GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLXIII.

PIERRE CHEVET.

arme wijngaardèiiicr, uit Ville-Pierre Chevet was een ParisVvijf'm'ijlen van Parijs gelegen, geboortig, die in zijn ; f TYiüion van Pririi? ; Erelesen, geüoo _, eehoorteplaats zijn karig stuksken i-'-"'^ '-"^ brood met handenar-beid won, en ^.. alzoo weinig c, beteekenis in , de wereld • 1 .. had. Toch werd hij den vijanden Gods een doorn m het oog, ^Qg„ toen hij 1, : : de , i„ Gereformeerde ri< ivofi^rmppt-rip belijdenis hpliidenis toegedaan toesedaan werd._ Dit hinderde hem echter niet. Hij wies en nam toe in de kennisse van Gods Vv^oord. Het Nieuwe Testament kende hij zelfs op zijn duimpje. En hoe meer hiJ te lijden had, des te vrijmoediger kwam hij voor de waarheid Gods uit. Vaak be^-^af hij zich dan ook uit zijn dorpje naar Parijs, om daar de-reheime samenkomsten der gemeente bij te wonen.

In een der laatste weken voor het kerstfeest van het jaar 1358 kwam er op het dorp een Franciscanermonnik, bij wien onze Chevet werd aangeklaagd ter wille er belijdenis. De monnik, die hem verraden wilde bij zijne de kerkelijke overheid, verzocht hem bij zich te komen onder voorgeven, dat hij met hem over Gods Woord wilde spreken. De goede man weigerde geenszins en na zijn Nieuw Testament onder den arm genomen te hebben, begaf hij zich naar het huis vanden monnik, begeleid door eeii twaalftal zijner vrienden. Eerst trachtte de monnik laatstgenoemden weg te krijgen, maar de martelaar antwoordde, dat, zoo hij eenige gave van God had ontvangen, 'xvx-KeifTKawe^. hij die ook ten nutte van anderen moest aanwenden. De monnik dorst eerst geen woord te zeggen, doch eindelijk vroeg hij, wat zij in zijn huis deden. Chevet zeide echter: sBehaagt het u ons te zeggen, of Jezus Christus de eenige Zaligmaker is, dan of wij nog een ander moeten zoeken? " De monnik v.'ees hen terstond op de heiligen, en op de goede werken der menschen, waardoor men de zaligheid kon verwerven; maar de martelaar opende dadelijk zijn Nieuw Testament en wierp de schoone redeneeringen van den geestelijke omver met een schat van schriftuurplaatsen, die hij zelf voorlas of anderen liet voorlezen. Met name toen er over het misoffer gesproken werd, sloeg hij Hebr. 9 en 10 open en las dit voor. De monnik wist niet wat hij zeggen moest; hij liep weg en begaf zich naar de Ambachtsvrouw van het dorp, en bewerkte bij haar, dat Chevet gevangen genomen werd. Deze liet zich willig medevoeren. Toen hij voor de Ambachtsvrouw in tegenwoordigheid van hare jonkvrouwen gebracht werd, waarbij terstond nog eenige personen van het gerecht kwamen, beleed hij den Christus vrijmoedig, waarom hij des anderen daags naar Parijs werd gezonden. Tien a twaalf dagen daarna verscheen hij voor den rechter, gewapend met zijn Nieuw Testament, om zich te verdedigen, terwijl hij betuigde, dat hij daarbij wilde leven en sterven.

Nadat hij op de punten, in zijn proces vervat, geantwoord had, werd hij naar den officiaal gezonden. Doch Chevet vdlde dezen niet voor zijnen rechter erkennen. Hij appelleerde op eene andere rechtbank. Daarom werd hij naar de gevangenis van het paleis van justitie gebracht, waar hij Barbeville leerde-kennen.

