Officieele Berichten.
De classis 's-Gravenhage der Geref. Kerken in Nederland besloot in hare vergadering van 13 S^pt. ingevolge van de haar door de Generale Synode gegeven opdracht met het oog op den nood der tijden, een algemeenen bededag uit te schrijven en daartoe te bestemmen Woensdag 20 Sept. e.k. Aan de kerkeraden der Geref. Kerken zal zoo spoedig mogelijk van dit besluit keniüs w^ rden gegeven.
Namens de classis:
F, W, GROSHEIDE.
Generale Synode Geref. Kerken in Nederland.
Woensdag 30 Augustus.
Na het liogen van ps. 97 : . 7, het lezen van Efeze 3 : 14—einde en net gebed van den praeses wordt de morgenzitting geopend. Nu as komt in bespreking het rapport „Over de eenheid van opleiding".
Prof. Lindeboom, het lid der commissie, dat bezwaar heeft tegen de overwegingen van de e conclusies van haar rapport, ontvangt het woord om zijne bezwaren aan de synode mede te deelen. ZHooggel. heeft bezwaar tegen de historische toelichting in het rapport gegeven, en wil niet, dat de synode uitspreke, dat het beginsel in het beding van 1892 genoemd, geen dogma is, omdat dit geheel overbodig is daar in dit beding geen sprake is van een dogma, maar van een beginsel.
Aan de verdere discussie nemen deel: Prof. Dr. H. Bouwman; Ds. W. Breukeiaar: oud. J. van Golverdinge; Prof. Dr. Rutgers; oud. Th. de Vries; Ds. G. Wisse; Prof. Noordtzij en dè rapporteur Prof. Dr. H. H. Kuyper.
Ds. V. Halsema dient een amendement in op de . conclusies van de commissie in overeenstemming met het advies van Prof. Lindeboom, Bij dit amendement wordt voorgesteld weg te laten de clausule'met waardeering van de goede bedoeling dergenen, die deze voor stellen hebben ingezonden hoewel ze de gedeeldheid in de opleiding betreurt en aan bet einde slechts uit te spreken: „acht het niet „noodig of gewenscht op dit verzoek in te „gaan, omdat in het beding van 1892 niet „gesproken wordt van een dogma, maar van een beginsel".
Het eerste amendement wordt met 14 stemmen voor verworpen; het tweede amendement even zeer met 13 stemmen voor.
Daarna worden met alle stemmen de cou' clusie's der commissie aangenomen, die aldus luiden:
1. de Generale Synode
kennis genomen hebbende van de verschillende voorstellen, die tot haar gekomen zijn om tot meerdere eenheid van opleiding te komen.
overwegende dat het nog niet gebleken is, dat in de kerken genoegzame overeenstemming betreffende deze zaak gevonden wordt; als ook dat bij deze voorstellen niet voldoende rekening is gehouden zoowel met de bezwaren van hen, die het beginsel voorstaan, dat de kerken zullen hebben een eigen volledige inrichting voor de opleiding tot den dienst des Woords, als met de bezwaren van hen, die het beginsel van universitaire studie wenschen gehandhaafd te zien;
overwegende, dat de tijd haar ook neg niet rijp toeschijnt, om thans reeds tot een principieele oplossing van dit vraagstuk te komen,
besluit, met waardeering van de goede be doeling dergenen, die deze voorstellen hebben ingezonden en hoewel ze de gedeeldheid in de opleiding betreurt, alle voorstellen in deze materie terzijde te leggen.
2, de Generale Synode
kennis genomen hebbende van het verzoek der Particuliere Synode van Friesland noordelijk gedeeUe, dat de Generale Synode lich zal uitspreken over het zoogenaamde „beding van 1892", opdat dit niet tot een dogma worde,
kennis genomen hebbende van de nadere verklaring der afgevaardigden, dat met dit zoogenaamde beding van 1892 bedoeld wordt de slotverklaring der Chr. Geref. Synode van Leeuwarden, dat deze synode oordeelde te moeten handhaven het beginsel, dat de kerk geroepen is eene eigene inrichting tot opleiding harer dienaren te hebben; met welke verklaring de Ned. Geref. Synode van 'sGtavenhage genoegen heeft genomen,
verkk'^rt dat uit de bewoordingen zelf van deze overeenkomst en uit den aard der zaak volgt, dat de Gereformeerde Kerken in Nederland noch in dit beginsel nocb in eenig ander beginsel van opleiding ooit een dogma hebben gezien,
en vermaant alle broeders, om ook bij verschil van overtuiging op dit punt, elkander in broederlijke liefde te verdragen.
Van de prae-adviseerende leden was alleen het advi-s van Prof. Lindeboom tegen. De praeses bedankt de commissie en haar rapporteurs voor den acbeid aan het rapport en de conclusie's besteed e» spreekt den wensch uit, dat deze eenparige beslissing der synode tot zegen voor de kerken moge zijn.
Hierna begint de pante.
Prof. Rutgers rapporteert over de verschillende voorstellen inzake de kerkelijke examina. Door verscheidene Part. Synodes wordt voorgesteld om het praeparatoir examen een ander karakter te geven, opdat bij het peremptoir examen meer nadruk kan gelegd worden op de z.g.n. practische vakken. De comm. van advies isecater van oordeel, dat dogmatiek en exegese bij dit laatste eximen in geen geval mogen vervallen en dat het praeparatoir-examen zijn eigen voorloopig karakter behoort te behouden, daar de definitieve examinatie een deel is van de beroeping zelve in breederen zin, en dus toekomt aan de kerk die beroept. Het is te wijten aan de classes zelve, indien zij geen genoegzamen nadruk leggen op de practische vakken, welke bovendien bij het onderzoek van een proponent, die nog zoo weinig ervaring heeft, niet de hoofdzaak mogen zijn.
Op voorstel van de comm. van advies besluit de synode:
I. niet te voldoen aan den wensch, dat „van het peremptoir examen het onderzoek in dog matiek en exegese worde afgenomen"; reeds op grond van de overweging, dat het dit examen is, waardoor wordt beslist, of iemand, die tot den dienst des Woords en der Sacramenten beroepen wordt, tot dien dienst kan worden toegelaten; — dat hierbij de twee hoofd zakken dus niet kunnen wegvallen; — en dat ook bij die twee vakken de kerk, van welke de be roeping uitgaat, allerminst van de onderzoeking mag worden uitgesloten, gelijk toch geschieden zou, wanneer in die vakken alleen bij het praeparatoir examen werd geëxamineerd;
en 2. uit te spreken, dat wel door de Generale Synode voor het geheele peremptoire examen een tijd van ten minste drie uren gesteld is, maar dat de verlenging van dat minimum, en desgelijks de nadere bepaling van den tijd, die voor ieder vak in het bijzonder te besteden is, aan de dassen, met de deputaten der Particuliere Synoden, is overgelaten; — dat dus, waar geklaagd wordt, dat sommige vakken, en met name practische daarbij niet tot hun recht komen, dit gebrek door de klagers zelven moet veiholpen worden; — en dat, voor zoover er in het algemeen reden is voor die klacht, de Generale Synode er zich toe bepalen moet, om er bij alle dassen en Particuliere Synoden op aan te dringen, dat bij het peremptoir examen alle daartoe behoorende vakken tot hun recht komen.
