GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

cxcv.

DE KERK VAN CHASTEGNERAYE IN 1595.

Op korten afstand, van Chastegneraye, eene stad in Poitou gelegen, lag in 1595 het landgoed La Brossardière, het eigendom van den machtigen Charles de la Forêt, heer van Vandoré enz. Hier kwam de Gereformeerde kerk van Chastegneraye gedurende 28 jaren rustig samen.

De edicten der koningen en het gezag van den heer van Vandoré beschermden hen tegen elkeen, die er aan dacht hen te ontrusten.

Dit alles werd den i3en Augustus 1595 geheel anders. De gemeente was genoemden datum ter kerk. De leeraar was aan het einde zijner prediking gekomen, toen een troepje ge wapenden door eenigen, die buiten de plaats der samenkomst waren, opgemerkt werd. Langs een verborgen weg waren dezen blijkbaar gekomen, v^ant men had ze niet gezien, eer zij dichtbij waren. Zij kwamen uit het garnizoen van Rochefort, 18 mijlen van La Brossardière verwijderd, en werden aangevoerd door de kapiteins des Mouriers, Courtin en Mernier. De bende was niet meer dan 45 man sterk, een 14 4 15 tal geharnasteri onder begrepen. Za­ terdags te voren had zij Rochefort verlaten en te Challonière, op 4 mijlen afstands van Brossardière, vernacht. Des anderen daags, zeer vroeg in den morgen, was zij aan het doel van haren tocht gekomen.

La Brossardière lag op een kleinen heuvel te midden van kreupelhout. Behalve de schuur, waarin gepreekt werd, was er geen gebouw van eenige beteekenis gelegen.

De soldaten waren reeds niet meer dan 20 passen van de schuur verwijderd, toen iemand daaruit te voorschijn kwam met een geweer, dat hij over de schutting, die de plaats der samenkomst omgaf, afvuurde op de rustverstoorders. Dezen diensden een oogenblik terug. Zij vreesden, dat de vergadering gewapend was. Spoedig bemerkten zij echter, dat dit niet het geval was. Toch had dit oponthoud onder de leiding des Heeren, velen tijd gegeven om te ontvluchten.

Toen nu de soldaten zagen, dat hun geen weerstand wachtte, ging een deel hunner de schuur binnen, terwijl een ander deel te paard hen vervolgde, die zich trachtten te redden.

Slechts een 4 a 5 tal traden in de schuur, waar een bloedbad werd aangericht, dat ons nog de haren te berge doet rijzen. Alle mannen, vrouwen en kinderen, die er zich bevonden, van welken leeftijd of stand zij ook waren, werden meedoogenloos vermoord, geplunderd of gewond. Opmerkelijk is het, dat men niemand der vermoorden hoorde klagen, schreeuwen of om genade bidden. Zij bogen het hoofd en wachtten geduldig en standvastig den doodelijken slag af.

Intusschen werden degenen, die hun heil in de vlucht gezocht hadden, ook niet met rust gelaten., Op verscheidene plaatsen van het kreupelhout en op den weg wer­ den verscheidenen hunner opgemerkt en doorboord met zwaard of pistoolschot. Sommigen waren echter nog niet dood. Maar o wee, indien zij klaagden over hunne wonden, want dan werden zij verder afgemaakt. Het best kwamen zij er van af, die zich verwden met hun eigen bloed en als dood bleven liggen.

Ontvettend was dat moordtooneel. Daar hadt ge een jongen-van 4 jaren, Salomon Gray. Hij lag in de armen van zijne grootmoeder. Marie Ayri, toen een dolk hem trof. Met een lachend gelaat riep hij nog: »Moeder, ik ben beter." Toen stierf hij, Jean Guichet, een lakenkoopman, te La Cantière woonachtig, 73 jaren oud, kreeg verscheidene dolksteken. Aldus zwaar gewond verliet hij de schuur. Doch reeds 20 a 30 schreden daar vandaan viel hij ter aarde. Zijne kinderen vonden hem daar 3 uren na het vertrek der moordenaars. Kort daarop beval hij zijne ziel Gode aan en blies den laatsten adem uit. De timmerman, Jean Anthoine Jaubreteau, 75 jaren oud, werd aan het hoofd gewond. Hij verliet de schuur, de moordenaars volgden hem naar btiiten en doodden hem met dolksteken.

Ongeveer drie kwartier duurde dit moordtooneel, zonder dat iemand uit de naastbijgelegen, plaatsen ter redding kwam opdagen.

Maar God, die in zijn vriendelijk Welbehagen een goed deel der zijnen wilde sparen voor zulk een helsche woede, zond een wolkbreuk, die een half uur aanhield en de moordenaars dwong zich te verschuilen. Nog meer, zij werden met blindheid geslagen, toen zij verscheidene menschen, die zij rakelings voorbijreden en ternauwernood voor hen verborgen waren, niet zagen.

Na den regen trokken , de soldaten weer het kreupelhout door en zochten overal, of zij nog iemand konden vinden. Toen dit niet het geval was, begaven zij zich naar hun garnizoen.

Overal waar zij voorbijkwamen, beroemden zij zich op den moord als op een daad van moed, die lof verdiende. Zoo zij echter hebben gemeend, door de^e wreedheid de Hugenooten te hebben verz^vakt, dan hebben zij zich vergist, ^Vant veeleer wies de moed van dezen in het gevaar. Vooral pochten de moordenaars er op, dat zij den leeraar hadden gedood, wat het hoofddoel van hunnen tocht w.is geweest. Toch was dat niet gebeurd. Zoodra toch de leeraar ste wapen" had hooren roepen, was hij des kansel afgekloramen en naar buiten gesneld. Lenigen tijd hield hij zich schuil in het kreupelhout, niet meer dan 200 passan van de schuur, zonder dat zijne vijanden hem zagen, ofschoon hij ze wel zag.

Eindelijk werd hij echter smartelijk in zijn hart getroffen door de kreten van vaders en moeders over hunne kinderen, die gedood waren, van de kinderen over hunne ouders, die vermoord waren en van de vrouwen over hunne mannen, die hun ontroofd waren. Hij besloot terug te keeren tot zijne gemeente en haar te troosten. Dit deed hij, zonder dat de vijanden hem daarin stoorde, daar zij reeds weggegaan waren.

Toen zijne bende van dezen moord terugkwam, had de gouverneur van Rochefort la Houssaye in haar niet anders te gissen, dan dat ze de schimr niet had in brand gestoken en nog iemand in het leven gelaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1895

De Heraut | 4 Pagina's