GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Dat ook gij een Heere in de hemelen hebt”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Dat ook gij een Heere in de hemelen hebt”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

[HEMELVAART].

Gij heeren, doet uwen dienstknechten recht en gelijk, wetende, dat ook gi} ëenen Heere hebt in de hemelen. Col. 4 : I.

De hemelvurt van Jezus is de Tioonsbestijging van oneen Koning.

Tot dusver was zijn verkeer op aarde een verkeer in staat van vernedering geweest. Hi kwam om aller dienaar te zijn, en zich voor anderen te geven. Zoo gaf hij zich tot in den dood, en na den dood tot in het graf. £n wel volgde toen de venijzenis en stond hq op in majesteit, maar het koite aanzijn van Jezus na zijn Opstanding droeg van meet af, en al deze veertig dagen, een onzeker karakter. Verheven boven den staat van zijn vernedering, was bij toch nog niet tot zijn volle glorie ingegaan. En daarom verscheen hij wel aan zijn jongeren, en verscheen nogmaals en ten derden male, maar 't was niet meer als vóór Golgotha een gestadig met hen verkeeren, en een als heer en meester met hen omgaan. Het was alsof Jezus reeds tot hooger sfeer behoorde, en slechts nu en dan uit die hooger sfeer zich tot de zijnen afliet. Kortom, het was die veertig dagen lang een overgangstoestand. Niet meer het volharden in den staat der vernedering, en nog niet het in zijn gegaan in de hemelsche heerlijkheid.

Die overgangstoestand houdt veertig dagen aan, maar néémt dan ook een einde, een einde door de hemelvaart. Want wel is Jezus ook na zijn hemelvaart nog aan Paulus op den weg naar Damascus en aan Johannes op het eiland Patmos verschenen, maar dit was beide malen een nederdalen uit den hemel. Heel anders dan zelfs zijn laatste verschijning in Galilea en op den Olijfberg.

Of in die veertig dagen ook een overgang in Jezus lichamelijken toestand plaats had, we weten het niet. Er was aan het lichaam, waarmee Jezus ten derden dage verrees, veel anders, dan toen het in het graf werd nedergelegd. Het is daarom zeer wel mogelijk, dat dit veranderingsproces ook die veertig dagen is doorgegaan, en dat het lichaam van Jezus, toen hij van den Olijfberg opvoer, metterdaad een verandering van nog meer beteekenis had ondergaan; een verandering die ook daarna nog ksm zijn doorgezet, tot Jezus' lichaam ten slotte in de volle heerlijkheid werd overgeleid.

Maar ook afgezien hiervan trad met de hemelvaart van Jezus de algeheele verandering van positie in. Die hemelvaart was een breken met het aardsche hierbeneden, en een overgaan in de positie van volmaakte heerlijkheid, gelijk die al het hemelsche kenmerkt.

Hij was in belofte en profetie reeds als Koningskind te Bethlehem geboren, maar die drie-endertig jaar van zijn verkeer op aarde was die Koninklijke Majesteit afgelegd en de gestalte van een dienstknecht aangenomen. Doch nu nam dit alles een einde. Nu werd hij die in de gestalte van een dienstknecht was, opgeroepen om in't paleis der hemelen in te gaan; in dit paleis als Koning aan de rechterhand des Vaders plaats te nemen; en van nu voortaan als Heere en Koning over heel de schepping Gods, met alle hem op aard en in den hemel gegeven macht, te heerschen.

Dit nu bindt de apostel, doelende op Jezus' hemelvaart, ons op 't hart. Voorzeker, ook in den hemel der hemelen blijft Jezus onze Borg en onze Verzoener, 't onderpand onzer zaligheid en onze Voorspraak, maar 't nieuwe dat er nu bijkomt, en het eigenlijke dat door de hemelvaart tot stand wordt gebracht, is, dat Jezus nu niet meer in de eerste plaats onze hoogste Leeraar, en niet meer in de eerste plaats onze Hoogepriester is, maar, hoezeer dit alles blijvende en steeds ook dit tweezijdig ambt vervullende, toch alsnu in de eerste plaats geworden is onze Heere en onze Koning, wiens heerschappij over ons uitgaat, wiens woord ons ten wet moet wezen, en wien te dienen onze glorie moet zijn.

En dit nu is 't, wat de apostel ons niet slechts leerstellig voorhoudt, maar ook practisch op geheel eigenaardige wijze gevoelen doet.

Gij hebt ook zelf onder u een man of vrouw die u dient. Deze zijn uw dienstknechten en dienstmaagden. Deze zijn u gehoorzaamheid schuldig. Maar ook gij zijt aan uw onderhoorigen toewijdbg schuldig en trouwe zorge. En om hierin nu recht te staan, hebt ge niet anders te doen, dan dat ge uw eigen positie met die van uw ten hemel gevaren Koning vergelijkt.