Bij monde van Dr. D. Hoekstra brengt de comm. van advies rapport uit over het verslag der curatoren van de Theol. School. Curatoren stellen voor, enkele colleges van Prof. M. Noordtzij op te dragen aan Dr. A. Noordtiij. Wat betreft de benoeming van een vijfden hoogleeraar verwierpen curatoren een voorstel van hoogleejaren om aldus te doen, terwijl zij zelf geen voorstel in dezen indienen. Evengoed ondersteunen zij een voorstel van hoogleeraren om het doctoraat aan de Theol. School in te stellen. B o
Prof. Dr. H. Bouwman werd weder benoemd tot redacteur van de „Bazuin". m z
Te betreuren valt dat het aantal abbonné's steeds slinkende is. b
De schoolkas sluit met een belangrijk tekort, vooral te wijten aan de verplichtingen aan de Nationale Vereeniging; welke verplichtingen binnen drie jaren afloopen, zoodat er geen grond is tot gtoote beiorgdheid. 84 kerken collecteerden slechts eens; ri in het geheel niet. Ingediend werd een regeling voor kindergeld voor hoogleeraren aan de school en tot het verstrekken van een toelage aan de weduwe van een overleden lector. i v a E
Op voorstel van de comni. van advies aanvaardt de syn. de volgende condusiëc: ie. Df Generale Synode zendt van harentwege een circulaire aan al de classas, waarin zij er op wijst, dat sommige kerken nalatig zijn in het geregeld tweemaal collecteeren voor de school, en waarin door haar wordt verzocht, dat de classes in hare vergaderingen geregeld vragen, of al'e kerken tweemaal 's jaars voor de school collecteeren en alzoo zorgen, dat haar classicale correspondent van al de kerken der classis op tijd de in de samenkomst der gemeente te houden collecten ontvange.
2 e. De Generale Synode besluit aan de Hoogleeraren van de Theol. School een jaarlijksch kindergeld toe te leggen, overeenkomstig de daartoe door het Curatorium voorgestelde regeling.
3e. De Generale Synode besluit aan Mevr. de Wed. Dr. F. F. Fisscher een j aarpensioen te verstrekken uit het Pensioenfonds der Theologische School ia overeenstemming met het besluit dat door het Curatorium dienaangaande is genomen; aan welk besluit de Synode hare sancti: hecht.
4e. De Generale Synode besluit, dat aan den Lectoï Dr. A. Noordtzij zal worden verzocht aan de Theologen onderwijs te geven in Text criliek en Archaeologia Sacra, en aan de Propaedeutici in Land-en Volkenkunde.
5 a. De Generale Synode besluit de handelingen der Curatoren goed te keuren, met den verstande, dat in verband met de behandeling van punt D 2 — 7 van het Agendum over de beno.'-ming van een vijfden Hoogleeraar en de instelliag van het Doctoraat aan de Theol. School nader door de Synode zal worden beslist, en de Curatoren dank te zeggen voar hun gewich lige diensten aan de Keiken bewezen.
Inzake den arbeid der zending worden de volgende voorstellen aangenomen:
1. Z-jowel voor Soemba als voor Midden-Java worden „algemeene" en „afzonderlijke" vergaderingen, bedoeld in art. 15 der Zendingsorde, ingesteld:
2. Die vergaderingen zullen jaarlijks één af ge vaardigde naar elkander zenden: 't eene jiai één van Java naar Soemba, 't andere jiar ééu van Soemba naar Java;
3. Uit de Generale Kas zal ter bestrijding der kosten van afvaardiging een gedeelte worden betaald;
4. Art. 1$ van de Zendingsorde zal dienovereenkomstig worden gewijzigd;
5. Andere wijzigingen in de Zsndingsorde, behalve wellicht art. 11, worden thans niet aangebracht. Aan de nieuw te benoemen deputaten der Generale Synode voor de Zending onder Heidenen en Mohamedanen wordt echter opgedragen het punt van „revisie der Zendingsorde" nader onder de oogen te zien, en daarover desnoods aan de volgende Synode voorstellen te doen. , ,
Prof. Honig rapporteert inzake de Medische Zending in verband met het rapport van de kerk van Amsterdam.
De volgende conctusiën worden aangnomen:
1. De Synode betuigt aan de kerk van Am sterdam in 't algemeen en hare deputaten voo< de Medische Zending in het bijzonder haren harteiijken dank voor den veeiomvattenden arbeid in dezen in de afgeloopen jaren verricht, en spreekt er hare blijdschap over uit, dat deze arbeid, door den zegen des Heeren tot dusver rijkelijk gekroond, zich thans ook zal richten op Solo;
2. A*n de nieuw te benoemen Generale Deputaten voor de Zending op te dragen, aan de kerk van Amsterdam jtarlijks voor den Medischen Dienst, ia ingekomen verzoek en bij gebleken noodzakelijkheid, een subsidie uit te keeren tot een maximum van twee duizend gulden.
In verband met de uitnoodiging van de „First Internationaal Mission Sudy Conference" besluit de Synode, aan het moderamen van de fun geerende deputaten op te dragen eene beslissing te nemen op deze invitatie. Deze bro^'ders kun nen zoo noodig een onderioek instellen naar 't karakter, den duur en de belangrijkheid dezer Conferentie, om daarna een besluit te nemen.
Op vooistel van den rapporteur ds. Breukelaar besluit de Syn. de toezegging vandefioancieële bijdrage voor de Wed. ds. H. te vernieuwen en ook aan ds. D. steun te verleenen.
Dezelfde rapporteur leest het rapport voor over de toekomstige positie der Keuchenius school, waarover een breed uitgewerkt voorstel door de Generale Deputaten voor den arbeid der Zending is ingediend met bijvoeging van ontwerp-reglementen. De strekking van de voorstellen is, dat de Keuch. School in drie afdeehngen wordt gesplitst: i. tot opleiding van inlandsche onderwijzers; 2 tot opleiding van inlandsche helpers bij den Dienst des Woords; 3. tot opleiding van helpers voor den Medischen dienst.
Voor elk dezer onderafdeelingen wordt door de Syn. een reglement vastgesteld.
Van den gang van zaken aan de Keucheniusschool wordt verslag gedaan; zij nam toe in bloei en beantwoordt steeds meer aan haar doel. De afdeeling tslt thans 38 leerlingen.
De Generale Synode besluit:
1. de handelingen der deputaten inzake de Keuchenius school goed te keuren;
2. voldoening te betuigen over den arbeid der B. B. D. Bakker, D. Koelewijn en J. P. Zuidema, alsmede van de Atg. Verg. en den Raad van Toezicht;
3. te voldoen aan het verzoek aan Br. D. Koelewija door zijn salaris te verhoogen met /25 per maand ingaande met i Oct. a.s. w w
4. Aar Br. J. Zuidema eervol ontslag te verleenen als eerste leeraar aan de Keuch. School onder dankbetuiging voor al zijn arbeid en hem te benoemen tot „leeraar aan de School ter opleiding van helpers bij den dienst des Woords", terwijl de datum waarop dit ontslag en deze benoeming zal ingaan, later zal worden bepaald.
5. Aan de te benoemen deputaten voor de Zending op te dragen om,
a. na overleg met Br. J Zuidema, de Alg. Verg. en de BiiEondere Verg. van Dienaren des Woords de data te bepalen, waarop het ontslag en de benoeming sub 5 genoemd, zullen ingaan.
BBaSB b. en voorts vast te stellen de instructie van r. J. Zuidema als Leeraar aan de school tot pleiding van helpers bij den dienst des Woords, et dien verstande, dat daarbij Br. J. Zuidema ijn verkregen fiaancieele rechten zal blijven ehouden.
Ds. Bikker rapporteert over de voorstellen nzake art. 223 van het regeeringsreglement voor Nad. Indië, tot strekking hebbende dat lle beletselen voor de prediking van het E'.'angelie in Ned. Indië mogen worden weggenomen.
1, De Generale Synode stelt de beslissing over de voorstellen van de Particuliere Synode i/an Gelderland en van de Afsonderlijke Vergadering van missionaire dienaren des Woords op Midden-Java uit tot de eerstvolgende Generale Synode.
2. De Generale Synode stelt deze voorstellen in handen van de nieuw te benoemen deputaten voor de Zending, mei opdracht:
a. te ondertoeken bij de Regeering of zij geneigd is |once bezwaren tegen Art. 123 wtg (6 nemen,
b. te onderzoeken op welke wij «e de veraouding tusschen de Zending en de Koloniale Regeering het best zou kunnen geregeld worden.
Inzake het zendicgsconsulaat in Ned. Indie besluit de Gen, Synode:
1. aan Ds. van B. hartelijk dank te betuigen voor de diensten, door hem als zendingsconsul aan onze kerken bewezen;
2. uit te spreken, dat zij, gezien den arbeid van Ds. van B., 't zendings-consulaat zeer op prijs stelt, en te besluiten, de aansluiting bij 't zendingsconsulaat te bestendigen;
3. aan de te benoemen Depp, voor de Zending op te dragen, in deze. zaak te doen wat noodig mag blijken in hét'^lang van den Zendingsarbeid der Kerken.
Ia antwoord op^ vragen gesteld door de afzondej9ijke vergadering van Missionaire Dienaren des .poords, op Midden-Java, besluit de Synode:
a. 3at, £eh echtverbintenis tusschen Christenen ea lylphamedanen of heidenen ongeoorloofd is;
b. dat zulk een verbintenis niet kerkelijk mag worden beve'stigd en geregeld.
c. dat een christen of christin, die tot zulk eene echtverbintenis neiging of voornemen openbaart, behoort vermaand te worden daarvan af te zien;
d. dat in de prediking en onderwijzing der Gemeente, aan deze zaak de noodige aandacht behoort te worden gewijd; en
e. dat de moedwillige en onbekeerlijke overtreders kerkelijk moeten worden gestraft. Ea voorts: a. dat een z. g. u. gedwongen huwelijk wel kerkelijk mat het gewone formulier moet worden bevestigd; b, dat echter de man en vrouw om hun zonden kerkelijk moe> en worden gestraft; c. dat hun schuldbelijdenis voor de Gemeente behoort te geschieden; d en dat over den tijd waarop deze schuldbelijdenis geschieden zal, in elk geval afzonderlijk moet worden beslist.
Op een. verzoek, ingediend door Ds. Henry Beets, verklaart de Synode dat zij de pogingen van de classis der Hudson Christian Reformed Chur'-'h in N.-Amerika tot het oprichten van een Christian Home voor immigranten en zee lieden in de belangstelling der vereen, aanbeveelt.
Dis, Henry Beets neemt met enkele hartelijke woorden afscheid van de Synode, Het tnoderamen doet aan de Synode voordrachten mor verschillende te benoemen deputaten.
Intake de tijdelijke ruiling en duurzame overplaatsing van mission .-predikanten op Java besluit de Synode op voorstel van de Cum. v, advies bij monde van den rapporteur Ds. v. 1. Veen :
a. Op ruiling of verplaatsing van mission. dienaren zooals die in het referaat is bedoeld, mogen de Kerken niet ingaan; en
b. Er kan alleen dan van ruiling of verplaatsing sprake komen, als zij door de miss. predikanten wordt begeerd en verzocht.
Door de classis 'sGravenhage is verslag gedaan over de uitvoering der haar gedane opracht inzake het uitschrijven van een bede f dankstond. De Gen. Syn. besluit de classis 's Gravenhage dank te zeggen voor de wijze, aarop zij hare opdracht vervuld heeft, en de pdracht van deze classis te continueeren.
In antwoord op een schrijven van Ds. B. waarom geen bededag is uitgeschreven met het og op de aanhoudende droogte en de thans eerschende veeziekte, en waarom dit niet geasn is in 1909 en 1903 spreekt de Syn, uit, at zij het niet uitschrijven van een bededag in enoemde gevallen goedkeurt, wijl geen bepaald lg[emeene ramp aanwezig was.
luzake de huishoudelijke uitgaven der depu aten voor de zending, besluit de Syn. de ekening en verantwoording der deputaten goed e keuren en hen met dankzegging te dechareeren.
Donderdag 31 Aug. Morgenzitting.
Na ledng der notukn over de vergaderingen, elke worden gearresteerd, stelt de voorzitter voor een telegram van gelukwensching te zenden an H. M. onze Koningin, van den volgen den inhoud: De Geref. Kerken te Zwolle in enerale Synode vergaderd, bidden Uwer MajeS' leit den zegen des Heeren toe bij de gewichtige taak der regeering van ons volk, opdat ook zij en stil en gerust leven leiden mogen; zij voeen daaraan toe hare gelukwenschen voor den vorstelijken Gemaal, den Prins der Nederlanden, en hare zegenbede voor de jeugdige Prinses.
De voorz. stelt thans aan de orde de voorstellen van de comm. van advies inzake de benoeming van een vijfden hoogleeraar aan de heol, School. Zij luiden aldus:
De Synode, overwegende, dat het rapport van het Curatorium aangaande het onderwijs, aan de Theol. School gegeven, gunstig is.
overwegende, dat de meerdetheid van de Curatoren de benoeming van een vijfden hoogleeraar niet absoluut noodzakelijk acht, ^
overwegende, dat de jaariijksche rekening van e Theol, School in de eerste drie jaren een belangrijk nadeelig saldo zal opleveren,
besluit tot de benoeming van een vijfden hoogleeraar thans niet over te gaan.
Door de minderheid der comm. van advies ordt aan de Syn. voorgesteld dat zij, overegende, dat, met het hst oog op den gevorerden leeftijd van twee hoogleeraren, verstering van de onderwijskrachten aan de Theol. chool wenschelijk en noodzakelijk is,
overwegende, dat de leerstoel, die in 1902 oor het vertrek van Prof. Biesterveld vacant erd, nog niet weder bezet is, en het gewenscht s, dït de vakken die zich om het Ambt en de ending concentreeren, door een bepaald daartoe angewezen hoogleeraar gedoceerd worden;
overwegende, dat de financieele toestand der heol. School, hoewel niet gunstig, toch niet nrustbarend is;
overwegende, dat de benoeming van een ijfden hoogleeraar ten goede zal komen aan e rust en den vrede in onze kerken. t mmm thans besluit tot de benoeming van een vijfden hoogleeraar over te gaan.
