GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIX.

JAN DE KEIJSER.

Aan den avond van den 28sten Februari 1561 stond eene groote schare nieuwsgierigen en belangstellenden voor de poort der gevangenis te Antwerpen, waarin daareven Jan de Bosschere gebracht was. Onder hen bevonden zich eenige broeders. Daar werd op eens de poort geopend, gerechtsdienaren traden naar buiten, vielen op de menigte in en grepen een enkele. Deze man was Jan de Keijser, ouderling van de Hoogduitsche gemeente te Antwerpen. Hij was nog in de eerste kracht des levens, 34 jaren oud, zachtmoedig en bekwaam om onwetenden te onderwazen. Onder den uitroep: Gij behoort ook tot dit volk", brachten hem de gerechtsdienaren naar binnen. Van de ondervragingen, die hij ondergaan moest, was de voornaamste, die van den pastoor van Mariënkerke. Niet dat hij toen zooveel uitrichtte, integendeel, hij vorderde weinig. Toch won hij iets. 't Gesprek liep over Gen. 3 : 15. Volgens de Vulgaat moeten wij dien tekst op deze wijze lezen; »Ik zal vijandschap zetten tusschen u en deze vrouw, tusschen uw zaad en haar zaad en zij zelve zal u den kop vermorselen enz." Natuurlijk hield de pastoor deze verklaring voor de juiste en verdedigde, op grond er van, het gevoelen, dat de vrouw den kop der slang zou vernietigen, welke vrouw niemand anders dan Maria kon zijn. Hieruit moest dus volgen, dat Maria het middel van onze verlossing en onze overwinning op den duivel zou zijn. sWant Maria heeft Ciiristus het beloofde zaad voortgebracht, waarin zij ook een middel tot onze zaligheid was, zonder wie het beloofde zaad niet zou geboren of voortgekomen zijn." Die den Hebreeuwschen tekst kan naslaan, merkt dat de Vulgaat onjuist vertaald heeft, aangezien er niet het vrouwelijke voornaamwoord Jiie, maar het mannelijke hoe staat. »Toch duurde het nog lang, voor ik zoo ver was, " schreef de martelaar den 8sten Maart aan zijne gemeente. Hij bewees toen ook, »dat dit wonderbare werk niet aan de vrouw, ofschoon zij Christus had ter wereld gebracht, maar alleen aan God moet worden toegeschreven. Want even als God uit Adam eene rib nam en daarvan eene vrouw maakte, niet door Adams krachten werking, maar door zijn eigen macht; dat Hij ook daar, naar zijne belofte in de volheid des tijds, door de werking van den Heiligen Geest het zaad, dat is Christus, heeft laten voortkomen, dat door zijne goddelijke kracht het hoofd der slang, dat is al het geweld des duivels, dood, hel en verdoemenis heeft vernietigd." Jan de Keijser verzocht op te schrijven, dat de priester de verkeerde vertaling van den Vulgaat of Gen. 3 : 15 had laten varen, maar dat wilde deze niet.

Een ander onderwerp des gespreks was het Avondmaal, waarvan de martelaar zeide »dat wij in het Avondmaal alzoo zekerlijk door het geloof Christus ontvangen, als wij brood en wijn met den mond gebruiken. Het brood en de wgn spijst en versterkt onze lichamen, maar Christus, die het levende brood is, spijst en versterkt onze zielen." Deze uitlegging ontlokte den pastoor de ontboezeming: Dat is van Calvijn, " als wilde hij hem opdringen, dat zijne uitlegging eene menschelijke was. Maar De Keijser wees die aantijging af met de opmerking, »dat hij alles wat de leeraren naar waarheid schreven, als goed erkende, omdat het overeenkomstig was met de waarheid." Daarop beproefde de pastoor de leer der wezensverandering in het Avondmaal te bewijzen uit de woorden der instelling zelve (dat is mijn lichaam enz.) maar de martelaar wees op het woord des Apostels, i Cor. 10:16.

Een derde punt in het gesprek werd de vraag des pastoors; of men de ketters niet mocht dooden. De Keijser antwoordde: »dat men niet alle menschen, ofschoon zij tot eenige dwaling zijn vervallen, straffen moest". »Ik beken echter, dat de overheid zulke lieden, die door verleiding en oproer den gemeenen vrede en welvaart verwoesten met het zwaard, dat is met den dood, straffen mag. Want de overheid draagt het zwaard niet te vergeefs en is van God ingesteld, om de goddeloozen te straffen ; maar ik keur het geenszins goed, < Jat de gebeente van Christus iemand met het zwaard straft; want zij behoort geen ander zwaard te gebruiken dan Gods AVoord. Hiermede moet zij de ketters straffen; en indien zij ongehoorzaam blijven, behoort zij hen, die zich onder haar bevinden, uit de gemeente te verwijderen als een verrot lid, opdat hét geheele lichaam niet worde bedorven." Of de pastoor met zijn vraag gedoeld heeft op den brandstapel, waartoe de Geneefsche overheid Servetus veroordeelde, onder goedkeuring van Calvyn, weten wij niet. Zoo ja, dan toonde het antwoord van Jan de Keijser hem, dat hij van Calvyn ook op dit punt niet verschilde.

»De gevangene, om de getuigenis des Evangelies'', kreeg in zijnen kerker bezoek van den markgraaf van Antwerpen en den kardinaal Granvelle en bij die gelegenheid beleed hij de waarheid zoo vrijmoedig, dat Granvelle den markgraaf beval: »Doe weg den ketter en maak dat gij hem kwijt raakt." Daarmee verliet hij de gevangenis. Woensdags na bovengenoemd bezoek, den igen Maart, werd de martelaar door zijne rechters ter dood veroordeeld om de getuigenis van het heilige Evangelie en op dienzelfden dag heimelijk in de gevangenis zelve verdronken.

Het lijk werd den volgenden dag op het galgenveld tentoongesteld, doch door de broeders weggenomen en begraven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's