GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Uit de algemeene vergadering (Generale Synode) der Geünieerd Vrije Kerk van Schotland. Tuchteioosheid. Kensit.

Op Vrijdag 23 Mei kwam op de Algemeene Synode der Geünieerd Vrije Kerk van Schotland, in welke, gelijk bekend is, de Geünieerd Prest)y.eriaansche Kerk en de Vrije Kerk van Schotland vereenigd zijn, het stuk van de Heilige Schrift aan de orde. Het kwam ter sprake naar aanleiding van een boek van Dr. George Adam Smith. De Synode nam eene resolutie aan, waarin os a. het volgende wordt uit­gesproken :

„De vergadering wenscht haren onverzwakten eerbied uit te drukken, die er in deze kerk gekoesterd wordt voor het geschreven Woord, als de levende stem (oracles), door welke de stem van God zijn kinderen bewerkt ter onderwijzing, ter versterking en ter vermaning; en zij verklaart, dat zij het onwankelbaar vasthoudt als den hoogsten regel voor geloof en leven. En terwijl zij zich niet geroepen acht om ernstig in te gaan op quaestiën die ontstaan zijn, tenzij de belangen der Christelijke waarheid het geheel zouden schijnen te eischen, zoo noodigt de vergadering de predikanten en professoren, die deel nemen aan die discussiën, uit, om er zorg voor te dragen, dat eerbied voor de Heilige Schrift in hunne geschriften duidelijk doorstraalt, en om zoodanige beschouwingen ten beste te geven — met de betuiging dat men dit verschuldigd is, die tot hiertoe in de gedachten van ons volk verbonden waren met het geloovig gebruik van den Bijljel.”

De Christian vindt het een treurig teeken des tijds, dat het bij het begin van deze eeuw noodig is, eene zoodanige verklaring te laten hooren, en dat men eene zoodanige vermaning moet toedienen aan schrijvers van boeken, die aangewezen zijn, om in naam van de kerk onderwijs te geven. Hetzelfde blad geeft den critischen geest, die ontwaakt is, de schuld van alles. „Het feit, dat die geest in zijn verschillende openbaringen, geleid heeft tot wanorde in de kerken en tot verwarring onder Gods volk, roept tot verootmoediging voor God. Telkens wederom opnieuw zijn goede mannen, kennelijk met eerlijke bedoelingen, de oude vraag van de slang gaan herhalen: „Is het ook dat God gezegd heeft? " en dit ten opzichte van deelen en gedeelten van boeken, welke de Heere Jezus Christus en zijne apostelen, zonder te twijfelen of te aarzelen, als „de Schriften, " als „de Heilige Schriften, " als „de Schrift (door inspiratie) van God gegeven, " hebben genoemd.

Voorts doet genoemd blad een beroep op de sterkeren, die de zwakheid der kleinen moeten dragen. De sterkeren zijn dan degenen, die de hedendaagsche schriftcritiek volgen, zonder aarbij schipbreuk te lijden wat hun geloot betreft; althans dit meenen wij uit de woorden van het blad-te moeten afleiden. Wij zouden e zaak echter omkeeren. De „sterken" zijn zij, ie in eenvoudigheid des harten de Schrift geooven, omdat de Heilige Geest inwendig de etuigenis geeft, dat de dingen die in den Bijel geschreven worden, aldus zijn, gelijk ze aarin worden voorgesteld. Wij zijn het er chter volkomen mede eens, wanneer het nvloedrijke Engelsche blad zegt: „Het is niet e taak der Christelijke Kerk, om het lichaam er Openbaring in stukken te snijden, maar m het te bewaren en het geheele menschdorh nder zijn weldadigen invloed en zijne macht e brengen.”

Wij betreuren het ten zeerste, dat de schriftestrijders in de Vereenigde Vrije Kerk van chotland niet anders door de Algemeene Syode zijn behandeld. Van tweeën een: óf de evoelens die sommige hoogleeraren en predianten in zake de Heilige Schrift koesteren, ijn in overeenstemming met de belijdenis der ereformeerde Kerk óf zij zijn het niet. Zijn e het niet, dan behoorde die afwijking van ulk een fundamenteel punt als het stuk der eilige Schrift is, ook op de vergaderingen beandeld te worden. Zijn zij het wèl, dan was e uitnoodiging gansch overbodig.

