GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Onze lezer E. V. te L. vraagt:

Waar is de oorsprong van het gezegde: „De deugd in het midden" te vinden; en is dit volgens uw inzien een ongepaste uitdrukking in Geref, kringen?

Dat deze uitdrukking aan vele Christenen aanstoot geeft ontstaat hieruit: men meent dat het een toespeling is op Christus, die gekruisigd werd tusschen twee moordenaren. Dit is echter allerminst bewezen. Want een zegswijze als bier bedoeld komt reeds voor bij Grieksche schrijvers, die lang vöór Christus leefden. Men wilde er mee aanduiden, dat de ware wijsheid daarin gelegen is, dat men niet ter rechter-of ter linkerzijde afwijke, maar het juiste midden boude. En al kan men nu ook tegen dit gezegde bezwaar hebben, ongepast is het naar dezen oorsprong niet.

Een onzer lezers, de heer F. J. W. zendt het volgend gewaardeerd schrijven:

„U schrijft in I> e Heraut (29 Mei), dat de joden zelf niet van „kerk" spreken. Dit is niet geheel juist. In het Centraal Weekblad voor Israëlieten zag ik ten minste het verslag van een „kerkeraadsvergadering", waarin ook het woord „kerkbestuur" voorkwam, terwijl een bericht uit Rotterdam melding maakte van een benoeming door den „kerkeraad" aldaar.

Voor 't geval u dit {onbekend is, is 't wel eigenaardig te weten, dat bij de joodscbc„kerkelyke" aangelegenheden ook een „Commissie van Doleantie" behoort."

Hoewel wij alleen van het woord „kerk" spraken, zijn we toch zeer dankbaar voor de mededeeling. Dat „kerkeraad" gebruikt wordt, kan zijn om verwarring te voorkomen met „Gemeenteraad", dat nu eenmaal in onze taal fiets anders aanduidt.

B. F. te D. vraagt:

Een rivier duidt een zvaier aan, en het woord is van Fransche atkomst. Maar nn ligt in het zniden van Frankrijk een kus/stieek, die d JRiviira heet. I^ dat nu hetzelfde voord, dat twee geheel verschillende beteekeoissen' heeft ?

Het Fransche woord „rivière", ons „rivier", komt van het Latijnsche „ripa", d.i. oever Vandaar dat die laatste nog in bet Fransch „rive" heet. Vroeger had het woord „rivière", of „rivier" èn bij de Franschen èn bij ons de dnbbele beteekenis van „oevei" en „stroom".

Dat namen van dingen die dicht bij elkander gelegen zijn en bijeen behooren, meermalen wisselen, is niet vreemd. In onze steden kan het woord „gracht" even goed het water als den weg er langs beduiden, al is oorspronkelijk tüleen het water bedoeld. Te Amsterdam varen de schuiten in den „wal" en lost men de goederen op den „wal". Hier hebben we dus eenzelfde geval als bij „rivier".

D. W. vraagt:

Wat wordt er bedoeld met hetgeen wij lezen in Handelingen 19 : 18, 19 en 30, van het verbranden van boeken enz.

Wij lezen aldaar:

„En velsn dergenen die geloofden kwamen, belijdende en verkondigende hunne daden.

Velen ook dergenen, die ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde ervan, en bevonden vijftig duizend zilveren penningen.

Alzoo wies het woord des Heeren met macht, en nam de overhand."

Dit staat in verband met het voorafgaande in VS 13 tot 17. Daar wordt verhaald, hoe Joodsche duivelbezweerders eea bezetene wilden genezen door te bezweren bij den door Paulus gepredikten Jezus, in wien zij zelf niet geloofden. Zij werden echter te schande. Vrees viel op de Joden en Grieken, die daar teËfeze woonden en de naam des Heeren werd groot gemaakt.

Velen erkenden nu openlijk, dat ook zi vroeger zich aan tooverij en duivelskunsten hadden bezondigd. Ook waren er die de tooverboeken bijeen brachten, vroeger door hen gebruikt en die verbrandden. Dit waren boeken met tooverspreuken er in, die, meende men, kracht gaven tot allerlei wonderen. Ook kon men er tooverkunsten uit leeren. Al deze ijdele dingen en afgoderijen verfoeiden zij nu, en verbrandden de boeken die hun geschaad baddenj dus was alle gevaar geweken. De waarde die in den tekst genoemd wordt, is een goede / 20, 000; voor dien tijd geen geringe som.

BRIEFWISSELING.

We doen nogmaals opmerken, dat vragen die verder gaan dan met den inhoud dezer atdeeling bestaanbaar is, daarin niet kunnen worden

HOOGENBIRK,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 juli 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 juli 1911

De Heraut | 4 Pagina's