GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. De National Free Church Council en de verkiezingen. Statistiek der Congregationalistische Kerk.

In Engeland is de verkiezingsstrijd in vollen gang. De strijd gaat over het openbaar onderwijs, beperking van het verbruik van alcoholische dranken, de vrijmaking van de staatskerk van Wales, bet geven van zelfregeering aan Ierland, „Social Reform", beperking der bevoegdheid van het Huis der Lords.

Opmerkelijk is het, dat A& National Free Church i Council een organisatie die alle vrije Kerken in Engeland wil omvatten, zich mede in den strijd gemengd heeft. Het bestuur van dien bond wil in meer dan honderd steden van Engeland meetings houden, waarin de voornaamste leiders der Nonconformisten het woord zullen voeren; op groote schaal wil men ook blaadjes of brochures verspreiden, en voor dit alles heeft men een/24 000 noodig; en de vrienden der Vrije Kerken worden nu uitgenoodigd die som bijeen te brengen. Ongetwijfeld hebben de Nonconformisten belang bij het wijzigen van de onderwijswet; de wet die tegenwoordig van kracht is, komt den Anglicanen meer in het gevlij, dan den Nonconformisten. Het is zeer onbillijk dat in het vorstendom Wales de Staatskerk nog het privilegie heeft door den Staat onderhouden te worden, terwijl verreweg de meerderheid der bevolking behoort tot de Vrije Kerken die zelve in de kosten van haar eeredienst voorzien; het is duidelijk dat de Vrije Kerken de noodzakelijkheid inzien, dat het drankverbruik in Engeland wordt beteugeld, immers is er geen land ter wereld waar zooveel vrouwen in de klauwen van den drankduivel gevallen zijn; het is ook te verklaren, dat de leden der Vrije Kerken recht zoeken voor het Roomsche Ierland, o welk land stap voor stap rijp geworden is voor zelfregeering — doch het is te betreuren, dat de Council der Vrije Kerken zich met al die dingen bemoeit, en bare actie in politieke zaken niet overlaat aan een staatkundig comitié. Wij in Nederland huldigen althans den regel der Gereformeerde vaderen, die uitspraken, dat in kerkelijke vergaderingen alleen over kerkelijke zaken mocht.gehandeld worden.

Onder de vrije kerken van Eogeland is de congregationalistische wel de sterkste. Het zijn de vroegere kerken der independenten, waartoe ook Cromwell eenmaal behoord heeft.

De congregationalisten tellen in Engeland op dit oogenblik 4 932 kerken en zendingsstations, in de kerkgebouwen is plaats voor 1, 806, 072 personen. Het aantal leden bedraagt 495, 170, terwijl 709 9ro kinderen de congregationalistische Zondagsscholen bezoeken. Vergeleken met het voorgaande jaar is het aantal leden afgenomen met 2, 492 personen, maar het aantal kerken is met 17 vermeerderd. Waaraan is toe te schrijven dat het aantal leden verminderden ? Het antwoord luidt: in Wales verminderde de kerken met een 2, 048 leden. Dit verschijnsel is een nawerking van den revival in Wales in 1905. Toen nam het aantal leden aanzienlijk toe, doch velen vielen weder af. Toch is het aantal leden sedert 1903 niet achteruit gegaan. In dat jaar maakten 153 350 personen in Wales als belijdende leden deel uit van de congregationalistische kerk van dat land, tegenwoordig is dit aantal 165 997. Het is te betreuren, dat zoovelen van de 3, 145 predikanten der congregationalisten de z.g. „New Theology" volgen.

Frankrijk, Madagascar.

