GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.

ANTHONIS FRED£RIKS.

Onder de kleine steden van ons vaderland zijn er weinige, die zulk een roenavollen naam in de geschiedenis van 'de dagen der Hervorming hebben als Naarden. Wie ODzer kent den vreeselijken moord niet, die aan zijne burgers, op last van Alva en Spanje, in 1572 werd gepleegd, omdat zij gewaagd hadden de poorten voor burgerlijke en gewetensvrijheid te openen. Ook het bloed der martelaren heeft er gevloeid. Naarden stond in 1525 en volgende jaren in een reuk van onrechtzmnxgheid. Daar woonde Nicolaas Quick, leeraar aan het gymnasium, daar de pastoor Gok, van wie bekend is, dat hun harte uitging naar het Woord Gods, hetwelk door Rome onder de korenmaat geplaatst was. Daar woonde ook Anthonis Frederiks. Henricus Antonie Nerdenus, zoo heet hij in de registers van 't hof. Korter noemde men hem Teunis Fuksen, een verbastering van Frucksen. Soms wordt hij wel Tucksen geheeten, wat echter een drukfout is, hetgeen enkele geschiedschrijvers in de war heeft gebracht, zoo­ dat zij zelfs dachten, dat Frucksen en Tuksen twee verschillende personen waren, hetgeen echter niet het geval is. Anthonis Frederiks, omstreeks 1505 of 1506 geboren, heeft gestudeerd aan de universiteit te Leuven. Van daar teruggekomen, vestigde hij zich in zijne vaderstad, zonder evenwel eenig beroep of bedrijf te beginnen. Zijn levensgedrag schijnt in het begin zondig en ongeregeld te zijn geweest. Maar eens — in 1525 of 1526 — in den omtrek der stad wandelende, werd hij door eene beroerte getroffen en voor dood opgenomen. Doch de Heere had geen lust in zijn dood, maar daarin dat hij zich bekeerde en leefde. Op zijn ziekbed greep een groote verandering bij hem plaats, Gods Woord werd zijn regel en lust. Hersteld zijnde, begon hij eenig werk te doen. Aan het kistenmaken, dat hij vroeger geleerd had, besteedde hij zijne dagen. Niet omdat hij noodig had van de verdiensten te leven, neen, hij gaf al dat geld aan de armen. Doch hij dacht niet alleen aan de stoffelijke welvaart der armen, ook de geestelijke toestand zijner medeburgers ging hem ter harte. Waar zich de gelegenheid aanbood, om aan andere menschen uit den Bijbel voor te lezen en de Schrift te verklaren, aarzelde hij niet, dat met volle vrijmoedigheid te doen, tegelijk zijne hoorders waarschuwende tegen de mis, het vagevuur en de vereering der heiligen.

Velen luisterden naar zijne woorden, en de Heere gaf dat zij er ook acht op namen. Maar anderen haatten den ketter, dien zij gaarne verwijderd zagen. Op eene beschuldiging, tegen Frederiks ingebracht bij den procureur-generaal, ontbood deze hem naar 's Gravenhage. Eèn zijner vrienden volgde hem. Frederiks verdedigde zich en deed dit zóo goed, dat het Hof hem moest loslaten. Hij keerde naar Naarden terug. De rechtzaak had hem niet voorzichtiger gemaakt. Integendeel, hij trad stoutmoediger tegen Rome en hare dwalingen op, en predikte Gods Woord, Doch dit haalde hem de woede van verscheidene menschen, vooral uit het volk, op den hals, en dit liep zoo hoog, dat men hem op zekeren dag wilde steenigen. Het duurde dan ook niet lang, of Frederiks werd weer naar 's-Gravenhage gedagvaard en daar in de gevangenis geworpen. Hij zag wel in, dat hij niet meer naar Naarden terug zou gaan. Zijn misdaad was te groot. Hij stelde Gods Woord boven menschenwoord-Wel is waar verdedigde hij zich met moed. Wel hadden zijn wereldlijke rechters medelijden met hem. Wel vreesden dezen ook, dat Frederiks standvastig blijvende, door zijn martelaarschap indruk zou maken op hen die er getuigen van zouden zijn. Wel schenen al deze redenen genoeg te wezen, om den gevangene Van den dood te bevrijden. Maar dan moest deze aan ééne voorwaarde voldoen: afvallen van zijne belijdenis en herroepen wat hij tegen Rome had geleerd, al ware het dan ook maar voor den schijn.

Twee jaren lang werden de uiterste pogingen aangewend, om Frederiks ten val te brengen, nu eens door hem aan zichzelven over te laten en zich te doen vervelen, dan weer door hem met bezoeken te overstelpen. Maar God waakte voor zijn dienaar. Verveling noch kwelling des geestes konden hem bewegen zijne overtuiging prijs te geven. Ook niet de schoonste aanbiedingen. Toch wilde het Hof hem niet ter dood brengen. Daarom werd hem de gelegenheid gegeven om te vluchten. Maar dat weigerde hij. Hij was dus een hardnekkig ketter, zooals de inquisiteur hem noemde, en werd aan het Hof overgeleverd, om zijn vonnis te krijgen. Den 26sten October 1529 beklom hij de houtmijt. Tevoren had hij zijne schoenen uitgetrokken en ze aan de armen gegeven. Op het schavot stierf hij den marteldood onder het zingen van het oude bekende lied:

lek arm schaap aen de groen heyde, Waer zal ik henengaen? Van vrienden en magen moet ie scheyden, En alleen op Christum staen, Ende mij op Hem verlaten, Aider werelt jolyt, In dezer tyt. En mach mijn siele niet baten.

Sy hebben een schaepken gegeten, Sy en zijn noch niet versaet! Dat wordt haer nu verweten; Daerora zyn sy dus quaet, Dat sy my hebben verdreven, Ut myn vaders lant. Met grooter schant, Godt die Heer willet haer vergeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's