GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XL.

PIETER ANNOOD en DANIEL GALLAND.

»Laat ons uitwijken naar Engeland, " zoo rieden de belijders der waarheid naar de Schriften, in de Zuidelijke Nederlanden elkaar na 1558 weer aan, want daar regeerde Elisabeth, die de Hervorming begunstigde en beschermde. Reeds velen, met name uit West-Vlaanderen, vooral uit Meersen, hadden aan dien raad gevolg gegeven en nog waren er die gingen. Verplaatsen wij ons naar Nieuwpoort op het einde des jaars 1560. Wat een huisgezinnen ontmoeten wij er, die wachten op een gunstigen wind. Week aan week blijft echter de wind tegen. Eindelijk daar keert de wind en een schip met ballingen verlaat de have». Aangezien echter de wmd spoedig omdraait, moeten anderen wachten. Het is reeds den 28sten November, eer men weer kan wagen naar Engeland's kusten over te steken. Maar helaas, de schipper durft de begonnen reis niet te volbrengen. Daarom loopt hij de haven van Duinkerken binnen. »Kunnen wij niet op het schip blijven, " vragen de ballingen, »we vertrekken toch weer zoo gauw mogelijk." Neen, dat kan de schipper niet toestaan, hij is bevreesd, dat men zijn vaartuig zal onderzoeken, de geloovigen vinden en hem met hen straffen. De ballingen begeven zich naar de stad. Een tweetal gezinnen trekken in huis bij een burger, dien zij goed kennen, een ander tweetal gaat in het logement »de Wilde zee." Deze laatsten zijn niet onopgemerkt gebleven. De schout houdt hen in het oog, omdat hij hen verdenkt van »Lutheranije, " zooals men het toen noemde. Deze achterdocht wordt er niet minder op, als hij den anderen dag verneemt, dat er weer vreemdelingen in de stad gekomen zijn, die hun intiek in het logement Beselare genomen hebben, 't Gerucht verspreidt zich door de stad, dat er vele vrienden der Hervorming van elders in de stad zijn gekomen. De ketterij is dus toenemend! Wie dat dulden kon, niet de schout van Duinkerken. Reeds in den vroegen morgen van den 3osten November begon hij zijn onderzoek. Eerst gaat hij naar »de Wilde zee", maar de mannen, die hij zoekt, zijn naar het strand. Twee gerechtsdienaren worden aan de deur gezet, om de vluchtelingen, bij hun terugkomst, gevangen te nemen. De schout zelf begeeft zich naar de Beselare, waar hij Pieter Annood van Batteul en Daniël Galland van Meersen vindt en gevangen neemt. Deze twee worden terstond voor de heeren rechters gebracht en 4 uren lang ondervraagd, waaruit blijkt, dat er wel reden was om deze ketters in den kerker te zetten en te laten bewerken door monniken en priesters. Vooral Daniël Galland, bij wien men vond een Nieuw Testament, gedrukt in 1543 en een ander boek, den kleine Catechismus der Duitsche gemeente van Londen, waarbij gebonden was eene korte onderzoeking over degenen, die zich tot de Duitsche gemeente te Londen begeven. Dit geschiedt. De geloovigen komen vrijmoedig voer de waarheid uit, al dreigt men hen. Doch als men hen voor de pijnbank brengt, begint Annood te sidderen en te wankelen.

Anders is het echter met Daniël Galland, wien de pijn, wegens de krachtige liefde die hij Christus, zijnen Zaligmaker mocht toedragen; niet kon bewegen om de waarheid Gods te verloochenen. Men vraagt hem naar zijne broeders, maar ook die weigert hij te noemen, niettegenstaande hij zoo jammeriijk gepijnigd wordt, dat hij het voorkomen van een mensch geheel schijnt te hebben ver­ loren. Niemand kon hem zonder tranen zien. Toch wordt hij nog in een duister hol gebracht.

Daar, zooals wij reeds gezien hebben, Annood is beginnen te wankelen, scheidt men hem van zijnen vriend Galland en belooft hem niet op de pijnbank te lej^gen. Alleen aan den dood kon hij niet ontkomen. En juist dit laatste gebruikt de Heere om zijnen dienstknecht tot innig berouw over zijne zonde en vrijmoedige belijdenis der waarheid Gods te brengen. De heeren rechters ontbieden uit Brugge eenen priester, wiens geleerdheid en haat tegen de ketterij algemeen bekend zijn. Deze man, met name Rogeriiis de Jonge, vergezeld van eenen geestelijke uit Yperen, Jan Heyda ^ijvert zeer voor de Roomsche kerk, maar overtuigt Galland niet. Integendeel ontdekt deze de drogredenen van zijnen tegenstander. Pieter Annood, bij wien de vrees voor den dood wijkt, op 't oogenblik, dat hij, zooals wij gezegd hebben, hoort, dat hij toch sterven moet, herroept zijne verloochening en komt voor zijne eerste belijdenis weer uit. De krachtige hand des Heeren heeft hem opgericht, daarona vraagt hij zijnen broeder Galland om vergiffenis, aangezien hij hem door zijne zwakheid bedroefd heeft, ja, aan alle gemeenten richt hij eenen afscheidsbrief met eigen hand geschreven onder groote en hevige pijnen: »Vaarwel, gemeente Gods, " zoo schrijft hij, »die hier op aarde zijt de Bruid van Christus, zijne uitverkoren duif, die naar geene andere stem hoort dan naar die van uwen Bruidegom. Gij zijt de zijne en Hij de uwe. Gij zijt eene ware lelie onder de doornen, en eene ware gemeente van Christus, waarvan Hij het hoofd is en een eenige Zaligmaker; van welke gemeente ik erken een krank lidmaat te zijn, die in dit leven dikwerf door mijne krankheid ben gevallen, maar ook menigmalen door zijne genade weder opgericht". Aan deze treffende woorden voegt hij de korte belijdenis aangaande Christus en de Sacramenten toe, waarmee hij zich een gevoelt.

Onder dit alles verloopt een half jaarennog is men niet verder met de martelaren. Eerst den i8den April 1561 verschijnen zij voor de laatste maal voor de heeren van Duinkerken en worden veroordeeld tot den vuurdood, welk vonnis terstond wordt uitgevoerd. Vrees voor oproer onder het volk, dat buiten de stad woont, geeft den rechters den maatregel in, om de poorten der stad te sluiten, totdat de beide martelaren dood zijn. Toch gelukte het sommigen broeders met bootjes Duinkerken binnen te komen.

Aan elkaar gebonden, worden Annood en Galland naar de vierschaar geleid. Beide spreken onderweg vooral over de blijdschap der geloovigen onder het kruis en de redenen daarvoor. Voor de rechtbank danken zij de heeren, dat zij over hen het doodvonnis uitgesproken hebben. Kort daarna worden de martelaren buiten het rechthuis gebracht, waar alle toebereidselen voor het doodvonnis gemaakt zijn. Eerst wordt Galland naar de paal geleid, daarna Annood, voor wiens welsprekendheid men wel vreest. Daarom jaagt men hem voort naar zijne strafplaats. Tocli vindt hij nog gelegenheid om te spreken en de menschen te smeeken het Pausdom te verlaten. Den broeders die hij ziet, roept hij een hartelijk vaarwel toe, maar den boozen dreigt hij met Gods toorn. Eindelijk is hunne ure geslagen. De beul nadert en worgt hen, terwijl zij hunne zielen den Heere aanbevelen. De lijken werden verbrand en daarna aan de galg gehangen. Doch den 2 2en April tusschen 10 en 11 uur werden hunne lijken door de broeders met dankzegging aan God afgenomen en begraven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's