De gouverneur van Madagascar Augagneur is met verlof naar Parijs gekomen; of hij weder derwaarts terug zal keeren, weet men niet. Na zijn aankomst is hij door reporters geïnterviewd; daarbij beweerde hij, dat hij geen «kerksluiter" was, het was hem er alleen om te doen geweest, den arbeid der inlandsche predikers te beperken. Hierop liet de president van het Parijsche Zendingsgenootfcbap A. Bogner in de Temps eene verklaring drukken, waarin gezegd wordt, dat onder het gouverneurschap van Augagneur een groot aantal kerken gesloten werden; dat ge-seigerd werd toestemming te geven tot het doen van herstellingen aan kerkgebouwen; dat zendelingen geen begrafenisplechtighedeu konden leiden; dat aan de conscientievrijheid der inlanders geweld werd aangedaan; dat zelfs de godsdienstvrijheid der Europeanen werd beperkt, gelijk in geen andere kolonie van Frankrijk.

Daar de Christenen op het groote eiland door geen wet beschermd worden, maar aan de willekeur van atheïstische ambtenaren overgegeven zijn, is er te Parijs een comité gevormd tot „verdediging der gewetens-en godsdienstvrijheid op Madagascar, " onder voorzitterschap van Professor Raoul Allier.

Dit comité wil de beweringen van Augagneur logenstraffen en tracht voor de inwoners van Madagascar dezelfde rechten te verzekeren, die in Frankrijk ten optichte van het uitoefenen der religie bestaan.

In Parijs zijn door middel van leden der Christelijke Jongelingsvereenigingen 3000 exemplaren van het eerste manifest van het comité verspreid.

Noord Amerika. Prof. Foster over Nietzsche.

De hoogleeraar Foster, professor aan de Universiteit te Chicago, bekend door zijn harleki nades op Theologisch gebied, hield onlangs een preek waarin hij een eerekrans vlocht voor Nietzsche, den Duitschen wijsgeer, dien hij een der uitnemendste leiders van het menschdom in onze dagen noemde. En nu men moet weten, dat Nietzsche leerde, dat men niet naar het goede moest streven, maar naar macht. Daarom sprak hij van een „Uebermensch" en van een „Herrenmoral". Ket zwakke moet niet gesteund worden; barmhartigheid moet niet worden geoefend; van een Godsdiecst waarin genade wordt verheerlijkt, was bij geheel afkeerig. Volgens hem zou de Anti Christ de grootste weldoener van het menschdom zijn. Zou een kerk die een man als Prof. Foster laat prediken, niet een synagoge des Satans kunnen genoemd worden?

Japan. De toestand op het der religie. terrein

In het monumentale werk over „het nieuwe Japan", dat door den vroegeren ministerpresident, graaf Okuma, uitgageven werd, vindt men in het tweede deel, volgens de Engelsche vertaling, onderscheidene opstellen, welke handelen over de huidige toestanden op Godsdienstig gebied in Japan. De Japansche graai maakt, in zijn inleidend overzicht over de nieuwste geschiedenis van Japan, de opmerking, dat de overgang van den staatsgodsdienst, het Sintoïsme, tot de tegenwoordig bestaande absolute godsdienstvrijheid, gelijk die door de constitutie van r889 gewaarborgd is, zonder het minste bloedvergieten heeft plaats gehad. De artikelen waaruit het boek bestaat, die door verschillende schrijvers geschreven zijn, handelend over Sintoïsme, Confucianisme, Boedhisme, Christendom, Philanthropie, onderwijs, wijsbegeerte, socialisme en letterkunde in Japan, bewijzen zonneklaar welk een chaos de geestelijke toestand van het Japansche volk op den huldigen oogenblik vertoont. De schrijver die over het Sintoïsme handelt, de hoogleeraar Kunitake Kume, zegt: „Als een historicus, kan ik bij het licht der geschiedenis zeggen, dat het Boeddhisme, al was het ook vroeger zeer machtig, tegenwoordig eigenlijk een puinhoop is. Het wijsgeerige deel van het Confucianisme is niet anders dan een smakelooze navolging van andere stelsels. De Boeddhisten, Confuciauisten en Sintoïsten hebben n de zedeleer. Theologie en bovennatuurkunde zulke wervelwinden van controvers laten waaien, dat men het hartelijk moede werd, naar hen te ooren. Is er geen andere Godsdienst, die meer itwerkt en meer bezielt, die het ware hemelrijk p aarde verstigt? " Hij handelt daarna over et Christendom, waarvan hij het eerstin Amerika een levendigen, onvergelelijken indruk ontving. Maar als de schrijver de vraag stelt: „aan welke religie geloof ik dan zelf? ", wil hij daarop een beslissend antwoord geven. „Bij openbare eestelijke gelegenheden volg ik den priester die et Sintoïsme dient, bij begrafenissen is de oeddhistische priester mijn geestelijke; mijn even regel ik naar de voorschriften van Conucius en van de Christelijke zedeleer. Maar n mijn hart geef ik weinig om uitwendige ormen en betwijfel of in het licht der eeuwigheid er tusschen de Godsdiensten der beschaafde wereld wezenlijk verschil bestaat".

Een ander medewerker van het boek beweert, dat het binnendringen van Europeesche denkbeelden een nationale reactie en daarmede een wederopleving van het bijna vergeten Sintoïsme in hêt aanzijn heeft geroepen. Deze schrijver beweert: „Begrafenissen, bij welke lang den Boeddhistischen ritus gevolgd werd, hebben nu p de wijze van het Sintoïsme plaats. Vroeger leken de kapellen der Sintoïsten op de Boeddhistische tempels, tegenwoordig volgens zij den eenvoudigen stijl der oude gebouwen. In de tegenwoordige uniformen der ambtenaren en rechters kan men bemerken, dat men terugkeert tot de oude bofkleeding. Dit zijn eenige voorbeelden, waaruit blijkt, dat de leus opgeheven is: „terug tot de oude tijden".

Daarentegen beweert de schrijver die het Confucianisme tot onderwerp heeft, dat de leer van Confucius het modernste en hoogste is, wijl hij een zedeleer zonder Godsdienstig fundament predikt. „Het Confucianisme wijst op het doelwit der menschheid, op het algemeene en zedelijke beginsel der humaniteit, vrij van elk Godsdienstig dogma. Wanneer ook de lijst van het Confucianisme broos geworden is, zoo gelooven wij toch, dat zijn geest, die nog als te voren leeft en een integreerend bestanddeel uitmaakt van de hedendaagsche opvoeding, in een nieuw gewaad lange eeuwen leven zal".

Het artikel dat over het Christendom handelt, is van de hand van den bisschop der Japansche Methodistische Kerk Yoichi Honda, onder medewerking van een anderen Japanner. Zij betoogen, dat tot vóór 1889 het Christendom in Japan groote vorderingen maakte, doch dat daarna achteruitgang op te merken is. De oorzaken van dien achteruitgang zoeken de schrijvers in de „nieuwe Theologie", in het optraden der algemeene Evangelisch Protestantsche Zendingsvereeniging en in de nationale reactie, die omtrent terzelfder tijd voelbaar werd. In de laatste 20 jaar beeft volgens de schrijvers het Christendom terrein verloren. Toch meenen zij, dat in den allerlaatsten tijd een wending ten gosde is ingetreden.

Een medewerker die over „den invloed van het Westen" schreef, meent, dat „de karakterveranderende invloed van den Godsdienst van Jezus eerst begint in het land merkbaar te worden".

Ook socialistische denkbeelden zijn in den laatsten tijd in Japan doorgedrongen. De .boogleeraar Isoh Abe, van de Wesada Universiteit, wijdt daaraan een artikel, waarin deze professor uitspreekt, dat hij er van overtuigd is, dat de socialistische leer in zijn vaderland een toekomst heeft.

Men ziet uit dit alles, dat voor de voorstelling die sommigen zich maakten, alsof het Japansche volk sterke neiging betoont om het Christendom aan te nemen, niet veel grond bestaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1910

De Heraut | 4 Pagina's