GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gemengd Nieuws.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemengd Nieuws.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zendeling Weiszenbruch die te Si Piak voor de Rijnsche zending onder de Bataks van Sumatra arbeidt, deelt mede, dat zijn arbeid zeer werd tegengewerkt door een.... plant, Sidjungkot genoemd. Hij schrijft daarover het volgende: »Deze plant stond op een veld op de grenzen van Girsang en Parapat en trok de aandacht door hare buitengewone lengte en nog meer door haren bijzonderen vorm. Zoodra de zaak bekend werd, stroomde het volk er heen. De bezitter van het veld had de plaats al tot een sSombaona (aanbiddingsplaats) verheven; ook plantte hij rondom de plant suikerriet, pisang en heesters met roode bloesems, en omgaf het geheel met een heining. Hij legde daar ook geregeld offers neder. Aan de bezoekers van het heiligdom verhaalde hij, dat de plant eiken avond hare stem verhief en luide riep. Ook verspreidde zij zegen. Wanneer men eenige harer bladeren met een pond rijst kookte, dan kon men 30 menschen daarmede verzadigen; legde men een blad in een rijstveld, dan kon men zeker van een goeden oogst zijn. Jong en oud verdrong zich om die wondere plant te zien en een harer bladeren meester te worden. Ook ging het gerucht van mond tot mond, dat de Sidjungkot mensch worden zou. Toen de Christenen en zij die onderwezen werden voor den H. Doop, in deze beweging dreigden medegesleept te worden, dacht ik dat het tijd werd om aan die dwaasheid een einde te maken. Ik moest zelf juist een reis naar Si Gumpar ondernemen, en daarom gaf ik mijn onderwijzer Kenan de opdracht, met de leerlingen naar de xiSombaon< ( te gaan, de plant met den wortel uit te graven en naar Si Piak te brengen. Toen de onderwijzer met zijn leerlingen er heen toog, volgden hem 100 mannen en vrouwen. Nadat de leerlingen gezongen hadden en de onderwijzer de verzamelde menigte over haar bijgeloof bestraft had, besprak hij met den bezitter zijn voornemen, die aarzelend en vol vrees toestemming gaf om de plant uit te graven. Daarop ging de onderwijzer aan het "werk en groef de 11/2 meter lange plant uit, en at voor aller oogen een blad er van op, ten bewijze dat het niet waar was, gelijk men beweerde, dat een blad, als men het at, in de keel bleef steken. Toen ik van Si Gumpar terug kwam vond ik de Sidjungkot in een groot blik geplant; men moest haar verbergen, want anders was zij van al hare bladeren beroofd geworden. Maar de gedachte dat die plant mensch zou worden, was met de uitgravicg niet verdwenen. Zij had de gedaante van een kort Bataksch roer. De een duimdikke stam werd naar bovengaand gelijkmatig breeder, daarbij steeds gladder en dunner wordend. Op den bovenrand bevonden zich twee takken, die, terwijl zij naar beneden neigden, er uit zagen als twee handen die zich buigen tot den Batakschen dans. In het midden der schouders verhief zich een met gele bloempjes versierde verhooging, die door de menschen als een hoofd aangeduid werd. Het geheel was met tallooze kleine blaadjes bedekt en is wel geschikt om bewondering en verbazing over de scheppende kracht Gods in het leven te roepen. Jammer genoeg moest ik de plant zelfs voor onzen huisjocgen verbergen, en toen ik met de mijnen in de hooge lucht ontspanning zocht, is zij in den tijd der droogte verdord. Maar zelfs in verdorden toestand is zij nog interessant genoeg, zoodat de ambtenaar van Si Aular verzocht haar naar den Plantentuin te Buitenzorg te mogen zenden, opdat de heeren daar er hun advies over kunnen geven.

Zoo eindigde de Siajungkotgeschiedenis. De valsche propheten, die beweerden dat als de plant uitgegraven was, zij tot hare plaats zou wederkeeren om daar tot mensch te ontwikkelen, verstomden. De duivel had echter zijn doel bereikt: de gemoederen waren genoeg opgewonden en verward om zonder bezwaar grootere dwalingen te gelooven«.

WiKCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 oktober 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Gemengd Nieuws.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 oktober 1911

De Heraut | 4 Pagina's