Buitenland.

De volgende biïonderheden omtrent Spurgeon vonden wij in een Engelsch blad; zij mogen tot aanvulling dienen van hetgeen wij de vorige week omtrent hem meedeelden.

Spurgeon werd geboren in Kelvedon, EsseOf in jaar 1834 en was dus 58 jaar toen hij stierf. Sommige zijner voorouders schijnen tot de sekte der Kwakers behoord te hebben docli zijn grootvader en zijn vader waren Congregationalistische predikanten. De jeugdige Spurgeon ging school in Cambridge en was naderhand ondermeester ia een seminarium in New market. Ofschoon hij een godsdienstige opvoeding ge noten had, bestormde de twijfel dikwijls zijn ziel, terwijl hij gewoon was te zeggen dat hij zijne bekeering middelijk te danken had aan een Methodistisch predikant. Op den jeugdigen leeftijd van 16 jaren werd hij door onderdompeling gedoopt, waarna hij spoedig bekend werd onder den naam van »Boy Preacher" (jongen prediker) en nam kort daarna het beroep aan naar eene kleine Haptische kerk in Waterbeack, Cambridgeshire. Maar zijn roem was reeds tot Londen doorgedrongen en in 1853, toen hij nauwelijks 19 jaar oud was, beriep men hem naar New Parkstreet Chapel, Southwark, welke kerk toen in kwijnenden toestand verkeerde. Na drie maanden kon het gebouw de menigte diejsamen stroomde om den begaafden jongen man te hooren, niet meer bevatten. Men gebruikte toen Exeter Hall, doch dit bleek ook te klein en hoewel de eerste kerk zeer vergroot was in dien tijd, bleek zij toch onge schikt, waarom men de ruime muziekzaal in Surreygardens huurde en hierheen kwam Zondag na Zondag de menigte uit alle standen en alle deelen van Londen. In een der avondgodsdienstoefeningen verooraakte een loos alarm van brand een verschrikkelijke paniek, zeven personen werden doodgedrongen en velen gewond. Geruimen tijd was Spurgeon door dit voorval geschokt.

Er was sprake van, dat Spurgeon een rondreizend prediker zou worden, maar zijn gemeente besloot een ruim gebouw op een geschikte plaats voor hem te bouwen. Gedurende den bouw begaf hij zich in het huwelijk en reisde daarna het land door. Overal waar hij preekte, was de helft der collecten voor zijn Tabernakel, zoodat, toen het gebouw gereed was, er niet de minste schuld meer op drukte.

Zeer spoedig kwam het uit dat Spurgeon een ijverig leeraar en een menschenvriend was, die ook zijn gemeente wist te bezielen. Van uit het «Pastors College" werden honderden predikers ook naar de koloniën gezonden na door Dr. Rogers te zijn opgeleid Eerst bedroegen de uitgaven voor dit college ƒ 48.000, maar door Spurgeon's arbeid kreeg deze instelling zulk een wasdom dat daarvoor tegenwoordig/120000 'sjaats noodig zijn-Een rijke dame gaf ƒ 240.000 aan de stichting van een weeshuis, waarin Spurgeon aanleiding vond om zijn «Stockwell orphanage" te stichten, waar een groot aantal kinderen een godsdienstige opvoeding ontvingen. Ookifliet de leeraar huizen bouwen voor de armste en deerniswaardigste leden zijner gemeente. Zijn echtgenoote stond aan het hoofd van een groot colportagegenootschap, dat zijn vertakkingen kreeg over het geheele land.

In 1855 begonnen Spurgeon's uitgevers, de heeren Passmore en Alabaster zijn preeken uit te geven. Zij vormen thans 37 deelen; er werden geregeld elke week 30, 000 exemplaren van gedrukt. Van sommige preeken werden er 100, 000 exemplaren verspreid; zijn schat van David werd in duizenden exemplaren ver kocht en vormen 7 groote deelen. Deze arbeid ver richtte Spurgeon in 25 jaren. Van zijn «Praatjes van Jan Ploeger" werden 370, 000 exemplaren verkocht. Van zijn »Jan Ploeger's Almanak, " een stuiver kostende, gingen jaarlijks een 80, 000 exemplaren de we reld in. Nooit is van eenig arbeider in den .Wijngaard des Heeren zooveel ter perse geweest. Zijn preek over Baptismal Regineration werd oorzaak dat hij geen deel meer uitmaakte van de Evangelische Alliantie en was tevens de aanleiding van zijn breken met de Laag-Kerkelijke partij, welke hij beschuldigde dat zij leeringen beleed, die zij zelve niet geloofde.

Bij gelegenheid van zijn zilveren feest werd hem een som van f 72, 000 present gegeven, welk geld hij gebruikte voor armhuizen en andere Christelijke inrichtingen, die van zijn gemeente uitgingen; en toen men hem later een som van / 60 000 aan bood en er uitdrukkelijk bijvoegde, dat dit een gift was voor hem persoonlijk, nam hij slechts een zeer klein deel voor zich zelven; de rest werd voor Christelijke doelemden gebiuikt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen