GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Wat heeft volk en kerk aan den oorlog in Zuid-Afrika te danken ?

Den i8den December van het voorgaande jaar werd te Leipzig eene vergadering gehouden ten gunste van de Boeren in Zuid-Afrika. Twee duizend plaatskaarten waren in twee uren uitverkocht; men moest, om degenen die geen billet konden krijgen, tevreden te stellen, in een andere zaal van het Krystalpaleis een tweede vergadering organiseeren. Dezelfde sprekers spraken op beide vergaderingen, maar de tweede vergadering begon een half uur later, zoodat de sprekers van de eerste vergadering zich ook op de tweede konden laten hooren. Alle standen der maatschappij waren vertegenwoordigd, van den hoogleeraar tot den handwerksman; alleen fabrieksarbeiders zag men niet.

De vergadering begon met het zingen van een oud Nederlandsch lied in het Duitsch vertaald. 1)

Velen stonden de tranen in de oogen. Het is er ons niet om te doen om een verslag te geven van de Leipziger vergadering. Wel mogen wij er op wijzen, dat daarop de naam Gods herhaaldelijk genoemd werd, hetgeen in politieke vergaderingen in Duitschland haast niet meer geschiedt. Een der sprekers die in de politieke wereld eene voorname plaats inneemt, keurde de houding van den Duitschen Keizer, die Krüger niet wilde ontvangen, gestreng af, en eindigde met de woorden: Daar kan alleen God van den hemel helpen; op Hem staat de hoop." Ook werd een gedicht voorgedragen, waarin de vernedering van Napoleon in Moskou werd bezongen, welk vers eindigde met een gebed, nadat was uitgesproken dat de sterke God die Napoleon ten val bracht, ook de machtige vijanden van de Boeren in het stof leggen kan.

En dit alles had plaats in eene vergadering, waarvan de meeste leden zelden meer ter kerke komen. Maar de Boeren met hun belijdenis en met hunne leidslieden, die zich de belijdenis van den Christus niet schamen, hebben dit aan het Duitsche volk gedaan; zij hebben het weder openlijken eerbied voor God afgedwongen, zoodat men den naam Gods weder in de salons gaat noemen. In eene politieke vergadering moest men van de tribune der sprekers de geheele vergadering uitnoodigen om voor het ongelukkige volk te bidden, en niemand heeft daarbij geglimlacht; men heeft met diepen ernst zulke woorden ontvangen. Ook in het adres, dat door de 5000 leden der beide vergaderingen aan President Krüger gericht werd, wordt met nadruk gezegd, dat men hem en zijn volk Gode aanbeval, terwijl het woord van Darius aan Daniel werd wedergegeven: „De God, Dien gij zonder ophouden dient, helpe u."

Aldus laat de Allgem. Ev. Luth. Kirchenzeitung zich uit, en eindigt dan met de woorden :

„Men mag tegenover de Boerenquaestie staan gelijk men wil, maar men moet toegeven dat zij in het Duitsche volk de edelste gevoelens wakker geroepen heeft, en het tot een prophetenstem geworden is, dat de oude God nog leeft, en dat het lezen in den Bijbel en het bidden geen schande is. Wat evenwel geloovige Christenen aan dezen oorlog te'danken hebben, door vermeerderden omgang met God en het vele aanroepen van den naam Gods voor de Boeren en door dankzegging voor behaalde overwinnningen, door het buigen onder Gods machtige hand en door het versterken van het geloof, dat God dan toch de gebeden verhoort, dat behoett niet nader aangevoerd te worden. Wanneer men met iemand veel geleden en veel voor hem gebeden heeft, dan worden er banden gelegd, die niet spoedig verbroken worden. Daarom gaan wij het nieuwe jaar in met dankbare herinnering van hetgeen de Boeren ons Christendom en ons volk gegeven hebben, en door te zien op Hem. die de geschiedenis der volken in zijn weegschaal weegt en de hoogen vernederen en de nederigen verhoogen kan.“

Deze ervaring werd niet alleen in Duitsche Christelijke kringen opgedaan.