Ongeveer vijftien jaren geleden werd de hoogeeraar Robertson Smith, hoogleeraar van een ollege der Vrije Schotsche Kerk, als zoodanig oor de Algemeene Synode dier kerk afgezet, mdat gebleken was, dat hij een ijverig oorstander was van wat men de hedendaagsche chriftcritiek zou kunnen noemen. Wij waren et toen met de wijze, waarop men kerkelijk egen genoemden geleerde geprocedeerd had, niet ens, maar verblijdden ons er in, dat er op de lgemeene vergadering dier kerk eene overroote meerderheid gevonden werd, dië bleek en open oog te hebben voor het gevaar, dat in e hedendaagsche schriftcritiek gevonden werd. och daarna werd de belijdenis der kerk verwakt door een „Declaratory act" waardoor zij chijnbaar onaangetast bleef, maar welke toch engenen die haar niet beamen, ruimte vanbeeging gaf. Kennelijk heeft nu de Vereenigde rije Kerk van Schotland, ook wellicht door het eit, dat zij zich met de Vereenigde Presbyteriansche Kerk vereenigde, niet de kracht meer, m de dwaling uit haar midden te verwijderen.

Onlangs sprak een spreker op de meeting er Congregationalistische unie het volgende: Toen wij jongens waren, moesten wij naar de ondagsschool; we hadden daarin geen vrije eus. Ook moesten we naar de kerk. Maar nu even wij in de atmosfeer van den vrijen wil, n jongens en meisjes boven de veertien jaar atigen zich het recht aan, om te beslissen of ij al dan niet naar de Zondagsschool, de kerk f de kapel zullen gaan.”

Het gevolg is dat, gelijk men in Engeland klaagt, jongens en meisjes niet alleen vrijheid hebben om thuis te blijven, maar dat zij ook de vergunning bezitten om in troepen op de straten te verkeeren, waardoor onverantwoordelijke betrekkingen met de andere sekse worden aangeknoopt, en dit niet zelden met toestemming der ouders. De waarheid is, dat het begrip van gezag en onderwerping aan de menigte niet meer bevalt. Maar al te veel ouders zijn zorgeloos of vol van vrees, wanneer het er op aan komt om macht uit te oefenen. Er wordt niet meer gerekend met het woord, dat het goed voor een man is om het juk in zijn jeugd te dragen.”

De heer Kensit, de boekhandelaar, die een drietal jaren geleden zoo veel van zich deed spreken, omdat hij godsdienstoefeningen, die in Ritualistischen geest in de Episcopaalsche kerken van Londen gehouden werden, verstoorde, door luid tegen hat invoeren van Roomsche ceremoniën bij den eeredienst te protesteeren, heeft weer eens van zich laten hooren.

Deze heer presideerde den i6den Mei de vergadering, die in Exeter Hall gehouden werd, tot steun van het werk om het Protestantsch karakter der Episcopaalsche kerk te handhaven.

Het bleek uit de toespraak van den voor zitter, dat er bij den kruistocht tegen de Roomsche practijken een looo vrijwilligers dienst doen, en dat er een aantal Wicliffe predikers aan het werk zijn, die in het verloopen jaar 249 steden bezochten, om het volk te waarschuwen tegen de Ritualistische practijken. In een toespraak zette de heer Kensit uiteen, „dat hij nog een 1000 arbeiders noodig had, die geneigd wa ren om de Magna Charta van de kerk van Engeland, gelijk die beschreven is in het zesde artikel van de Westminstersche geloofsbelijdenis, namelijk de Heilige Schritt, te handhaven. De heer Kensit verklaarde ook, dat hij nooit een godsdienstoefening verstoord had; wat hij gedaan had en wat hij door Gods genade weder wilde doen, was: zijn stem verheffen tegen afgoderij in een Protestantsche kerk.”

Al is het niet te ontkennen, dat de heer Kensit grooten ijver ontwikkelt, toch is er tot hiertoe van een stuiten der Ritualistische beweging in de Engelsche staatskerk geen sprake. Uit alles wat wij uit Engeland vernemen, krijgen wij den indruk, dat de Romaniseerende richting in de Engelsche staatskerk steeds meer veld wint, terwijl de vrije kerken altijd meer te doen krijgen met de verwoestende machten van het ongeloof.

Wij vreezen dat de overwinning, op onze broeders in Zuid-Afrika behaald, niet weinig de hoogkerkelijke strooming zal bevorderen. Instinctmatig zijn bijna alle Episcopaalsche predikanten Boerenhaters geweest, die de Engelsche regeering zedelijk gesteund hebben in hun boos opzet om eep kleine, fiere natie te onderdrukken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 juni 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 juni 1902

De Heraut | 4 Pagina's