Buitenland.

Rusland. Vervolging en standvastigheid.

Gelijk bekend is worden door de Russische overheid de Lutherschen van de drie Oostzeeprovinciën, Lijfland, Koerland en Esthland geplaagd en vervolgd. De drijver van die vervolging is de procureur der H. Synode der Grieksche kerk, Pobedonoszer, gewezen leermeester van den tegenwoordigen keizer. Deze acht het noodig voor het behoud der dynastie en voor de macht die het Russische rijk naar buiten uitoefent, dat geheel Rusland Griekschorthodox zij. Is Rusland in den loop der geschiedenis het bolwerk geweest waartegen wilde volkstammen het hoofd stootten, zoodat Europa van hunne aanvallen niet te lijden had, dan moet dit gedankt aan de belijdenis van de Grieksch-orthodoxe leer, die het Russische volk het noodige weerstandsvermogen gaf tegen r de woeste horden. En komen er tegenwoordig vijandige machten uit den boezem der Russische - natie op, gelijk het Nihilisme, dat slechts omverwerping van altaar èn troon èn eigendom beoogt, dan is men in Rusland wederom van gevoelen, dat de opstekende storm alleen kan bezworen, door den invloed der Griekschorthodoxe kerk, die daarom door de overheid zoo sterk mogelijk moet worden gemaakt tegenover allen die haar invloed tegenstaan. Opdat de Slavische volkstam, tot welke bijna de geheele bevolking van Rusland behoort, niet bukke voor den machtigen invloed van het Germaansche element in het Duitsche rijk belichaamd, waar in de toekomst èn in Europa èn gelijk als in Azië een overwegenden invloed zal kunnen doen gelden; is het noodig dat Rusland èn staatkundig èn kerkelijk één aaneengesloten geheel vormt.

In deze gedachtenwereld bewegen zich de toongevende kringen in Rusland. Meeningen op godsdienstig gebied die van de leer en de orde der Grieksche kerk afwijken, worden nog geduld, maar als iemand, die geen belijder is de Grieksch-orthodoxe leer het waagt te trachten zijne belijdenis bij anderen ingang te doen vinden, maakt men hem eenvoudig onschadelijk, m. a. w. hij wordt naar Siberië verbannen. Alleen de Grieksche Pope's mogen propaganda maken voor de Grieksche kerk en de overheid steunt hen op alle denkbare wijzen. Men zoekt vooral in de Oostzee-provinciën, waar de bevolking bijna uitsluitend Luthersch is, (Finland telt ongeveer 3 millioen inwoners, waarvan slechts 50.000 tot de Grieksche kerk behooren) met kracht en geweld de Grieksche kerk tot de heerschende te maken. Verschillende maatregelen moeten daartoe dienst doen. Op de gymnasia zijn verleden jaar ook de Lvithersche leerlingen gedwongen om het Grieksch orthodoxe gebed en godsdienstonderwijs bij te wonen, terwijl op hoogere en lagere scholen de Duitsche taal vervangen werd door de Russische.

De Grieksche popen (geestelijken als de Roomsche pastoors, evenwel allen gehuwd) hebben sedert 1886 het recht om in de gemeente, waarin zij gevestigd zijn, voor eigen gebruik of ten bate der kerk zooveel grond te onteigenen als zij maar willen. De geldelijke vergoeding voor het te onteigenen goed wordt ook door den pope bepaald, zoodat het gebeurd dat iemand, die willekeurig van zijn goed beroofd werd, slechts de helft van de waarde vergoed krijgt. Wel moet zulk een onteigening plaats hebben met toestemming van den bisschop, doch in den regel vindt deze alles goed wat zijn geestelijken voorstellen. Het gebeurt natuurlijk dat juist zij door onteigening van hun goed beroofd worden, die niet voor den bekeeringsijver van de popen willen bezwijken.

En hoe is bet nu onder dit alles in de fel bestookte Luthersche kerken van de Oostzeeprovinciën gesteld? Iets daaromtrent kunnen wij vernemen Uit een brief van een gemeentelid aan de redactie van een Luthersch Duitsch kerkelijk blad gericht. Deze brief luidt: »De boomen in het woud en in de tuinen hebben hun groen loof behouden, al is het herfst, al klettert de regen op hen neder en al wofden ze door stormwinden heen en weder geschud. Rond den levensboom van onze dierbare kerk loeien andere stormen; men legt de verdervende bijl aan haren stam en ondergraaft hare wortels, en al wordt ook de eene tak na de andere afgehouwen, zij staat er nog en brengt nieuwe, jonge scheuten, nieuw leven, nieuwe krachten voort uit de levensbron, uit de liefde onzes Gods en zijns Woords. Wij zijn in onze getrouwe leeraars rijk gezegend, zij zijn trouwe dienaars Gods en getuigen van zijn dierbaar Evangelie. Ofschoon de door den gouverneur aangestelde en bezoldigde spionnen eiken Zondag in onze kerke.i loeren en luisteren, of zij soms in de prediking geen aanleiding vinden tot het doen eener aanklacht of tot verdachtmaking, spreken onze predikers zonder vrees, onverschrokken tot hunne gemeente, haar waarschuwend voor valsche leer en haar vermanend tot trouw aan hare belijdenis. Onlangs hoorde ik een bijbellezing over Ps. 44; de prediker sprak open en vrij over de verdrukkingen onzer kerk; de gemeente was bewogen, bang, zij sidderden allen; de Almachtige God bescherme hen, Zijn zaak is het. In Lijfland zijn vele predikantsplaatsen vacant, een jamraere zaak. Bidt voor ons, voor onze kerk, wij hebben één belijdenis, één geloof." Uit deze. brief kunnen wij zien dat de Heere den Lutherschen broederen kracht geeft om niet te bezwijken in den afmattenden strijd tegen een schijnbaar overmachtigen vijand. Zij ook ons gebed voor de mannen die pal staan voor hunne belijdenis.

WINCKEL..

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen