GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Uit de eerste al emeene zen-dingsconterentie der Ang icaansche kerk.

Dat men op weg naar Rome zijn kan en toch allerlei bezwaren tegen de handelingen van sommige vertegenwoordigers der Roomsche kerk vermag te hebben, zien wij, uit hetgeen op het jongste zendingscongres der Anglicaansche kerk door bisschop Lahore werd in het midden gebracht. Deze sprak daarbij uit, dat hij meer dan een kwart eeuw in Indië had verkeerd, en toen de gelegenheid gehad had den zendingsarbeid in Bengalen, Birmah, de Noord-Westelijke provinciën en Pendschab na te gaan. Maar nooit had hij noch onder de heidenen, noch onder de Mohammedanen eene Roomsche zending aangetroffen, waar niet te voren eene zending van eene andere kerk met vrucht gearbeid had. Onder deze omstandigheden was een leven in eene goede verstandhouding onmogelijk.

De Roomsche manieren op het zendingsveld werden nog scherper gecritiseerd door den secretaris van de Church Missionary Society, Eugene Stock. Sprekende over de overb^iselen der oude Portugeesche zendingen in «ost-Afrika, zeide hij: »Ik vrees, dat de weinige onwetende en zedelooze priesters, die zich hier bevinden, een smaad voor de menschheid zijn, om van het Christendom geheel te zwijgen." Het terugkeeren van gedoopte inboorlingen tot het heidendom, schreef hij aan de volgende misslagen toe: ie. Het toedienen van den H. Doop in massa zonder een behoorlijk catechumenaat. 2e. Het zich schikken naar heidensch bijgeloof en heidensohe gebruiken. 3e. Verwaarloozing van de opvoeding der jeugd. 4e. Het voorwenden van wonderen om de zinkende zaak te redden. 5e. Wreede bestraffing van de geringste afwijking der kerkelijke regelen. 6. Heulen met den slavenhandel, geïllustreerd door den marmeren troon, die tot voor korten tijd aan het strand van Loanda te zien was, vanwaar uit de Roomsche bisschop eertijds de schepen, die op menschenroof uitgingen, zegende.

Een ander spreker beschuldigde Engelschen en Franschen, dat zij wel de vernietiging van den slavenhandel in hunne banier geschreven hadden, doch dat leden van die natiën de pogingen van Engelsche, Fransche en Duitsche zendinggenootschappen, om de ongelukkige negers uit hunne vernedering op te heifen, tegenwerken, door het zijdelings bevorderen van de slavernij. In Zanzibar worden tienduizende slaven onder de oogen der Engelsche beambten als contrabande ingevoerd en Peinba draagt den naam van sslavenhol." Franschen geven voor een handvol dollars hun vlag aan elk slavenschip, waardoor Engelsche kruizers tegen de slavenjagers niets kunnen doen. De I Fransche zendingstatons aan het zeedistrict zijn openbare slavenmarkten, waarop negerknapen in massa's door Arabieren gekocht en daarna gedoopt worden.

Al neemt men aan, dat daardoor hun lot later wordt, verbeterd, dan mag men tofli niet voorbijzien, dat het aanbrengen van die negerknapen alleen kan geschieden door roof en bloedvergieten. België en Portugal verkeeren in hetzelfde geval. Inderdaad kan de acte van Brussel slechts als een huichelarij op groote schaal gebrandmerkt worden.

Omtrent Oost-Afrika ); onden gunstiger berichten gegeven worden, aange/ien door het proclameeren van de l'^ngelsche beschermheerschappij de slaver.handel aldaar zoo goed als geëindigd is.

Duilschland. Uit de kerk. Gereformeerde

De jRt-fornii.-te Bund" heeft kennelijk het vertrouwen van alle Gereformeerden inDuiiscliland nog niet gewonnen. De lu'/ormirti A'/'rchenscituiii; klaagt er over in No. 33, »dat vele gemeenten en levende lidmaten, vuor wie »de eenige troost" groot en gewichtig werd, duor zelfgetrokken en valsche gren; ; en niet mede kunnen doen aan den arbeid, die noodzakelijk met vereende krachten moei geschieden. De een, zoo heet het, heeft geen sympathie voor den bond, , omdat hij niet zeker is, dat alle leden van den Gereformeerden bond ook wedergeborene Christenen zijn. Anderen klagen er over, dat er in den bond niet met ernst voor de zuivere lew'r gewaakt wordt.

De Reformirte Kirchenzeitung trachtte die beide bedenkingen te ontzenuwen. Natuurlijk is het gemakkelijk de dwaling aan te wijzen van hen, die meenen, dat eene vereeniging, welke ten doel heeft de wederopwaking der Gereformeerde beginselen te bevorderen, moet bestaan uit menschen van wier bekeering men verzekerd is.

Moeilijker is het echter te bewijzen, dat de bond voor ds zuiverheid der leer waakt. Ons komt het voor, dat de bond dit niet doet althans niet deed, o. a. toen professor Dr. Ebrard met zijne stellingen voor den dag kwam, waardoor Dr. A. Zahn zich genoodzaakt zag om voor zijn lidmaatschap te bedanken. Volgens ons heeft de Gereformeerde kerk van Duitschland bitter weinig nut getrokken uit het werkje van Dr. Zahn ongeveer voor 15 jaren geschreven, waarin gehandeld wordt over de oorzaken van den achteruitgang der Geref. kerk in zijn vaderland.

De redactie van de Reformirte Kirchenzeitung is er echter van overtuigd, dat de Gereformeerde kerker heel wat beter aan toe is dan de Luthersche. Wij moeten hierbij opmerken, dat het ons voorkomt, dat het orgaan wel wat al te wel van gevoelen verandert. Het is slechts weinige jaren geleden, dat in genoemd orgaan gedurig gesproken werd van de puinhoopen, die nog van de Gereformeerde kerk overgebleven waren. Nu schijnt het gruis van Zion's muren reeds zoozeer herbouwd te zijn, dat men durft voorspellen, dat de Luthersche kerk ten onder zal gaan, terwijl dan de Gereformeerde kerk weder een tijd van bloei te gemoet gaat. De redactie laat zich volgenderwijze uit: »de Luthersche kerk is naar haar wezen en haar kracht aan het uitsterven, gelijk wij ten minste de zaak beschouwen. De Ritschlianen, die van de zege gewis zijn, vormen eene richting, die in die kerk op den voorgrond treedt en tot voor korten tijd won deze nog steeds meer aanhangers, maar daarna zal zij, evenals reeds vele richtingen, afgedaan hebben. Dit zal haar weg zijn, omdat zij menschelijke wijsheid stelt boven de volle kracht des Evangelies. Alleen de versterkende Evangelisch-Gereformeerde kerk staat op den bodem van het Evangelie der vrije genade, van het geheele Woord Gods en van het buigen onder de Souvereiniteit Gods; daarom ligt in haar de kracht der overwinning, wanneer niet de beste krachten de groote gemeenschappelijke zaak snood verlaten."

Het komt ons voor, dat de redactie der Reformirte Kirchenzettimg hierbij zeer oppervlakkig oordeelt. De Luthersche kerk is door het rationalisme in de vorige eeuw geteisterd, doch

daarbij niet ondergegaan. In deze eeuw is de reactie tegen het Rationalisme krachtig geweest, helaas zonder te kunnen terugkeeren tot het fundament, dat Luther in zijn bloeitijd legde. Ook verwijt men van Luthersche zijde den Gereformeerden, dat de vader van het Ritschlianismé, Albrecht Ritschl een Unieman was, d. w. z. tot eene kerk behoorde, waarin zoowel Lutherschen als Gereformeerden waren opgenomen. Ook wijst men van Luthersche zijde op de volkskerken in Nederland en Zv/itserland, waarin het ongeloof meer verwoestingen heeft aangericht, dan in eenige Luthersche landskerk.

Het zou, dunkt ons, voor de Gereformeerde kerken in Duitschland heel wat heiUamer zijn, indien zij eens nauwkeurig nagingen hoeveel er in hare kerk gebouwd is naast het fundament, dat door de vaderen gelegd is. Dan zal er een belijdenis van schuld zijn, omdat men zoozeer van het rechte pad is afgeweken, door in den grond der zaak het dierbaarst kleinood der Gereformeerde kerk prijs te geven, en de Reformirte Bund daarin mee te sleepen. Wij spreken hiermede geen oordeel uit over individueele personen of gemeenten op zich zelve beschouwd, maar over de Gereformeerde'kerk, gelijk zij zich in Duitschland openbaart. Het is niet te ontkennen, dat men in Duitschland geen winst gedaan heeft met hetgeen „Dr. Zaha omtrent de oorzaken van den achteruitgang der Gereformeerde kerken heeft aangetoond, en dit onder toestemming en toejuiching van de toenmalige redactie der Refor mirte Kirchenzeitnn.

Frankrijk. Oproeping tot het onderzoek van den Bijbel door een Roomsch blad. In het goed Roomsche blad la Croix kon men dezer dagen de volgende opmerkelijke woorden lezen: »Ik zou gaarne in al onze huizen naast het crucifix een exemplaar van onze vier Evangeliën zien. Het is inderdaad niet genoeg het beeld van den goddelijken gekruisigde ten toon te stellen, men moet er voor zorgen, dat Hij gekend en geliefd wordt. Er is wel eens gezegd, dat Jezus miskend wordt; men moest veelmeer zeggen, dat Hij onbekend is. Aan het opkomend geslacht is Hij onbekend, in 't bijzonder, sedert noodlottige wetten aan onderwijzers en onderwijzeressen verbieden, in de school de kinderen in den Catechismus en in de Heilige Schrift te onderwijzen. Eenmaal hadden de eerste Christenen een diepen eerbied voor de Heilige Schrift. Zij lazen haar dagelijks en voedden zich daarmede evenals met het sacrament der Eucharistie; men droeg dikwijls stukken van den Bijbel bij zich. Zelfs in de vorige eeuw was het in de meeste huisgezinnen gewoonte, dat des Zondags en gedarencle de lange winieravonden de huisvader uit den Bijbel met ontbloot hoofd voorlas. In onze dagen leest nog in Engeland en andere Protestantsche landen de huisvader de zijnen meermalen in de week uit den Bijbel voor. Wellicht is dit het geheim van den uit "wendigen welstand der Protestantsche landen. In Frankrijk kennen de Katholieken het leven en de geschiedenis van Jezus niet. De Christelijke vrouwen v/eten zelfs daarvan alleen datgene wat zij uit hare misboeken geleerd hebben. Dit is te weinig. Wij moeten schaamrood worden, wij Katholieken, dat wij daarin bij onze voorouders en bij de Protestanten achter staan. Waarom zouden wij niet tot de oude Christelijke vereenigingen terugkeeren, terwijl wij de verbreiding van het Evangelie organiseerden ? "

Kennelijk ziet dus de redactie van het Roomsche blad het schadelijke van de onkunde, waarin de Roomschen verzonken liggen, in, en heeft men er een vermoeden van, dat de betere toestand, waarin de Protestantsche landen verkeeren, te danken is aan het lezen van den Bijbel. Van het gezette onderzoek van Gods Woord in Gereformeerde gezinnen heeft men zeker in Roomsche kringen niets vernomen.

Jules Bois, schrijver van het boek «Petites religions de Paris, " gaat zwanger van een plan dat een fin de silcle kan worden genoemd. Hij wi midden in Parijs een tempel voor Isis laten bouwen, die tegelijk een tooneel voor mystische drama's worden moet. Hij noemt zich zelven een voorstander van de vereering van Isis, en hij beweert, dat, wanneer deze vereering maar verbreid wordt, het lijden der menschheid zeer zal verzacht worden. Worden de plannen van Bois verwezenlijkt, dan komt er in Parijs een tooneel, zoo schitterend en rijk, als Richard Wagner' niet had durven droomen. Of het stichten van zulk een gebouw wel iets zal bijdragen om de, ellende der menschen te verminderen, ook wanneer men dat woord ellende alleen in uitwendigen zin neemt, meenen wij te mogen betwijfelen. Een tempel voor Boedha is er al in Frankrijks hoofdstad, er ontbrak nu nog een voor Isis en Osiris. Straks zal liet dvveepen met de afgoden der klassieke wereld in Parijs een modezaak worden, gelijk het geval was met de vereering van Boedha, nadat' de jongste wereldtentoonstelling te Parijs had plaats gehad.

Zwitserland.Het liberalisme in deRoomsche kerk. Hooge verwachtingen der z.g. nieuwe school.

z.g. nieuwe school. Het blijkt, dat het liberalisme onder de Roomschen in Zwitserland zeer de overhand heeft gekregen. Reeds zeventig jaren lang heeft ook Zwitserland zijn Kulturkampf, maar de Roomschen zien geen kans om dien te doen ophouden. Reeds lang verlangen ijverige Roomschen er naar, dat de wet zal worden ingetrokken, waarin verboden wordt, dat de Jezuïeten in Zwitserland zullen vertoeven, en dat er ook geen nieiiwe kloosters mogen worden gebouwd. Men kan echter geen 50, 000 stemmen van de twee millioen Eoomschen saambrengen, die vóór dó terugroeping der Jezuïeten zich warm maken, of die ook maar gaarne zouden zien, dat men naar hartelust kloosters kon doen verrijzen; en toch moet er een verzoekschrift door 50, 000 menschen onderteekend bij den bondsraad inkomen, wanneer men wil verkrijgen, dat over de een of andere zaak het publiek of het volk zijn stem zal uitbrengen. Daaruit blijkt, dat men het in Roomsche kringen van Zwitserland nog niet eens is. Dit werpt ook een eigenaardig licht op de jongste encycliek van den paus, waarin den Protestanten verweten wordt, dat zij zoo ongeloovig geworden zijn en zoo bitter weinig eenheid vertoonen, waarom zij dan ook door het hoofd der Roomsche kerk worden uitgenoodigd om tot de sgeloovige en eenige" Roomsche kerk terug te keeren.

De Ritschlianen en hun orgaan Evaiigile et Liberty waan'an de predikant Chapuis het hoofd is, putte zich uit om te betoogen, dat de moderne theologie ten slotte de overhand __zal behouden. Genoemde redacteur spreekt als zijne hoop uit, dat men weldra zoo ver za zijn vooruitgegaan, dat men de werken der Theologische professoren niet meer naar den maatstaf van longeloovigheid of dwaalleer" zal beoordeelen. Ook leeft hij in de verwachting, dat er eene groote ommekeer en een zedelijke revolutie voor de deur staat, welke alle dwalingen en menschelijke overleveringen wegvegen zal Hierop antwoordde de hoogleeraar Doumergues in no. 31 van de sChristianisme", dat daaruit dan moet volgen, dat uit het verwerpen der moderne wereldbeschouwing, gelijk wij die tot dusver verstaan hebben, de wettigheid van alle historische en leerstellige beschouwingen der hoogleeraren volgen moet. De kerk mag hen niet aanklagen wegens ongeloof en ook niet wegens ketterij." Arius zal dan even goed als Athanasius in de kerk voor rechtzinnig gehouden worden. Pelagius zal voor een niet minder correct uidegger van Paulus moeten doorgaan dan Augustinus. De eene hoogleeraar zal de echtheid van het Evangelie van Johannes verdedigen, de andere verwerpen; de een zal volhouden, dat wonderen mogelijk zijn, en de ander dit bestrijden; en allen zullen evenzeer zuilen der kerk zijn. Inderdaad, om hiertoe te geraken, zal er eene ommekeer op groote schaal moeten plaats hebben."

In het kanton Thurgau is een zonderling stuk door het hoogste kerkbestuur, in de wereld gezonden. Het stuk is gesteld met het doel om uit te noodigen tot het houden van een bededag, en daarin vindt men de volgende zinsnede: > In den loop van dit jaar komt er nog een dag waarin de Vaderlandsche zin van ons volk op de proef zal gesteld worden, een dag, welke zeer groote gevolgen hebben zal, gelijk ooit een beslissende dag in de geschiedenis van ons Vaderland. Wij hopen het". Nu zou men kunnen verwachten, dat op dien beslissenden dag moest gestemd worden over een diep ingrijpende zaak den staat of de kerk betreffende. Doch niet alzoo. De • zaak in geding is eene belasting-quaestie. Er moeten nieuwe lasten op het volk gelegd worden. Vele bezadigde burgers houden het er voor, dat de belastingdruk in Zwitserland reeds te zwaar is in verhouding tot de draagkracht'dev bevolking, en daarom brengt het belastingvraagstuk heel wat harten en hoofden in beweging. Nu had men van een kerkbestuur wel kunnen verwachten, dat het een woord van vrede zou laten hooren, daarbij waarschuwende tegen partijzonden, doch het gaat niet aan, dat het gelijk de Kirchenfreund het uitdrukt »zelf een spies in den strijd draagt en zich tot voor het agi teeren voor eene partij misbruiken laat."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 september 1894

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 september 1894

De Heraut | 2 Pagina's