De Overwegingen waarop het voorstel van de meerderheid der com. van advies steunt, zijn deze:
1. dat, naar het oordeel van het Curatorium, de resultaten van het onderwijs aan de Theol School gunstig zijn, en de examens, die door de candidaten in de classicale vergaderingen afgelegd worden, er een bewijs van zijn, dat het onderwijs aan de Theol. op peil staat.
2. dat de meerderheid van het Curatorium van oordeel is, dat de benoeming van een vijfden hoogleeraar, hoewel op zichzelf zeer wenschelijk, op dit oogenblik niet absoluut noodzakelijk is, en de Synode met dit oordeel van meerdÉ^rheid van Curatoren ernstig rekening heeft te .houden.
3. dat de nieuwe regeling, door het Curatorium ontworpen, waardoor het aantal collegeucen van Prof. Noordtzij met drie verminderd IS, voorloopig voldoende kan worden geacht.
4. dat de fiaanciën van de Theol, School de benoeming van een vijfden hoogleeraar niet toelaten, aangezien er in de schoolkas gedurende de eerste jiren een belangrijk tekort zal zijn, en het uitschrijven van een extra collecte voor de Theol, School geen aanbeveling verdient, terwijl niet mag worden voorbijgezien, dat de salarissen der hoogleetaren dringend verhooging behoeven. Over drie jirea zal de financieele toestand wellicht van dien aard zijn, dat over de benoeming van een vijfden hoogleeraar zal kunnen beslist worden, zonder dat de fiaantiën bezwaar behoeven op te leveren.
5. dat eindelijk niet onvermeld mag blijven, dat aan geen enkele hoogeschool hier te lande een afzonderlijke leerstoel voor de practische vakken gevestigd is.
Terwijl de minderheid de volgende overwegingen aan de Syn. voorlegt:
1. dat de leerstoel van wijlen Prof. Biesterveld sinds 1902 onbezet is en het in het belang van het onderwijs aan de Theol, School is, dat de verschillende vakken, die zich om het ambt ea de Zending concentreeren, door een bepaald daarvoor aangewezen hoogleeraar worden gedoceerd, terwijl het bovendien in de bedoeling ligt, aan den te benoemen hoogleeraar ook enkele andere vakken op te dragen, opdat het werk van de andere hoogleeraren eenigszins worde verlicht,
2, dat, hoewel de meerderheid van Curatoren der Theol. School het voorstel om een vijfden hoogleeraar te benoemen, niet kan ondersten-Een, toch een sterke minderheid van een tegengesteld gevoelen is, terwijl ook het College van hoogleeraren eenparig adviseert een hoogleeraar te benoemen, welk advies in deze zaak van groote beteekenis moet worden geacht.
5, dat door de nieuwe regeling van de colleges vac Prof, Noordtzij wel eenige verlichting voor dezen hoogleeraar is aangebracht, maar dat aan het verzoek van Prof. Lindeboom, met het oog op zijn gevorderden leeftijd van enkele colleges te worden ontslagen, namelijk van die colleges, yvelke hij sinds het vertrek van Prof. Biesterveld in 1902 boven het gewone getal voor zijne rekening nam, niet is voldaan en het toch billijk is dat aan dien wensch worde tegemoet gekomen.
4. dat de financieele toestand van de Theol. School in het geheel niet onrustbarend is, wijl het batig saldo bij gewone inkomsten en uitgaven, jaarlijks f 8000— bedraagt en daardoor het toekomstig tekort in de kas der school binnen weinige jaren zal zijn gedekt, terwijl er geen twijfel bestaat, of het salaris van den vijfden hoogleeraar zal, zoo de Synode bij de Kerken aandringt op meerdere offervaardigheid voor de Theol. School, kunnen worden betaald uit de verhooging der collecten en de stijging van de contributiën.
5. dat de benoeming van een vijfden hoogleeraar zeer bevordelijk zal zijn aan de rust en den vrede in onze kerken. Zulk een besluit zal in de kerken in 't algemeen en inzonderheid op hen dia prijs stellen op de handhaving en bevestiging der Theol. School, een gunstigen indruk maken. Indien de Synode aan deze voortreffelijke stichting hare volle aandacht schenkt, en de onderwijskrachten versterkt, zal zij er toe medewerken, dat het vertrouwen, dat geschokt is, weder wordt hersteld.
Ds. Landwehr dient het volgende voorstel bij de Synode in:
De generale Synode:
van oordeel, dat een vijfde hoogleeraar aan de Theol. School noodig is;
overwegende, dat de toestand der financiën van dien aard is, dat geen gelden voorhanden zijn om een vijfden leeraar te salariëeren;
besluit op vermeerdering der financiën bij de Kerken aan te dringen, opdat op de e.k. Generale Synode over de mogelijkheid eener benoeming kan worden geoordeeld,
en draagt aan de Curatoren op, deze zaak voor te bereiden en de volgende Synode te dienen van advies.
Na breedvoeiige discussie, waarin vooral over de verschillende overwegingen werd gehandeld, werden de voorstellen van meer en minderheid verworpen en wordt dat van Ds. Landwehr met 42 tegen 6 stemmen aangenomen.
Na de pauze wordt behandeld het rapport van deputaten inzake de Gereformeerde kerken in Argentinië. De deputaten hebben een circulaiie gezonden aan de kerken om een collecte te houden voor deze zaak. Ook hebben ze zedelijken steun geboden om een onderwijzer uit te zenden naar Argentinië, die geheel op eigen verantwoordelijkheid is beroepen tot dienaar des Woords. De regeering heeft subsidie toegezegd voor de scholen te Buenos-Ayres en Tres-Arroyos. Er is hope, dat die Gereformeerde kerken in Argentinië weldra uit eigen middelen kunnen bestaan. Deputaten geven in overweging, deze kerken als buitenkeiken aan te metken, hetzij van de kerken in Amerika hetzij van de' kerken in Nederland. Dr. J. van Lonkhuizen ontvangt gelegenheid te verklaren, waarom hij een tijdlang zich een benoeming tot superintendent van de Gereformeerde kerken heeft laten welgevallen, ofschoon dit natuurlijk niet is naar de beginselen van het Gereformeerd kerkrecht. Bij zijn vertrek naar Noord-Amerika beveelt hij de belangen der Gereformeerden in Argentinië ten zeerste aan de liefde der kerken in Nederland aan. Helaas, totnu hebben slechts 30 percent der kerken aan het verzoek om een collecte voldaan. De synode besluit overeenkomstig de conclusie van het rapport der commissie, door Ds, H, Meijer uitgebracht:
1. Aan Deputaten den bizonderen dank der Synode te brengen voor hun arbeid,
2. Het rapport van Deputaten in de Acte op te nemen.
3. Op^nieuw deputaten te benoemen voor deze aan elegenheid, en aan deze deputaten als advis'^ur toe te voegen Dr. J. v. Lonkhuijzen:
4. De opdracht dezer Deputaten, inzonderheid van wege eenig begrijpelijk misverstand, tusschen hen en deputaten voor de correspondentie met de buitenlandsche kerken, gerecen en gevolge van minder duidelijke bewoordin-
gen der Acta van Amsterdam (lie Bijlage LXXVII laatste conclusie), nader aldus te belijnen:
a. dat zij de kerken van Buenos-Aires en Fres Arrayoa en overige verspreide groepen onzer stam-en geloofsgenooten in Argentinië dienen van advies, en in voorkomende getallen de belangen en groepen voor de kerken in Nederland bepleiten.
b. dat lij in de komende drie jaren mst bizonderen aandrang weder een collecte van de kerken vragen, als lijnde fioantiëele hulp voor de kleine en zwakke kerken in Argentinië zeer noodig.
c. dat zij de opneming van de kerken van Buenos-Airos en Ftes Arroyos als buiten-kerken onder de een of andere classes voorbereiden tegen de Generale Synode van 1914, en wel in overleg mei genoemde kerken en met de Deputaten der Synode in Noord Amerika.
d. Uit te spreken dat de bemoeienis met de keiken in Argentinië alleen aan deze deputaten IS opgedragen.