Nauwelijks hadden de rechters Chevet's belijdenis gehoord, of zij vernietigden zijn appèl, en zonden hem naar den officiaal terug, die hem vele vragen deed, waarop hij ten einde toe met standvastigheid .antwoordde. De officiaal verklaarde hem toen een ketter. Een enkel voorbeeld toch uit het verhoor teekent den man. Zijn geestelijke rechter vroeg hem, of hij aan de mis geloofde. Hij vroeg of zij in den Bijbel stond. sNeen" antwoordde de inquisiteur. 3.Welnu, dan geloof ik ook aan haar niet", was het v/ederwoord, s-want niemand mag hiervan iets afdoen, maar ook niet aan toedoen". Om zijne bedoeling te verduidelijken, gebruikte hij eene gelijkenis: Toen mijne ouders uit het leven zouden scheiden, maakten zij mij tot executeur van hun testament. Ik vervulde hun wil en deed er nog veel meer bij. Toen ik hiervan rekenschap aan mijne medeërfgenamen deed, wilde zij niet goedkeuren, wat ik meer deed, dan mijne ouders bevolen hadden. Zoo zal ik ook nooit gelooven wat men aan het Testament van mijnen Vader en Redder toedoen wil. Toen men hem vroeg, waar hij dit alles geleerd had, daar hij toch slechts een eenvoudige wijngaardenier was, antwoordde hij: sDaar staat geschreven: Zij zullen allen van God geleerd worden. Hoe zou ik dan niet weten, wat tot mijne zaligheid dient, daar ik zulk een voortrelTelijken leeraar heb, den Heiligen Geest ? " »Durft gij te zeggen, dat gij den H. Geest hebt, " vroeg hem de officiaal. Hierop zeide hij: »Ik behoor tot de kinderen Gods, en de Geest Gods is mij gegeven tot een onderpand mijner aanneming." De inquisiteur dreigde hem met den brandstapel. Doch de martelaar vreesde niet, zeggende: Ik verwacht geen beter loon; en al wildet gij mij de huid afstroopen, toch wil ik mijn Christus niet verloochenen."

Den 2 en Maart werd Chevet andermaal voor den officiaal gebracht om zijn vonnis te ontvangen. Hem we!; d geboden te knielen. Hij weigerde, omdat hij alleen voor God moest knielen. Men drukte hem op de knieën. Toen berustte hij, zeggende: »Ik zal het doen voor de eere Gods, maar niet om uwent wil." Het vonnis werd hem m het Latijn voorgelezen. Hij verzocht echter dat in het Fransch te doen, daar hij geen Latijn verstond, sik zeg, dat gij een ketter en scheurmaker zijt, " zeide de officiaal. »'t Is niet zoo, " hernam de martelaar, »maar ik dank God, dat ik heden zal ingaan in de triumfeerende kerk, " sTen vure, ten vure met hem, " riep iemand. »Wacht u voor het eeuwige vuur, dat niet uitgebluscht wordt, " antwoordde Chevet.

Den 4en Maart werd hij aan den wereldlijken rechter overgegeven en in de gevangenis van het paleis van justitie gebracht. Voor deze rechtbank handhaafde de miirtelaar zijne belijdenis. Toen werd hij ten brandstapel veroordeeld.

Men bracht den martelaar, die wel is waar klein van persoon, maar krachtig in zijn getuigenis tegenover allen was geweest en dit bleef, naar het plein Maubert. Zelden is een martelaar zoo hard en wreed behandeld als deze man. De wreedste beul van het parlement voerde het vonnis uit. Deze deed heni den bal zóó vast in den mond, dat hij hem daardoor het aangezicht mismaakte en sloeg hem met vuistslagen, omdat hij niet wilde luisteren naar eenen priester, die hem een kruis gaf, om het te kussen. De priester hielp den beul ook door den ongelukkige te schoppen. De beul zeide, dat hij hem zwaarder v/ilde pijnigen dan ooit iemand anders ea dat hij geen wreedheid sparen wilde die in een beul te vinden was. Toen de martelaar aan den paal kwam, gunde hij hem niet zooveel tijd, om van den wagen af te khmmen, maar wierp hem naar beneden in het vuur. Toen trok hij hem weer op en hield hem een tijdlang in de lucht. De martelaar weerstond door de genade des Heeren al deze wreedheden. Toen men hem van zijne kleederen beroofde, riep hij: JO hoe zalig! ja meer dan zalig ben ik." Tegelijk hief hij hand en oog naar boven, waarna hij den laatsten adem uitblies. Het volk echter riep, dat hij de hardnekkigste en vermetelste ketter was geweest, dien men ooit gezien had.

DB GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's