 17de eeuw.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

XIII.

Poppios treedt op.

De Raedt was met stille trom naar Haastrecht afgetrokken zonder afscheid te prediken, en zonder de Gereformeerde broederen te groeten. Den zosten Aug. kwam Poppius te Oudewater om in Levinus' beurt te prediken. Men liet hem geworden.

Doch des namiddags zou Lydius voorgaan.

Ook Poppius begaf zich naar de St. Michielskerk om »stoutelick" zijn plaats in te nemen in het »Kercken-of Doophuijsken", gelijk men het destijds noemde. Doch hij werd daaruit geweerd; men voegde hem toe, dat hij geen ordinair Dienaar, noch met weten van den kerkeraad ingekomen was. Poppius, toornig geworden, zeide: i> Dat zal u in de oogen druipen en ik zal 't klagen, daar 't mij te klagen staat." Maar voor 't oogenblik moest hij onder de groote menigte plaats nemen.

Ook Poppius begaf zich naar de St.

Twee dagen later kreeg Lydius een bezoek van de beide burgemeesters, die hem mededeelden, dat de staten De Raedt ontslagenen een ander in zijn plaats gezonden hadden.

De Kerkeraad gaf hierop te kennen, dat hij zou toelaten, dat naast Lydius anderen zouden prediken en de sacramenten bedienen, mits dat zrj ook dezelfde vrijheid zouden genieten.

De magistraat meende, dat de Gereformeerden zich drie maanden van het houden van 't Avondmaal hadden moeten onthouden. Na veel over en weer spreken beloofde de burgermeester de Avondmaalsviering niet te zullen verhinderen, zoo men haar bij de Staten meende te kunnen verantwoorden.

Doch de Overheid zou geen woord houden.

Den 24sten werd besloten, dat Lydius den 27sten Aug. het avondmaal zou bedienen, en daags tevoren voorbereiding houden. Lydius werd door de broederen belast met Poppius geen dispuut te houden.

Den 25sten liet (voor de hoeveelste maal? ) de overheid den kerkeraad op het stadhuis ontbieden, waar hem door den baljuw gevraagd werd, of hij "van meening was op Zondag toekomende het Avondmaal te houden? Rondweg gaf men hierop een toestemmend antwoord. De kerkeraad, verder ondervraagd of hij een anderen last had gekregen van commissarissen, zeide dat hij dezen niet had beloofd van 't avondmaal drie maanden af te zien, maar zich slechts zoolang daarvan te onthouden totdat men advies had van de doleerendc kerkeui Toen men dit gekregen had, wilde men gehoorzaam zijn aan het gebod: Doe dit tot mijn gedachtenis.

De heeren protesteerden; verboden wijn of brood aan de diakenen uit te reiken en zonden een bode naar Den Haag om van de Staten een brief te verkrijgen, waarbij de uitreiking van het sacrament verboden werd.

Toch ging de proefpredikatie door, na welke 28 lidmaten werden aangenomen; welk getil sedert de reformatie nooit zoo groot geweest was.

Des avonds kwam de bode uit Den Haag terug en bracht een brief aan den kerkeraad mede, waarbij deze door de Staten vermaand wierd »tot naerder versachtige der gemoederen" het Avondmaal nog 3 maanden uit te stellen.

Denzelfden dag verzocht Poppius aan Lydius, of hij in het doophekje zou mogen zitten, daar hij toch door de Staten en de overheid in de plaats van De Raedt gesteld was. Doch Lydius' antwoord luidde afwijzend; men kon Poppius niet voor een oprecht dienaar' houden, dewijl hij het fundament van het pausdom weder zocht te leggent

De kerkeraad besloot, zich aan den brief van de Edel Mogenden niet te , storen. Den apsten Aug. werd het Nachtmaal gehouden, terwijl de soldaten van kapitein Coeck rond de kerk de wacht hielden.

Lydius en de zijnen wilden rekenschap geven van hunne daad en schreven daartoe een brief aan de Staten, behelzende eene dankbetuiging voor de zorg welke de heeren gehad hadden voor onheil, dat uit het houden van het Avondmaal had kunnen ontstaan, met mededeeling dat er voor die vrees geen grond bestond.