Ds. Meijer rapporteert verder dat de hulp van Deputaten tot bijwoning der peremptoire examens in Bentheim en Oost Friesland niet is ingeroepen; dat de deputaten, benoemd om een schrijven ie richten aan de Free Cburch in Schotland, door verschillende omstandigheden hun opdracht niet hebben vervuld.
De deputaten voor de uitvoering van art. 93 der Synode van Amsterdam (inzake Humpata) ontvangen de dankiegging voor hun arbeid.
De Synode gaat nu o eer in Comité Generaal.
Heden werd aan de orde gesteld het rapport van de Deputaten voor de Zending onder de Joden. Een uitvoerig verslag van den arbeid dezer Deputaten is in handen van de Synodeleden. De deputaten hebben zooveel mogelijk uitvoering gegeven aan het besluit van de vorige Synode: „om voort te gaan mat de op richting te bevorderen van plaatselijke ZecdingS' comité's, uitgaande van den Raad der ptsiatselijke kerk tot bearbeiding van de Joden binnen hun ressort, en deze te steunen. Ds. Meijerink rap porteert namens de commissie van adviss over dit verslag. De Synode stemt in mst de con clusie van dit rapport:
Resumeerende adviseert uwe commi-sie der Synode:
a. deputaten dank te zeggen voor han arbeid;
b. behoudens de gemaakte opmerkingen de handelingen van deput. goed te keuren;
c. deputaten te dechargeeren en ten aanzien van de door deputaten gedane voorstellen, te besluiten:
1. in aansluiting aan de Amsterd. Syaode de kerken krachtig op te wekken tot ercstige behartiging van de Jodeniending, en de kerkeraden aan te sporen tot het vormen van plaat selijke zendingscomité's onder de Joden, binnen hun ressort te bearbeiden.
2. te benoemen voor de zending onder de Joden 5 deputaten, daarbij rekening houdende met Joden centra in verschillende streken des lands;
3. deze deputaten te machtigen, met handhaving van het te Amsterdam beslotene, zich zoo noodig voor het financieel beheer bek vvame hulp te verschaffao;
4. aan deze deputaten op te dragee:
a. door geschriften en spreekbeurten de zaak van de Zendicg onder de Joden bij den vooftduur in onze kerken te bepleiten;
b. den arbeid der bestaande zendicgscomité's die uitgaan van een kerkeraad, te steunen;
c. de oprichting van zulke comité's, waar zij nog niet worden gevonden, te be'/ordsren ook door persoonlijke samenspreking met den kerkeraad ter plaatse;
5. aan deze deputaten volmacht te geven:
a. dat zij, indien de staat van de ftaanciën dit toelaat, zich in verbinding stellen met de kerken, die in aanmerking komen voor de aanstelling van een missionairen dienaar des Woords voor de zending onder de Joden, en dat zij, zoo eene kerk hiertoe bereid bevonden wordt, aan deze kerk hunne msdeweiking ver leenen tot het bepalen en vaststellen der verhouding ook in financieel opzicht, waarin de zendende kerk zal staan tot de overige kerken, en voorts tot het werk der beroeping en tot het vaststellen der instructie van den missionairis.
b. dat zij aan alle kerken de gelegenheid geve, de aandacht der depotaten te vessigea op haars inïiens tot dezen arbeid bekwame personen,
c. dat zij de zendende kerk financieelen steun verleene voor het levensonderhoud van den missionairen dienaar en voor de nadere toerusting en voorbereiding tot ziju taak.
Ds. V. Veen rapporteert over het rapport van deputaten naar art. IV der zendingsorde.
Aan deputaten wordt de dank der synode gebracht.
Prof. Dr. Honig rapporteert over de voorstellen tot verbetering van de opleiding van missionaire dienaren des Woords. Bssloten wordt de nieuw te benoemen deputaten voor de zending op te dragen, de volgende synode van advies te dienen over de vraag — het oordeel van de missionaire arbeiders en desgewenscht ook van anderen gehoord — in hoeverre de voorbereiding der missionaire predikanten verbetering behoeft.
Prof. Dr. van Gslderen rapporteett over een tuchtiaak, die reeds herhaaldelijk is behandeld. Omdat er geene nieuwe elementen zijn te berde gebracht, werd besloten te blijven bij de vosige beslissingen. Ejnzelfde beslissing valt in een andere zaak, waarover Ds. Halsema rapporteert. Dezelfde rapporteert over de handelingen van Deputaten op de vorige Synode beooemd, om een schrijven te richten aan de kerken over de verbetering van de predikamstractementen. De Synode besluit:
a. Deputaten hartelijk dank te zeggen voor o de uitnemende wijze waarop zij aan hunne opdracht hebben voldaan,
b. hun rapport in de Acta op te nemen,
c. deselfde Deputaten te benoemen met opdracht om in 1913 de Geref. kerken aan hun missive van 1909 te herinneren, door deze opnieuw rond te zenden, en meteen van alle phatselijke kerken opgaaf te vragen ö/en zoo/a, tot welk bedrag het tractement sedert 1909 is verhoogd, en hiervan rapport te doen op de eerstkomende Generale Synode.
Oud. van Meijenfeldt rapporteert over het Kerkblad, dat sinds 1910 dit blad niet meer is verschenen. Ds Synode besluit:
te handhaven het Besluit der Generale Synode van 1908, dat het Kerkblad niet meer geregeld verschijne; maar de eventueele verschijning daarvan over te laten aan de prudentie van den redacteur Ds. B, van Schelven.
Dezeifde rapporteert over het verslag van het Archief der Synode. Alle conclusie's worden aangenomen:
I. Den Archivaris, Ds. H. W. van Loon, dank te zeggen voor den uitmuntenden arbeid door ZWEerw. verricht en hem als Archivaris te contmueeien.
2> Ingevolge advies van de Comrainie ad, z hoc den Kerkeraad van Amsterdam op te dragen de brandvrije bewaarplaats voor het Archief te doen aanbrengen op de voorgestelde plaats volgens overgelegd ontwerp met bijgevoegde toelichting.
3. De kosten, geraamd op / 250.—, aan den Kerkeraad van Amsterdam te vergoeden.
4. Den Kerkeraad van Amsterdam uit te noodigen, dat hij zich verbinde:
a. deze brandvrije betvaarplaats voor niets anders aan te wenden dan voor het Archief der Generale Synodes;
b. haar toegankelijk te stellen voor daartoe bevoegden, om da stukken, die zij bewaart, te kunnen raadplegen, op zulk een tijd, en op 2u!k een wijse, als in overleg met den archivaris zal worden bepaald;
c. .zorg te dragen, dat, welke veranderingen met het kerkgebouw ook plaats hebben, het archief ongeschonden bewaard blijve en steeds in zoodanigen toestand verkeere, dat het eventueel naar eene andere plaats kunne worden
overgebracht. Oud. Zeelte brengt rapport uit over de handelingen van het moderamen van de vorige synode van 1908. Bssloten wordt hunne handelingen goed te keuren in het bijzonder ook wat betreft de wij se van uitvoering van de besluiten inzake het verband tusschen onze kerken en de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit.
Prof. Dr. van Gelderen rapporteert over het verzoekschrift van Dr. Slotemaker de Bruine, voorütter van den Bond van Protestantsche drankbestrijdersvereenigingen Enkrateia om of een afgevaardigde of een sympaihiebetuigicg naar het in deze maand te houden internationaal congres tegen het alcoholisme te zenden. De commissie van advies is van oordeel, dat zoodanige vertegenwoordiging beswaarlijk is overeen te brengen met het karakter der synode als zuiver kerkelijke vergadering. Daarentegen is de commissie van oordeel, dat de wensch om de aandacht der kerken te vestigen op den strijd tegen het alcoholisme in 't algemeen en op het congres in het bijeonder, zonder bezwaar kan worden ingewilligd. Door de publicatie van de sympatüiebetuiging met het streven van het congres in het persverslag zal vanzelf, naar de meening der commissie, de aandacht der kerken op de zaak worden gevesiigd. Op voorstel der commissie besluit de synode schriftelijk hare sympathie met het streven van het internationaal congres tegen bet alcoholisme te betuigen en dooi publicatie dezer sympathiebetuiging in het persverslag de aandacht der kerken op den strijd tegen het alcoholisme in het algemeen en op het congres ia het bijsonder te vestigen.
Gedurende het overige gedeelle van de morgenziitmg vergaderde het comité.
In de middagsiitirig, die met het aingen van Ps. 115 : 3 wordt geopend, komt aan de orde nes geen op het agendum voorkomt onder punt h Kerk en Overheid. Ds, Rudolph is rapporteur. Aangenomen wordt het voorsttl van de Paiticuiiere Synode van N.-Brabant en Lim burg en besluit de Synode zich door hare Ddputaien voor de Correspondentie met de Hooge Overheid tot ds Rsgeering te wenden mat het verzoek, de reglementen voor de ge vargenissen zoodanig te wijiiger, dat de gevangenen bezoek kunnen omvangen van den predikant der kerk waartoe i\\ behoorei; , l of niet in tegenwoordigheid tan beambsn. Ook het voorstel van de P.ir iculiere ynode van Friesland (N, G.) vindt fympathis. et strekt om het verzoek te doen om igeheele ophefflug van de fiaaniisele lasten, verbonden aan het verkrijgen van een exirac. it het huwelijksregister, noodig voor detkerkejke huifelijksbevssting. De Synods besluit m zich in deze zaak te richten lot den Minis! er an financieën, met het verzoek door wetsuiding deze extracten en de vrijsieiliBgea van rt. 27 zegel wet op te nemen en daarvan door inisterieele aanschrijving aan de ambtenaren an den burgerlijken stand bericht te willen oen. Ds. Rudolph rapporteert verder over e vooïstelien van Gtoningen, N. Brabant, en e classes Haarlem en Enkbuisen, om bij dt egeering aan te dringen, bij eventueele grond etsherziening art. 171 der Grondwet aUoo te ijzigen, dat het onrecht aan de Gerefoimeerde erken aangedaao, worde opgeheven. Het itvoerig en belangrijk rapport over deze zaak evat een uitwerige historische beschouwing ver het recht op da kerkegoederen en het ntstaan van art. 17 r der Grondwet. Ds trekking van het rapport is, dat noch een ijziging van art. 171 noch een loimaken van en fiüancieelen band tusschen ds O/erheid n de Kerken het onrecht zullen wegnemen an de Gereformeerde Kerken aangedaan. Een mendement van Ds. Lindeboom worde aanenomen en in de conclusie het wooroje „thans" pgenomen, zoodat de Synode besluit „thans met m te gaan op hetgeen door de patticuliere Synode van Groningen, N.-Brabant en Limburg en de classis Haarlem ea Enkhuizen wordt voorgesteld".
Prof. Noordtzij rapporteert over de ondercheidene voorstellen om bij de Regeering aan e dringen op wederinvoering van de doodstraf. ok dit rapport is uitvoerig en geeft vele elangrijke redenen voor de conclusie om zich e dezer zake door deputaten voor de corresondentie te wenden tot H. M. de Koningin n tot den Minister van Justitie.
De praeses stelt aan de orde de vraag of de synode ach m deze zaak zal wenden tot de ^IT^ ''^^-v^'' ^5 tegen 24 stemmen
wordt deze vraag bevestigend beantwoord, üe synode besluit daarna:
a. dat de kerken het gewenscht achten ten psichte van de wederinvoering van da doodtraf tegen opzettelijken en welbewezen moord f doodslag zich te wenden tot de Hoose Overheid;
b. dit dcen niet door reqaestreering, maar oor samenspreking van de deputaten der kerken oor de correspondentie met de Hooge Overeid om Hare Majesteit de Koningin, in verregen audiëntie, b.? kend te maken mst de rnstige overtuiging der kerken te deser zake aarna ook met den Minister vaa Justitie-
aarna ook met den Minister vaa Justitie-' c. daarna over het gehoorde rapport uit te rengen aan de volgende Generale Synode.
Ds. Breukelaar rapporteert over het rapport an generale deputaten voor de zending en eeft een resumptie van dit groote rapport. In 908 werd voor de Generale kas voor de ending ontvangen / 22736, 201/2, in 1909 1813437I/2, in 1910 / 20559.42. Men houde el ia 't oog, dat dit slecUis de inkomsten zijn an de Generale kas. Veel grooter sommen erden door de afzonderlijke zendende kerken aamgebracht voor de zending op Midden-Java n Soemba. Met algemeene stemmen worden e conclusie's van het rapport aangenomen adat Ds. Klaarhamer's voorstel is overgenomeri m de conclusie's aan te willen vullen met de etuiging van den hartelijken dank aan de roeders, die het financieel beheer van de ending behartigd hebben lu de namiddagvergadering werden de volgende conclusiën inzake de zending aangenomen:
De Generale Synode besluit:
1. dank te betuigen aan de deskundigen, die telken jare de administratie hebben nagezien, alsmede aan den quaestor voor de gehouden administratie en het gehouden beheer,
2. de rekening en verantwoording van de deputaten der Gen. Synode voor de zending betreffende de Gen. Kas goed te keuren en hen te dechargeeren,
3. te stellen ter beschikking van Alg. Verg. ten behoeve van de zendingsbibliotbeek op Midden Java een bedrag van ten hoogste/300 per jaar,
4. toe te staan voor de kosten van de Alg. Verg. een bedrag tot een maximum van /loo per jiar.
