GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KLOKKETOREN.

V.

IN HET VUUR.

„Maar jongen, zie je dan niet wat er gebeurtl" riep mijn oom eenigszins driftig uit. „Heeft mijnheer Schubert je dat dan niet uitgelegd? ”

„Hij heeft van de Pruisen gesproken, ” stamelde ik wat verlegen.

„Na juist, je begrijpt dan dat de Pruisen op komst zijn, of liever ze zijn er al, gelijk je ziet. We zitten hier nagenoeg in een belegerde stad. Ik heb tante dan ook naar buiten gezonden, nu de stad-aan de eene zijde nog vrij is. Het is beter dat zij veilig buiten is zoo lang het beleg duurt, We zullen het met ons tweeën moeten stellen, zoo goed als bet gaan wil.”

Ik keek niet vriendelijk. De vacantie zou wel minder prettig zijn, als mijn goede tante er niet was.

„En zie je, " ging hij voort, „als de krijgswet geldt, zooals nu, worden de scholen gesloten, en staat er veel stil; als de kanonnen spreken, moeten zelfs mijn arme klokken zwijgen. Van nu af mag ik ze niet meer luiden, tot dat het beleg zal zijn opgebroken, ”

„Maar waarom mag dat dan niet, oom? ”

„Dat kan ik je ook niet zeggen, mijn jongen. Ik weet alleen dat de burgemeester mij die nare lastgeving heeft gezonden. Ik moet gehoorzamen, ”

„Maar oom, " zei ik vrij onbezonnen, na een oogenblik, „dan hebt u nu vrije tijd, net als wij schooljongens, en kunt u eens uw gemak er van nemen, U behoeft nu niet als anders, zoo dikwijls op te staan uit uw bed, als het uw beurt is de wacht te houden, We kunnen misschien wel gaan wandelen, en zien wat er op straat gebeurt, ”

Mijn oom keek me weer aan. Hij was nu niet ontstemd meer, maar scheen zich te verbazen over mijn onwetendheid. Juist wilde hij, naar het scheen, mij de zaken wat duidelijker maken, toen plotseling een geweldige slag weerklonk, en de vensterruiten aan de achterzijde der kamer zoo rinkinkten, alsof ze allen braken.

Geheel ontsteld, konden we eerst geen van beiden een ^oord uitbrengen. We liepen naar een venster. Nu zagen we hoe aan de zijde der Waterpoort, de groote kanonnen die daar stonden vuurstralen uitssierpen, en de kruitdamp opging. Op een grooten afstand van daar, rechts naar het dorp Rachnitz, sloegen gelijk-we bespeurden, de kogels in den grond, en als dat plaats vond, vlogen stof ea aarde hoog op. '

„Waarom schieten ze juist op die plek? ” vroeg ik mijn oom.

„Wel jongen, de Pruisen werpen daar een batterij op. Je ziet de schanskorven. De Heere God moge onze stad en onzen klokketoren bewaren! O die ongelukkige twist om Sdezië. Wat hebben wij Siksers daar nu mee te maken!”

Ik was nog te veel een kind en te onbezorgd, om recht in de bekommernis van mijn oom te kunnen deelen. 'k Had ook geen recht begrip van alles. Er was zoo veel te zien, dat mijn aandacht er geheel door werd in beslag genomen. Ik herinner mij alles nog alsof het gistere-n gebeurd was. En ik had een prachtige standplaats, hoog genoeg en toch niet te hoog, om alles te . overzien.

Op de Oude Markt lagen de Oostenrijksche of keizerlijke troepen gekampeerd voor de huizen; door de straten liepen trommelslagers en roffelden er geducht oplos. Overal zag men troepen krijgslieden heen en weer trekken. Op de breede

wallen en vesticgwerken onzer stad, kon ik een menigte soldaten onderscheiden sommige droegen de Saksische kleedij, andere de keizerlijke. Naar de zijde der Nieuwstad, tusscben de vestingwerken van de Witte en die van de Zwarte poort was alles leven en bewegiug. Burgers en soldaten woelden dooreen. Karren, wagens en kanonnen gingen dreunend door de straten. Officieren met groole pluimen op hun steken, zag ik hier en daar heen rennen. Ik had om zoo te leggen, geen oogen genoeg.