N. Amerika. De houding der Holla ndsche Gereformeerden bij de presidentsverkiezing.

Wij kunnen het nog maar altijd niet verkroppen, dat onze Gereformeerde broeders in Noord-Amerika, die van den Nederlandschen stam zijn, bij de jongste presidentsverkiezing zich zoo geheel anders hebben gehouden dan wij hadden gehoopt! Wij hadden verwacht dat zij als één man zouden geijverd hebben tegen Mc Kinley en voor Bryan, omdat, wanneer Bryan verkozen ware, er eenige hoop geweest was dat de Vereenigde Staten geïntervenieerd hadden ten bate van onze verdrukte broeders in Zuid-Afrika. Het heeft niet zoo mogen zijn. Feitelijk hebben onze broeders in Amerika Engeland zedelijk gesteund, door niet als één man te ijveren voor de verkiezing van Bryan.

Nu Mc Kinley opnieuw president geworden is, spreken de Hope en de Wachter, beide organen der Nederlandsche Gereformeerden in de Vereenigde Staten, den wensch uit dat president Mc Kinley in de vreeze Gods het volk mag regeeren. De hoogleeraar Dosker wenscht er in de Hope bij, dat Mc Kinley wijsheid en beleid ontvange bij 't optreden in groote wereldaangelegenheden, terwijl Ds. Keizer in de Wachter zegt, dat hij wenscht, dat de regeering niet zal mededoen aan de roofpolitiek der andere mogendheden.

1) Heere, zie den nood, vijanden zonder tal bedreigen de gemeente met hoon en dood. Onze ketens zijn zoo hard als staal, alleen Gij kunt ons uit zulk een ellende redden. Heere, aan Uw naam getrouw, zien wij zonder vrees den dood onder de oogen, die elk uur ons dreigt. O! Heere, mijn God, sta uw volk in dezen nood bij. Poort en slot kunnen ons nooit beschermen, de grimmige schare bedreigt ons altijd. Het vreemde gebroed lacht om onze tranen, lekt als hyena's naar ons bloed. Heere, in zulk een zw, iar lijden kan alleen uwe macht ons|tot troost en hulp zijn! Heere, maak ons vrij I Treed gij als redder op, en sta Gij ons bij.

Maar béide bladen zeggen tot verontschuldiging van hunne houding ten tijde van den verkiezingsstrijd, dat zij niet aan politiek doen. Dit riekt wat naar het ethische. Er zijn ook hier te lande ethische predikanten, die zich

te vroom achten om aan politiek te doen en dit rechtvaardigen met de bewering, dat de Heere Jezus zich daarmede ook niet inliet.

Maar dit niet doen aan politiek heeft eenvoudig ten gevolge, dat men de staatsmacht de zwakken laat verdrukken, en toestaat dat zij op groote schaal roof pleegt, zonder ook maareen woordje van protest daartegen te laten hooren.

De Vereenigde Staten volgen onder de leiding van Mc Kinley een roofpolitiek, door de Filippijnen, na de Spanjaarden daaruit te hebben verdreven, te beschouwen en te behandelen als een wingewest, in plaats aan die eilanden hun vrijheid te geven. Die politiek wordt zelfs sedert eenige jaren voortgezet, al is het dat de inwoners van Cuba enz. zich daartegen met het zwaard in de vuist verzetten en zich blijven verzetten. Moesten nu de Gereformeerde organen niet een politiek bestrijden, waardoor de Vereenigde Staten eerst optraden als bevrijders van het Spaansche juk, om zich daarna als nieuwe verdrukkers te doen kennen ? Of zijn zij daarvoor te heilig?

De hoogleeraar Dosker schreef na de verkiezingen in de Hope: Herhaaldelijk hebben wij gewaarschuwd tegen het insleepen van de Boerenquaestie in onze politieke verwikkelingen. Wij hebben gezegd dat de zaak te heilig was om dus verlaagd te worden. Hier geldt het toch den geest der Republiek en van hare liefde voor Zuster-Republieken, niet de zaak voor partijbelang. In de verkiezing heefl ons HollandschAmerikaansche volk dan ook geen on zeker geluid gegeven aangaande deze zaak. In de uitoefening der rechten van ons burgerschap zijn wij onder God souverein en aan Hem alleen verantwoording schuldig.

Wij verbauen ons over deze woorden. De zaak van de Boeren te heilig, om gewikkeld te worden in een staatkundigen strijd! Hoe kan scen man als Prof. Dosker zoo iets beweren.

Is het dan heüig, als men de Boeren-republieken in Zuid-Afrika maar laat verwoestenen uitmoorden? Het was dan ook zeker zeer onheilig in de oogen van den hoogleeraar Dosker, dat de Vader des Vaderlands in Nederland meer dan drie eeuwen geleden het opnam voor de belijders des Heeren in deze landen, die door den Spaanschen koning geacht werden als schapen ter slachting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's