5. op te dragen aan de te benoemen deputaten der Gen. Synode voor de zending quaestoren te benoemen van art. 27 der zendingsorde,
6. uit te spreken, dat de kerken van «/hunne inkomsten voor de zending, en dus ook voor wat inkomt voor den Med. dienst, 10 pCt. behooren te storten in de Gen. Kas en met nadruk de kerken op te wekken tot eene getrouwe navolging van dezen regel,
7. te doen vervallen de uitzondering, die tot heden was toegestaan voor wat de vereeniging Dr. Scheurer hospitaal bijeenbracht voor den Med. dienst, wat betreft de storting der 10 pCt, en aan de te benoemen deputaten op re dragen te dier zake met de kerk van Amsterdam in overleg te treden in verband met de subsidie, die voor het Petronella-hospitaal is toegestaan.
8. de te benoemen Deputaten voor de zending te machtigen, desnoodig gedurende de volgende drie jaren, desnoodig tweemaal een extracollecte uit te schrijven ten behoeve van de Gen, Kas.
9. Last en macht geven aan de te benoemen deputaten voor de zending om in geval van uiterste noodzakelijkheid ter voorkoming van stagnatie in den gang der zaken, zoo mogelijk voorschot op te nemen voor rekening der gezamenlijke kerken tot een maximum van / 19, 000.
10. Aan de te benoemen dep. voor de zending, ter uitvoering van het bepaalde in Art. XVIII al. 2 der zendingsorde dezelfde instructie te verstrekken, die de Gen. Syo. van Amsterdam in navolging van die van Arnhem en Utrecht hare deputaten gaf, en voorts ben op te dragen om alle voorkomende zaken, dis mochten blij ken niet geregeld te zijn of waarover de beslis sing niet kon worden uitgesteld tot de volgende Gen. Synode, te oordeelen en te beslissen.
In de avondvergadering wordt aan de orde gesteld, het advies over de voorstellen tot het verleecen van promotierecht aan de Theol. School, uitgebracht bij monde van Dr. T. Hoekstra. Ter tafel is een gedrukt advies van de hoogleeraren die eenparig op het verleenen van dit recht aandringen, terwijl de curatoren bij meerderheid van stemmen besloten dit voorstel niet te steunen. Het advies der Com. van rapport wordt eenparig overgenomen, luidende:
De Syaode, kennis genomen hebbende van de voorstellen van de Pirticuliere Syj.ode van Overijssel en van de classis Koevorden, insgc iiiks van het verzoek van de Hoogleeraren der Theol. School inzake het verieenen van het pfomotierechi aan de Tüsol. School,
overwegende, dat de Synode besloten heeft thans de benoeming van een vijfden hoogleeraar nog niet over te gaan,
besluit het voorstel van da Partic. Synode van Overijssel en de classis Koevorden, en het verzoek van de Hoogleerarea der Theol. School thans niet in behandeling te nemen.
Ouderling Hiersch rapporteert inzake een verzoek aan de Geref. Kerk vaa Brielle; op voorstel der com. van advies besluit de Synode.
1. Den geachten deputaat voor deze zaak, Ds. B, vaa Schelven, voor zijne bemoeiing haren dank te betuigen.
2. Kva. de fioanciësie commissie deser Synode op te dragen, de reeds voorgeschoten gelden '/ 200 aan dea Broeder bovengetioemd terug e betalen.
3. De particuliere Synode van Zuid Holland Zuider gedeelte) uit te noodigen, om gedurende et ingetreden Synodejaar iastrlijks /roo uit te eeren, op vertoon van quitantie aan den erkeraad van Brielle, om op de e. v. Generale yaode deze som terug te ostvangen.
Bij monde van Prof Lindeboom brengt de om. van advies het rapport uit van de deputaten ot oefening van verband van de Geref. Kerken, et de Theol. FacaUeit der Vrije Universiteit. inds de vorige Synode kreeg het voorgestelde erband zijn beslag. Met droefaeid wordt hernnerd aan het overlijden van Prof. P. Blesterveld n den deputaat Dr. L, Wagenaar. De zaak er benoeming van eea nieuwen hoogleeraar ordt ernstig overwogen. Rekening van ontvangst n uitgaven wordt gedaan. Op voorstel der Com. esluit de Synode:
1. De handelingen van de Depntaten tot efening van het verband tusschen de Gereforeerde Kerken en de Theol. Faculteit der rije Uüiyersiteit goed te keuren en Deputaten e dechargeeren, met dankzegging voor hunnen rbeid;
2. Aan de te benoemen Deputaten opdraen om hun aandacht te wijden aan het onderijs, dat gegeven wordt in de Historia Sacra, m te beoordeelen, of dit onderwijs kan gecht worden te beantwoorden aan den eisch an geschiktheid voor de opleiding tot den ienst des Woords in onze Kerken.
3. Hun een crediet te openen van twee onderd galden per jaar, en daarvoor uit de osten dezer Synode een bedrag van zes onderd gulden te deponeeren bij de kassiers , G. Weisz & Co. te Amsterdam.
Van de classis Utrecht kwam een ver/.oek in at de Ger. Sya. bij de Hooge Overheid aanringe „op ds bevordering der Zondagsrust". e Com. van advies geeft bij monde van Prof. oordtzij een historische toelichting tot deze westie wat betreft onze wetgeving. Op voorstel er Com. besluit de Ger. Synode niet op het oorstel van Utrecht thans in te gaan, maar oor het rapport der Com. in hare acte de andacht te vestigen van de leden der kerken n van onse kerkeraden op de toepassing van e Wet binnen den kring der gemeenten en er Provinciale S; aten krachtiger te bevorderen.
Ds. Klaarhamer brengt het slotrapport uit nzake den arbeid der zending; Z.Eerw. memo eert het bijwonen der wereldconferentie te dinburg en de visitatie der posten op Saemba, ver welke beide zaken de Com, geen bij sondere pmerkingen heeft te maken. Een woord van artelijke waardeering wordt gesproken voor den rbeid der Ger. deputaten voor de zending, ooral ook van degenen die thans 12I/2 jaar eze taak op zoo uitmuntende wijze hebben erricht. De Sya. aanvaardt voorts de conclusie er com.:
I. De Synode keure goed alle handelingen an de deputaten, voorzoover zij nog niet door aar besproken zijn;
2. De Synode betaige haren hartelijken dank aan de deputaten voor de zending voor hiinnen omvangrijken arbeid;
3. De Synode déchargeere genoemde deputaten.
De Synode gaat over tot de benoeming van de deputaten voor verschillende belangen.
Op voorstel van broeder Dr. J. C. de Moor en nog eenige andere broeders, besluit de synode, indien er voor r9i3 een vacature in het getal professoren aan de Theol School mocht komen of indien voor i Jan. 1913 de gelden gevonden kunnen worden voor een vijfden hoogleeraar de kerk van Den Haag, die de roepende kerk is voor de volgende synode, te machtigen haar op het verzoek der curatoren saam te roepen uiterlijk binnen zes maanden nadat dit verzoek tot haar gekomen is.
Alle zaken zijn nu ten einde gebracht.
De praeses spreekt een slotwoord. Deze synode heeft nu niet zoo lang geduurd als anders. Er zal weder een leegte voor de afgevaardigden zijn, als ze weder van elkander zullen gescheiden zijn. De voorzitter dankt de leden van het moderamen en al de leden der synode voor den arbeid door ben verricht. Er is een weemoedige gedachte, dat de leeftijd klimt ook van de praeadviseerende leden. De nestor van hen, Prof. Rutgers, heeft de vergadering reeds verlaten, anders zou hem ook een bijzondere dankbetuiging gebracht zijn. Hetgeen geschied is na de synode van Amsterdam, het overlijden van zoovele en bekende broeders herinnert ons den grooten en heiligen ernst des levens, dat zoo kort is.
Wat den door de synode verrichten arbeid betreft, was er bij den praeses eerst vrees, nu is er hope dat er vrucht en zegen van de door de synode gekomen besluiten zal uitgaan. Bouwe de Heere zijn Zion' in ons land om Christus' wil.
De assessor Ds. J. Landwehr dankt den praeses voor dit slotwoord en voor de leiding van den praeses, die terecht is genoemd een geboren praeses; hij bidt den zegen Gods toe aan den praeses, opdat hij tot rijken zegen nog zij voor de kerken, die de liefde van zijn hart hebben.
Prof. Noordtzij spreekt «Is de oudste van de tegenwoordig zijnde praeadviseerende leden een woord van hartelijken dank aan de synode. Ook als men niet alles ontvangt, wat men zou begeeren, is er toch dankbaarheid waar de eenheid is in de liefde en in het geloof in Jezus Christus. Z.Hooggel. spreekt de beste wenscheu uit voor den arbeid der broeders in de.gemeente en den geestelijken bloei der ketk.
Na het zingen van Ps. 33 : ir gaat de voorzitter voor in dankgebed en wordt door hem deze Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland gesloten.
De Generale Synode benoemde de volgende Deputaten:
Voor de Correspondentie met de Hooge Overheid: Ds. A Brummelkamp, Prof. M. Noordtzij, en Prof. Dr. D. P. D. Fabius; Secundi: Prof. Dr. J. Woltjer, Prof. Dr. H. Bjanck, Prof. Dr. A. G. Honig en Ds. H. W, van Loon.
Voor de correspondentie met de Buiteclandsche Kerken: Prof. L. Lindeboom, Dr. Js. van der Linden, Ds. B. van Scaelven, A. W. Schippers.
Voor de correspondentie met kerken van Gereformeeide belijdenis, buiten ons Kerkverband levend: de Kerk van Utrecht;
Voor de Generale Kas voor Emeriti-Predikanten, Predikants-Weduwen, Weezen: Ds. J. A, Goadbloed, Ds. W. B. Renkema, Ds. A. Schweitzer, G. J. Brugsma, H, Brink.
Voor de Zending onder de Joden: Ds. J. Douma, Ds. J. D. v. d. Velden, Ds. H. C. v. d. Brink, Ds. J. J. Miedema, Ds. J. P. Tazelaar.
Voor de Zending onder Heidenen en Mohammedanen: Ds. J. D. V. d. Munnik, Ds. J. P. Klaarhamer, Ds. H. Schollen, Ds. H. Dijkstra, Dr. J. Hania, Ds. W. B. Reokema, Ds. Joh. Visser, Ds. W. Breukelaar, Ds. R. J. W. Rudolph, Ds. F. W. Sluyter, Ds. G. F. Kerkhof en Da. A. J. Mulder.
Voor de oefening van het verband tesschen de Gereformeerde Kerken met de Theologische aculteit van ds Vrije Universiteit te Amsteram: Ds. P. J. W. Klaarhamer, Dr. P. A. E. illevis Smitt, Ds. J. A. Goedbloed, Ds. J. D. V. d. Munnik, Ds. W. Breukelaar en Ds. W. H. ispen.
Voor de bijwoning van het cximen in de erkelijke vergadering van Bsntheim: Dr. C. . Schot, Dr. W. A, van Es, Ds. M. Meyaring, s. C. L. F. van Schelven, Ds. Th. Oegema.
Voor het eximen naar Art. IV der Zendingsrde: Prof. Dr. W. Geesink, Prof. Dr. A. G. onig, Prof. Dr. H. H. Kuyper, Prof. M. oordtjij, Ds. H. Dijkstra.
Voor de geestelijke belangen van de Gere j ormeerden in Argentinië: Ds. K. Fernhout, s. J. H. Landwehr, T. Plantenga.
Voor het eventueel uitschrijven van een bedeag: de classis 's-Gravenhage.
Voor de bewaring van het Archief; de Kerk an Amsterdam.
Voor de samenroeping der e. v. Generale d ynode: de Kerk van 's-Gravenhage.
Kort verslag van de vergadering der classe Gorinchem, gehouden te Goïinchem, den i6sn Aug. 1911.
1. Opening camens de kerk van Noordeloos, oor baar consulent. Ds. J. van der Vlies van ttoland. „
2. Alle kerken zijn wettig vertegenwoordigd. wee kerken hebben een instructie. u v
3. Het moderamen wordt als volgt gecontitueerd : Ds. K. J. KapteiJD, praeaes; Ds. J, teflfens, scriba; Ds. C, J. H. van Diemen, ssessor.
4. De notulen worden gelezen en onveranderd earresteerd.
5. Naar aanleiding van het niet aanwezig zijn an een der Dienaren des Woords, hoewel de lasse met het oog op de vacantiea 3 weken ater dan de bepaalde datum was gesteld, spreekt e classe uit, dat het op reis gaan met vac. er D. d. W., geen wettige reden is, om niet er vergadering tegenwoordig te zijn.
6. De praeses spreekt een hartelijk woord van elkom tot den predikant van Leerdam, Ds. S. . Los, die voor de eerste maal ter vergadering s. In eveneens hartelijke bewoordingen wordt e toespraak van den praeses door Ds. Los eantwoord.
7. Het voorstel Vianen: „de classe stelle als egel, dat elke kerk, die hulp begeert, naar rt. II of 13 K. O., de desbetreffende aanvrage oe op de Febr.-vergadering, met tijdige opgave oor het agendum, en met kennisgeving minstens weken voor die vergadering aan den classicalen eputaat naar art. 11 of 13 K. O., opdat deze, a een onderzoek in loco, de vergadering met dvies diene", wordt aangenomen.
8. Rapporten.
a. Van den classicalen quaestor.
b. Van de dep. ter Prov. Synode van Zuidolland (zuid. ged.) gehouden te Hellevoetsluis en 3oen Juni 1911.
c. Van den dep. voor hulpbehoevende kerken in zake de aanvrage van eene der kerken.
9. Benoeming van 2 kerkvisitatoren in plaats van Ds. J. E. Reijenga en Ds. G. Verrij. Benoemd worden: Ds. J. J. Steinhart en Ds. W. L. Milo. Sec. Ds. J. van der Vlies en Ds. W. H, Bouwman.
10. Onderzoek naar art. 41 D. K. Geen bijzondere mededeelingen.
11. Regeling der vac. beurten. Asperen: Ds. W. H. Bouwman en Ds. S, O. Los. Giessen-Nieuwkerk en Oudekerk: Ds. W. L. Milo en Ds. J. Steffens. Hardinxveld: DJ. K.J. Kapteijn en Ds. C. Lindeboom. Noordeloos: Ds. J. J. Steinhart, Ds. J. van der Vlies en Ds. C, J. H, van Diemen.
12. Sluiting.
Namens de vergadering der classe Gorinchem voornoemd:
C. J. H. VAN DIEMEN, assessor.
Meerkerk, 17 Aug. 1911.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1911
De Heraut | 4 Pagina's