Gemengd nieuws.

In de Wachter lezen wij :

ONDERWIJZING DER WAARHEID.

Dr. E. B. Andrews, die voor eenige Jaren Brown University verliet om superintendent te worden van de Publieke Scholen te Chicago, heeft én bij ? ijn verlaten van deze universiteit, én tijdens dat hij in Chicaho was, veel van zich doen hooren. ïlians is hij kanselier van de Universiteit van Nebraska. Onlangs hield hij eene redevoering voor de Universiteit van Chicago, waarin hij trachtte duidelijk te maken, dat er omstandigheden zijn waarin men niet waar behoeft te zijn. Een ïeugeti om bestwil wordt door hem verdedigd. Verschei dene gevallen worden door hem bijgebracht, waar in, naar de beschouwingen van zijne zedeleer, zeker bedrog te rechtvaardigen is. Ligt bijv. iemand aan den oever des doods, zoodat het einde spoedig daar is, dan moeten volgens Andrews de nabestaanden dit zorgvuldig voor den kranke verbergen.

\\'ie een weinig begrip heeft van den eisch van God: ))Gij zult geen valsch getuigenis spreken, " merkt terstond, dat we hier met een beginsel te doen hebben, dat in zijne toepassing ontzaglijk verder gaat dan men aanvankelijk zou denken. De maatstaf van het geoorloofde wordt hierdoor los gemaakt van de eeuwige beginselen van Gods Woord en overgebracht naar de willekeurige beschouwingen van den mensch. Wat door den een geoorloofd wordt geacht, wordt door den ander als ongeoorloofd verworpen. In zeker geval zal »de leugen om bestwil' door den een verdedigd, door den ander veroordeeld worden. De vraag is niet meer, wat is waar of recht, maar wat is het mogelijk nut, dat kan voortkomen uit wat iemand spreekt of doet.

Dr. Andrews gaat nog verder in zijne onjuiste regelen der zedeleer. Hij valt ook den grondslag van den Christelijken j^odsdienst aan. Hij laat zich aldus uit: «Sommige menschen zeggen, dat God een slechte boekhouder is, en dat Hij zelfs in staat is om wat op iemands naam is geboekt, over te brengen op den naam van iemand anders. Indien dit niet onzedelijk is, weet ik niet, wat het is." Wij behoeven niet lang in het onzekere te verkeeren aangaande de bedoeling en strekking dezer opmerking. Hier wordt blijkbaar met zekere minachting gezinspeeld op «sommige menschen, ' die gelooven, dat God genadiglijk, wat op Christus' naam staat, anderen, die zedelijk en geestelijk bankroet zijn gegaan, toerekent. Overal leert ons de H. Schrift, dat verzoening alleen mogelijk werd door voldoening; dat er een plaatsbekleeder, een borg voor zondaren bij God moet optreden; dat wij alleen voor God rechtvaardig zijn door de toegerekende gerechtigheid van Christus.

Door te spreken, zooals Dr. Andrews doet, wordt de waarheid op behendige wijze ondermijnd. Oppervlakkig beschouwd is het niet te verdedigen, dat men het «credit' van iemand boekt ten gunste van een ander. Maar immers we hebben hier te doen met het optreden van een Borg. Iemand, die zich vrijwillig onder de verplichting heeft gesteld, dat hij zal nakomen, waar de persoon, voor wien hij borg wordt, in gebreke mocht blijven. De borg, zelf onschuldig, zal de schuld moeten betalen. Vergete men niet, dat vergif, al wordt het in versuikerde pil toegediend, zijne uitwerking heeft

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen