GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

WAT EEN KIND ZEIDE.

Een heer uit den vreemde, die niet lang geleden ons vaderland bezocht, deelde mee wat hier volgt en dat ook Nederlandsche kinderen goed kan doen, al is 't niet hier gebeurd.

I Een Engelsch edelman, die weduwnaar was, had een dochtertje nog geen tien jaren oud.

Hij hield zeer veel van het kind, maar zijn bezigheden verhinderden hem om veel omgang met haar te hebben. Het kind was daarom meestal onder toezicht van de gouvernante en de huishoudster. Nu was deze laatste een ware Christin. Zij nam het heil van 't moederlooze kind, dat aan hare zorg was toevertrouwd, zeer ter harte, en leerde haar vroegtijdig de waarheden des Bijbels kennen.

Haar vader schepte, wanneer hij in haar gezelschap was, er behagen in om zijn kind somtijds raadsels op te geven. Eens op een avond, toen 'hij binnenkwam om te eten, zeide zij tot haar vader, die geen godvreezend man was: «Vader, weet gij wat witter is dan sneeuw ? " «Neen, " zeide hij, eenigszins verwonderd over de vraag, «dat weet ik niet."

«Nu'', zeide zij, «eene ziel, gewasschen in het bloed van Jezus, is witter dan sneeuw."

De edelman werd ontstemd en vroeg: «Wie heeft u dat verteld? " «De huishoudster", was het antwoord.

De edelman vroeg niet meer, en het gesprek ging over iets anders. Naderhand echter sprak hij er over met de huishoudster — voor wie hij veel achting had — en verzocht haar om met zijn dochtertje niet te veel over zulke dingen te spreken, daar hij vreesde dat het haar te neerslachtig zou maken.

Het geval was geheel vergeten, maar eenigeri tijd daarna, toen de Engelsche kroonprins, de Prins van Wallis, eeR bezoek bij den edelman aflegde en het meisje ook tegenwoordig mocht zijn, raakte de Prins met zijn gewone gemakkelijkheid met haar in gesprek. Nu zeide zij opeens tegen hem: «Mijnheer ! weet^jr wat witter is dan sneeuw? " De prins glimlachte, en zeide : 'sNeen."

»Wel", zeide zij, «eene ziel gewasschen in het bloed van Jezus is witter dan sneeuw."

De prins zeide niets, maar de vader, die dat nu voor de tweede maal uit den mond van zijn dochtertje hoorde, trof het zeer. Hij kwam tot ernstig nadenken, en — om kort te gaan — dat treffend woord bracht hem aan de voeten van Jezus tot reiniging zijner ziel.

Nu denkt gij misschien, dat meisje was wat te vrijmoedig, te vrij in haar spreken met anderen, met die boven haar stonden, maar zij was het niet. Zij had de waarheid geleerd, die nog beter is dan rang of rijkdom of hooge titels, en de woorden vloeiden kinderlijk uit haar mond. De waarheid, die zij geleerd had, was deze: onze ziel moet gereinigd worden, en niets kan dat doen dan het bloed van Christus.

VOOR WËËTGRAOE LEZERS.

Menigeen — dat blijkt ook uit sommige brieven, die we krijgefa — schijnt het niet gemakkelijk te vinden Vï** gedachten goed op het papier te zetten. Nu dat is dan ook een kunst en wel geen kleine.

Iets goed op te schrijven is in zekeren zin nog moeielijker dan het goed te vertellen. Wel heeft men bij het schrijven meer tijd om na te denken, maar aan den anderen kant wordt een fout bij het spreken niet zoo licht opgemerkt en kan men haar nog eens makkelijk verbeteren. Maar wat geschreven staat staat geschreven en daarbij loopen iemands gedachten veelal vlugger dan zijn pen, zelfs al vond men de kunst uit om met stoomkracht te schrijven. Al schrijvende vergeet menigeen reeds wat hij zeggen wil, evenals 't ook kan gebeuren dat men niet weet wat te zeggen.

De oude volken, zooals de Grieken en de Romeinen, verstonden de kunst om iets goed en fraai op schrift te stellen zeer goed. Hun boeken zijn veelal nog onze voorbeelden voor goeden stijl en vooral voor juiste, flinke uitdrukking. Maar zij hadden dan ook een gezegde: «keer vaak uw schrijfstift om." Die volken namelijk schreven veel met ijzeren stiften in was. Zulk een stift had aan de bovenzijde een platten kant om iets wat verkeerd geschreven was weer uit te wrijven.V

Dat is lang geleden, maar het uitwrijven of uitschrappen en overdoen bestaat nog altijd, waaruit blijkt dat er ook na een paar duizend jaar en meer nog altijd menschen zijn, die niet gemakkelijk stellen.

Hoe komt dat?

Veelal en hoofdzakelijk daardoor dat men de gedachten niet geregeld op elkaar laat volgen.

Iemand heeft iets zien gebeuren, hij heeft wat gehoord, hij wil iets weten en zoo meer.

Maar nu staat hem, om zoo te zeggen, alles opeens en tegelijk voor den geest. Hij weet niet wat het eerst en wat het laatst te zeggen en begint maar vast en schrijft voort. Daar valt hem in dat hij wat vergeten heeft; dat moet er dan ook nog gauw bij. Eindelijk weet hij niet meer en hij scheidt er uit.

Ook kan 't gebeuren, dat iemand geen begin kan vinden. Dan zoekt hij gemeenlijk net zoo lang tot hij een gedachte krijgt, die met de zaak waarover hij wil spreken, veelal weinig of niets heeft te maken. Doch hij komt zoodoende op dreef en plakt er al het andere aan vast of liever hij wil het plakken. Maar «het hangt aan elkaar als droog zand."

Dat men cp die manier nooit een goed opstel krijgt is te begrijpen. Als iemand een huis wil bouwen, kan hij toch niet maar eerst ergens een deur neerzetten of een vloer leggen, en dan eensklaps uitroepen: „'t Is waar ook, ik heb de fundeering vergeten."

Neen vrienden, men bouwt op een grondslag, van onderen op. De bouwmeester maakt een bestek, een plan. En als gij de teekeningen ziet en er verstand van hebt, dan bespeurt gij, hoe de bouwheer al lang voomit weet en bepaald heeft, waar elk ding moet komen. Ook weet hij nauwkeurig wat het eerst en wat het laatst moet gebeuren. Hij gaat niet schilderen terwijl men aan 't metselen is, en niet aan 't behangen als er nog gewit moet worden.

Nu met hetgeen iemand schrijft is het evenzoo. Ook dat moet een grondslag hebben: Vooraf moet alles zijn plaats zijn aangewezen; er moet een volgorde zijn. Is men ten slotte klaar, dan kan men, ook net als bij een huis, overzien of er nog iets is vergeten of bijgemaakt moet worden en dat kan dan gebeuren. Hoe men 't nu aan moet leggen, dat bespreken we een volgenden keer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1893

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1893

De Heraut | 2 Pagina's