GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland.

Uitde General Assembly" der Vrije Schotse he kerk. Ofschoon nog geen oflïciecd verslag van de handelingen van de sAIgemeene vergadering" van de vrije kerk van Schotland ter onzer beschilcking staat, zoo kunnen we toch het een en ander daaromtrent mededeelen

Een voornaam punt op het agendum was de vereeniging van de Vrije Schotsche kerk met de Presbyteriaansche kerk. Reeds jaren geleden was dit punt besproken, doch men kwam tot geen resultaat. Nu heeft men een resolutie aangenomen, waarbij werd uitgesproken, dat, hoewel moest erkend worden dat stappen, om tot ineensmelting van beide kerken te geraken, op dit oogenblik ontijdig zouden zijn, het toch van groot-belang was, om de banden, die beide kerken vereenigen, nauwer toe te halen, terwijl werd aanbevolen, oir; voort-

aan tot meer samenwerking voor verschillende doeleinden te geraken. Deze resolutie werd met groote meerderhe d van stemmen aangenomen, terwijl een comité werd - benoemd, om met de geünieerde Presbyterianen over dit onderwerp te handelen.

Het zal evenwel nog wel wat duren, vóórdal de gewenschte vereeniging tot stand zal gekomen zijn. Vele mannen van de vrije kerken willen wachten, dat de Schotsche staatskerk haar privilegie zal verloren hebben en daardoor ook eene vrije kerk geworden zal zijn, om dan de drie Eresbyteriaansche gemeenschappen in eene groote vrije kerk te vereenigen.

Dat het niet gemakkelijk gaat om kerken, die een tijd lang een gedeeld leven hebben geleid saam te brengen, is ook in Schotland gebleken. Wat heeft het niet ingehad, om de vereeniging tot stand te brengen tusschen de Evangelische Unie en de Schotsche Ccngregationalistische Unie, beide kleine groepen van kerken.

Heel gemakkelijk zal het niet gaan, om de privilegiën van de Schotsche staatskerk te doen wegvallen. De voorstanders van deze kerk doen al het mogelijke om de positie, die zij eenmaal neemt, te verdedigen.

In de Algemeene vergadering van de Vrije Schotsche kerk werd ook het jongste werk van den hoogleeraar Drummond over de afstamming van den mensch ter sprake gebracht. Sommige kerkeraden waren van oordeel, dat dit werk niet in overeenstemming is met hetgeen de Bijbel leert omtrent den oorsprong van den^mensch. Op voorstel van Dr. 'Raing vérklaSrde"" de vergadering, dat zij geen gronden vnden kon, om een rechtelijk onderzoek te verordenen naar hetgeen het bewuste boek leert. Als een pleister op de wond werd daarbij verklaard, dat de vergadering sympathie gevoelde voor de bezorgdheid, die door vele leden der kerk gekoesterd werd omtrent de portee van prof. Drummond's beschouwingen ten opzichte van gewichtige stukken van de leer der Schrift, welke de kerk beslist handhaafde.

Dit is het dragen van water en vuur in één hand. Prof. Drummond kan dus gerust zijne Darwinische theoricn verkondigen en de kerk blijft volhouden, daj de leer der Schrift omtrent de schepping der wereld eeuwige waarheid is. Inmiddels worden de aanstaande leeraren der kerk opgeleid door een hoogleeraar, die in een belangrijk stuk openlijk het tegenovergestelde leert van hetgeen de Schrift daaromtrent zegt.

Wij houden het er voor, dat de Vrije Schotsche kerk èn door zijne »declaratory act, " van de Generale Synode van Ï892, waardoor de belijdenis der kerk werd verwaterd, èn nu weder door het aannemen van bovenstaande resolutie, hare positie tegenover de Schotsche staatskerk zeer heeft verzwakt. Althans rechtzinnige voorstanders der staatskerk hebben eene menigte stokken in handen gekregen om de vrije kerk te slaan. Men kan nu vragen: »gij zijt vrij van het staatsjuk, maar hoe hebt ge uwe vrijheid gebruikt? "; om de menigte te doen gelooven, dat het al of niet vrij zijn, niets tot den bloei eener kerk doet.

Duitschland.

Eene vergadering van voorstanders der landskerk.

In het laatst der vorige maand werd in Berlijn eene groote vergadering gehouden van mannen die ongerust zijn over den gang der dingen op kerkelijk gebied, in 't bijzonder met betrekking tot de theologische faculteiten. Door een 60 a 70 mannen werd deze vergadering voorbereid, mannen, die door ouderdom, ervaring en achtbaarheid vertrouwen bezitten en wier namen in Duitschland een goeden klank hebben.