Voorts werd êr rekenschap gegeven, waarom men tot uitreiking der bondszegelen kwam, welk betoog hierop nederkwam, dat de leden der Christelijke gemeente er ernstig op aanhielden als.hongerigen en dorstigen; dat het de beurt van Lydius was en de gewone tijd om het Avondmaal te bedienen; dat er 28 nieuwe lidmaten waren aangewonnen; dat er sedert negen maanden geen avondmaal was gehouden, terwijl ten slotte betuigd wordt: »soo hebben wij niet connen naerlaten, sonder onzen Godt te vertoornen, die ons tot dien eynde tot opzienders in Gods kercke gheset heeft, in gene llinghen ghebreeckich te wesen, die tot opbouwinghe van Gods Kercke, ende tot versorginghe van die spijsen, die Christus zijn Ghemeynte verordineert heeft, tot versterckinghe des Gheloofs langher haer te ontrecken".

Schoon het Avondmaal gehouden was zonder rustverstoring, schijnen de gemoederen hoe langer zoo meer aan het gisten geraakt te zijn. Althans er kwam den sden October een brief van Prins Maurits, aan de regeering van Oudewater gebiedende, dat in die troebele tijden door het garnizoen de wacht zou gehouden en des nachts de rondte gedaan om de wallen, en dit niet alleen door de soldaten, maar ook door de burgerij en dè schutters.

Toch ijiaande dit de burgemeesters niet tot voorzichtigheid; telkens opnieuw (poogden zij de kerk te verdrukken.

Zoo werden den i7den October Poppius met Lydius ter raadkamer ontboden, alwaar hun werd voorgehouden, dat men, om alle onheil en confusie te vermijden, de Avondgebeden des Vrijdags op den ochtend verleggen zou en des Zondagsavonds gansch nalaten. Poppius nam het aan, doch Lydius betiep zich op den kerkeraad-

Deze vergaderde dan ook weldra, aangevuld door de oud-leden en besloot, na aanroeping van Gods naam, de overheid aan te zeggen, dat hij niet in haar voorstel kon treden. Vooreerst konden de menschen, die over dag arbeidden, dan niet ter kerke gaan; dan waren de Zondagavond-predikatiën velen dienstig, die in dezen tijd hakende waren om des Zondags twee predicatiën te hebben; ook zou de afschaffing van de avondbeurt des Zondags de diaconie schade doen lijden. Ten vierde werd eenigzins ondeugend eraan toegevoegd, • dat tevoren de heeren van het Stadhuis een verzoek om verlegging van de Vrijdagspredikatie afsloegen, voor reden gevende, dat over dag de magistraten op het Stadhuis moesten wezen en niet begeerden buiten de kerk gesloten te zijn; men hoopte, dat de overheidspersonen dezelfde genegenheid tot predikatiën behouden hadden. Evenwel wenschte men Poppius met zijn kerkeraad vrij te laten.

De tijd begon nu aan te breken, dat er verkiezing van burgemeesters moest plaatshebben ; Prins Maurits en de Staten zonden om haar te leiden twee commissarissen, Jhr. Van Duijvenvoorde, en Jan Dierhout, burgemeester van Gorkum. De gereformeerden, die van de fungeerende burgemeesters genoeg te lijden hadden gehad, verlangden, dat mannen zouden gekozen worden, die de gereformeerde religie beleden Toen daarom op den dag der verkiezing (28 Oct) Jhr. Van Duijvenvoorde de trappen van het stadhuis besteeg, werd hem een request van de burgerij aan den Baljuw, burgemeesteren en vroedschap der stad aangeboden, houdende het verzoek »om goede bequame Borgher mannen, die van de oude gereformeerde religie zijn, te willen stellen."

In de vergaderde vroedschap stelde nu de Baljuw voor, om voor ditmaal de verkiezing te stellen in haaden van Prins Maurits en van de Staten. Sommigen meenden, dat men een dubbeltal behoorde te stellen, waaruit men dan in Den Haag een keus moest doen ; anderen achtten dit onnoodig en wilden den Prins met de Staten alleen de verkiezing laten doen.

Hiervan werd aan commissarissen acte gegeven. Evenwel hebben daarna 15 leden de vroedschap verklaard, dat zulks nooit hunne meening geweest was.

Schoon den volgenden dag naar Den Haag gereisd werd om de verkiezing te doen plaatshebben, werd zij uitgesteld tot in December.

{Wordt vervtlgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's

De doleerende kerk oan Oudewater in'tbegin der 17de eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's