„Ziet ge, ” sprak mijn oom, wijsend op een punt in de verte, ten Noord Oosten, waar het van soldaten Echeen te wemelen, „daar tegeevi nu de Pruisen een batterij aan, om ons te be scbieteD. Maar let nu op. Ziet ge wsl, hoe bet kanonvuur uit de slad daar op wt^-rdt gericht. Het zal daar heet zijn.

Ik zag eciiige oogenblikken later, hos aed ae plek in nevea en stof werd gehuld, ook hoorden we beneden de kanonnen bulderen. Kort daarna trok de stofwolk op, tn mijn oom wees mij, hoe men duideüik kon zien, hoe de Pruisen het werk daar voor het oog«nblik staakten.

Ik bleef kijken tot de klokken half negen sloegen. Tanie was EOg niet terug, en ik vroeg onnadenkerd of aij nog niet baast komen zou.

„Dat derk ik niet, Jan, " was zijn antwoord. „Ik heb j : immers gezegd, dat zij buiten is. We moeten nu zelf het huishouden doen.”

Daar had ik niet tegen. Ik hielp oom het avondeten klaar zetten, doch gebiuikte maar heel weinig. Daarna knielden we neer, baden den Heere God om ons te beschermen in den nacht en. in dezen boozen tijd, en weldra lag ik na zuïk een vreemden, erastigen dag, in zwaren slaap.

Ik sliep twee uren — gelijk mij later bleek — rustig door, toen ik eensklaps gewekt werd door het luid geroep van rcijn oom.

„Jan! Jan! sta op! trek gauwjekleeren aan!”

Ik begieep zoo dadelijk niet wat er gaande was en vroeg slaapdronken: „Is 't al tijd? ”

Tot antwoord schudde mijn oom mij zoo krachtig, dat ik ineens klaar wakker werd.

Ik wreef mij de oogen uit; het was blijkbaar nog geen dag. Bij 't schijnsel van het nachtlicht wilde ik op onze groote buisklok zien, hoe Iaat het was, maar.... < ie klok hing niet mser aan den maut! Ik kleedde mij in der haast san. Van tijd tct tijd drong er van buiten een geluid tot mij door, alsof het donderde in de verte, of als reden zwaar beladen karren over een brug. Middelerwijl zag ik mijn goeden oom druk bezig. Hij had de klokken van den wand genomen en ingepakt. Ook zag ik hoe hij twee pakken maakte, elk bevatte een paar kleedingstukken tn wat kleinigheden, een schaar, een mes, zijn werktuigen en zoo meer. 't Was als gingen we verhuizen, en ik dacht dat er mis scbien weer een bevel van den burgemeester gekorcen was, en nu om den toren te verlaten.

Ik dorst er echter niet naar vragen. Oom evenwel voorkwam mij. Hij bracht mij aan een geopecd venster, waar de ftissche nachtlucht al dra alle slaperigheid verdreef, en ik tevecs zekerheid kreeg omtrent al mijn vermoedens.

Ik blikte ia de onbewolkte lucht boven ODS, in dien ïorcernacht. Wat ik zag was om nooit te vergeten, 't Was of alles daar boven zicb bewoog, of de hemel vol^ was van vallende sterren. Mj.ar 't waren de bommen, die de Pruisen icgea onze stad slingerden. In het duister van den nacht kon men duidelijk den vcrigen bo'g volgen, dien de kogels door de lucht beschreven tot ze daalden, op den grond sloegen en daar uiteenbarstten, alles ia de omgeving vernielende. Een paar maal vlogen ze rakeiirgs en met een brommend geluid Oi; 2eü ouden klokketcren voorbij. En ik begreep dat het ook tik oogenblik raak kon lijn en dan ...

Toch, vreemd genoeg, vervulde mij, dat weet ik nu nog, geen vrees. Ik zag het gevaar nog niet recht ir. Mijn oom had eenig recht mij soms „een gacs" te noemen. Ik keek naar de bommen en de vuurstralen, als zag ik een prachtig schilderij, of een vuurwerk op den verjaardag van onzen keurvorst. Ik zei echter niets, tot ik op eens een geweldig geschreeuw beneden ons hoorde. Ik boog mij uit het venster en zsgeen groote vlam opstijgen, dicht bij den voet van den tore.'j. Verschrikt keek ik verder rond en bemeikie DU, hoe hier en daar in de stad ook vlammen opgingen. Er moest wel op zes plaatsen brand zijtj!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1908

De Heraut | 4 Pagina's