Van de handelingen dezer vergadering zullen wij maar weinig mededeelen; alleen wenschen wij óp te merken, dat zij saamgeroepen werd, om te protesteeren en te handelen tegen den nieuwen vorm, waarin het rationalisme zich in Duitschland voordoet.

Of deze vergad.ering aan haar doel heeft beantwoord, al was zij ook door velen bezocht en al werd zij ook ^imposant" genoemd, betwijfelen wij zeer. Het ontbrak er aan klaarheid. Had men het aan de vergadering gevraagd: wat is dan eigenlijk het jpositieve Christendom" waarvan gij den mond telkens zoo vol hebt, wat is dan eigenlijk «positieve theologie" waarover gij telkens spreekt ? Een duidelijk antwoord op deze vragen zoekt men in de verslagen der vergadering te vergeefs. Volgens een Dultsch blad had men eenige grondstellingen omtrent den Christus, de Schrift, de Openbaring en de wonderen moeten vaststellen, om aan te duiden, binnen welke grenzen er in de Evangelische kerk leervrijheid zijn kan, en buiten welke de valsche theologie staat. Of liever, men zou verlangd hebben, dat de vergadering eens even zou uitgemaakt hebben, wat s geest en hoofdzaak" de Augsburgsche confessie was, om dan diegenen, welke de hoofdzaak verwierpen, bij de moderne theologen te kunnen indeelen. Maar de vergadering kwam hiertoe niet. Geen lid wist licht te ontsteken, om de grenzen te zien waarbinnen de theologie zich moet bewegen, om de kerk te kunnen dienen. De vergadering meest klaarheid geven, en heeft de verwarring, naar het ons voorkomt, nog vermeerderd. Ach, waarom stelt men zich bij dergelijke vergaderingen niet eenvoudig op het standpunt van de be-• lijdenis der kerk. Het is alsof niet een der leiders, noch een van de leden der vergadering, op de gedachte gekomen is, dat de kerk ook nog eene belijdenis heeft, zoodat als men saam komt om te trachten haar op te bouwen, men zich op het fondament, waarop de kerk gegrondvest is, moet plaatsen. Maar daar hebben de professoren in de theologie veel op tegen. Deze willen over het algemeen svrij" zijn in den zin, dat zij desnoods geheel het tegenovergestelde mogen leeren wat de kerk belijdt, en dan desniettegenstaande toch nog de mannen blijven opleiden, die de kerk dienen moeten.

Al heerschte dus op deze vergadering een Egyptische duisternis omtrent dingen die bij ons Nederlanders zoo helder zijn als de dag, waardoor zij natuurlijk, met machteloosheid en onvruchtbaarheid geslagen was, toch hebben de Ritschlianen zich over haar zeer bang gemaakt. Men bericht althans, dat de Berlijnsche theologische faculteit een bezwaarschrift over hetgeen in de vergadering over de theologische faculteit gehandeld werd, bij den minister van eeredienst heeft ingediend, en de bescherming van dien raadsman der kroon heeft ingeroepen. Het spreekt vanzelf, dat dit besluit niet eenstemmig kon genomen zijn, daar. ook prof. Dr. Schlatter aan de vergadering deelnam en toch ook deel uitmaakt van de theologische faculteit te Berlijn.

Opmerkelijk is het, dat mannen als Harnack nu op eenmaal bij de wereldlijken om steun gaan Eoeken, terwijl zij te voren hunne kerkelijke tegenstanders verweten, dat zij door middelvan de politiek hunne doeleinden zochten te bereiken.

— Achteruitzetting der Gereformeerden in de Unie

Waarom eene vrije thisologische faculteit? De. Re/ormirte Kirchenzeiiung blijft nog teeds klagen over achteruitzetting der Gereforeerden in de Unie. Zoo lezen wij in dit blad; Met bewondering zal menig lezer kennis geomen hebben van de uiting van den preikant Maatz op de Kreissynode van Berlijn I: men zou gaarne een Gereformeerd predikant voor de parochiale gemeente) kiezen, als men aar zeker wist, dat hij geenj^strijd in het erkcollegium brengen zou." Zoover is het nu eeds gekomen, dat de L.utherschen de Gereormeerden in eene Gereformeerde gemeente et zwijgen willen opleggen! Jammer genoeg staat dit geval niet op zichzelf. In eene Gereformeerde gemeente te Bremen — wij zullen wanneer het geëischt wordt namen^^noemen — stond jaren geleden een predikant beroepen te worden. Men had het oog laten^vallen op een predikant, die inderdaad zeer berekend was voor zijne taak, maar die er geen geheim van maakte, dat hij beslist op Luthersch standpunt stond. Men was zoo ruim van hart, om hem toch te verkiezen. Voor eenigen tijd was er weder een predikant te verkiezen. Ditmaal wil een Gereformeerde »kreis" een zeer bekwaam predikant uit Rhijnland kiezen, die als een beslist aanhanger van den Heidelbergschen Catechismus bekend staat. Nu verklaart de Luthersche predikant, dat de gemeente nu feitelijk een geünieerde gemeente is; de verkiezing van een beslist Gereformeerde zou tweedracht verwekken. De Ref. Kzth. merkt op, dat het meten is met tweeërlei maat. Het, blad haalt nog een ander voorbeeld aan, om het beweerde te bevestigen. Wij houden het er sinds jaren voor, dat de Gereformeerde kerk in het kader van de geünieerde Luthersche en Gereformeerde kerk, haar bestaan ja kan rekken, maar niet tot bloei vermag te geraken. Wanneer zullen onze Gereformeerde broeders in Duitschland ernstig den strijd aanbinden voor de vrije kerk ?

Ook blijkt het uit een stuk van den predikant Von Bodelschwing, dat deze leeraar wel heeft gestreden voor eene vrije theologische faculteit, maar met het doel, om in die vrije faculteit mannen te_ vormen, die in staat zijn, om de Staats-universiteiten te dienen, ten einde daar den vaan der Christelijke belijdenis omhoog te houden.

De hoogleeraar Von Orelli te Bazel en graaf Zedlitz hebben hunne instemming met de plannen van Von Bodelschwing betuigd, 'die zoo onbarmhartig door den president van'den Oberkirchenrath, Dr. Barkhausen, zijn gelaakt. Maar het blijkt nu, dat niet de gedachte: slaat ons het hooger onderwijs vrij maken", bij Von Bodelschwing op den voorgrond heeft gestaan. Nu laat hij de leuze hooren: sNiet tegen de Staatsuniversiteiten, maar voor deze instellingen willen wij strijden en arbeiden! Het stichten van plantplaats en (pflanzstatte) opvoedingsplaats voor toekomstige leeraars der Universiteit, is de eigenlijke drijvende gedachte geweest."

_ Ook deelt Von Bodelschwing mede, dat hij zich bezwaard gevoelt, wanneer het verwijt gedaan wordt, dat de kerk aan den Staat de rechte menschen niet levert. Wel zijn er in de kerk de rechte personen te vinden, maar de besten blijven op den achtergrond, zoodat de minister zeggen kan, dat hij wel positieve professoren zou willen benoemen sals zij er maar waren".

Wij zien hieruit, dat de beweging, door den predikant Von Bodelschwing; in het leven geroepen in een verkeerd spoor loopt. Waarlijk de' president van den opperkerkeraad had zoo niet op Von Bodelschwing behoeven te toornen.

-Twee vonnissen.

Schier ongeloofelijk komt ons een courantenbericht voor, volgens hetwelk een jong predikant uit_^de Consistorialbezirk Stade, wegens een ondoordachte uiting over de houding der tegenwoordig regeerende vorsten tot het recht, door het Consistorium uit zijn ambt is ontzet, zonder pensioen ot wachtgeld, nadat hij eerst door den rechter tot eenige maanden vestingstraf veroordeeld was.

Het is te hopen, dat dit vonnis door een »hooger" kerkbestuur en door een hoogere rechtbank vernietigd wordt. Terecht vraagt men in een Duitsch blad, welke straf men dan geven moet aan die predikanten, die zich niet een onvoorzichtig woord laten ontvallen, maar die stelselmatig week aan week de belijdenis der kerk op zijde zetten en de majesteit van den Koning der kerk beleedigen. Van een andere zijde wordt ons geschreven, dat de zaak in de Hannoversche landskerk heel wat opzien baart, en dat men niet verstaat, hoe men in dit geval tot de toepassing van de hoogste straf is overgegaan, waardoor seen predikanten-familie, wier naam in Hannover de beste klank heeft, in ellende gedompeld wordt.

Nog erger komt ons voor, dat in Mecklenburg eene vrouw, die bij de begrafenis van haar kind een gezangvers opgezegd had, tot eene geldboete veroordeeld werd.

Zij had gezondigd tegen de wet, die verbiedt, dat bij het begraven toespraken-worden gehouden door personen, die niet het radikaal van predikant hebben! De vrouw had een predikant uitgenoodigd, om de begrafenis van haar kind bij te wonen; deze had aan haar verzoek niet voldaan en nu meende zij niet beter te kunnen doen, dan een toepasselijk gezangvers bij de geopende groeve uit te spreken !

WINCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1895

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1895

De Heraut | 2 Pagina's