Gij staat onder uw Koning, die ten hemel opvoer, gelijk uw dienstknecht onder u staat. Dag bij dag ondervindt ge, hoe uw Heer en Koning voor u zorgt, met u omgaat, u zijn heiligen dienst licht en tot een lust maakt. En zoo nu als ge zelf ondervindt, dat uw Koning in den hemel voor u zorgt, zoo ook hebt gij voor uw dienstknechten en dienstmaagden op aarde te zorgen.

Niet om hun ongehoorzaamheid door de vingers te zien. Dit doet Jezus met u ook niet. Over elke ontrouw en ongehoorzaamheid bestraft hij u in uw consciëntie. Dit doet uw Jezus, omdat de Vader het hem oplegt, en omdat hij weet dat 't goed en noodig voor u is. En zoo ook zoudt gij uw dienstknechtenen dienstmaagden bederven en de orde verstoren, zoo ge ze niet bij stipte gehoorzaamheid hieldt. Doch juist omdat dit van Godswege uw plicht is, moet ge het zóó uitvoeren, dat ieder voelt hoe ge 't alleen om Godswil doet. En juist dit zal u bekwamen om 't evenzóó te doen, als Jezus met u omgaat, en ook u tot volharding in de gehoorzaamheid dwingt.

Doch hoofdzaak en uitgangspunt hierbij blijft dan toch, dat ge erkent, belijdt en diep beseft, hoe door Jezus' hemelvaart voor hem het Koningschap, maar voor u het leven in dienst, in gehoorzaamheid en in toewijding werd ingezet.

Dit is voor u de practische keerzij van de hemelvaart.

Wel mag de hemelvaart u verheffing van gedachten geven, om in te leven ia de heerlijkheid waartoe Jezus is ingegaan; wel moogt ge, in tegenstelling met Gethsemane en Golgotha, u over dien ingang in hemelsche glorie van uw Heiland verblijden; en wel moogt ge in 't stil gebed heilige gemeenschap met uw Jezus zoeken en genieten; maar hoe ver ge dit alles ook trekt, het eerste bij een Koning die den troon bestijgt, is en blijft toch de eed van trouw dien ge als onderdaan te zweren, en de dienst in trouwe gehoorzaamheid dien ge hem toe te wijden hebt.

De hemelvaart zegt u, dat Jezus thans zijn Koningschap aanvaard heeft; dat hij als Koning zit, niet enkel om glorie te genieten, maar om te regeeren, en in dat regiment ook u ais trouwen dienstknecht te vinden; en juist omdat men hier zoo weinig heeft ingeleefd, is onder onze Christelijke feesten de hemelvaart steeds in de schaduw blijven staan.

Te belijden dat Jezus ten hemel voer, de kroon hem op het hoofd werd gedrukt, en zijn Koninklijk regiment inging, beteekent voor uzelf en voor ieder die met u den Heere belijdt, dat ge't zeggensschap over uzelf kwijt zijt, dat ge uw zelfstandigheid hebt ingeboet, dat ge niet meer over uzelf hebt te heerschen, maar u hebt te laten beheerschen door uw Koning. Jezus' hemelvaart sluit voor u het meest volstrekte j onderdaanschap in zich. Gij zijt onderdaan g worden. Als onderdaan zijt ge in zijn dienst getreden. Met al uw krachten, gaven en talenten hebt ge aan den dienst van Jezus als uw Koning u toe te wijden. £n bovenal, ge hebt in alles hem te gehoorzamen. Wat hij als uw ten heifle gevaren Koning van u eischt, is niet, dat ge, naar eigen inzicht en naar uw eigen goedvinden, u hem ten dienste stelt, zoodat uw dienst een soort offerande zou zijn, die hij van u zou moeten aannemen in aard en wijs als u dat goeddunkt.

Verre van daar, moet gij veeleer uw ik breken. Niet aan u, aan Jezus staat de keus en beslissing, hoe en op wat wijs ge met al 't uwe hem ten instrument zult zijn. Van hem het gebod, aan u de onderwerping. Van hem de wet, aan u de gehoorzaamheid. Voor hem het Koningsschap, en voor u de dienst als onderdaan van uw Heere.

Alleen zóó verstaan, gaat van Jezus' hemelvaart de krachtiglijk aangrijpende prediking uit, die u tot betoon van kracht in staat stelt. Jezus ten hemel gevaren, en gij, in gehoorzaamheid aan uwen hemelschen Koning, naar den hemel op weg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's

„Dat ook gij een Heere in de hemelen hebt”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1912

De Heraut | 4 Pagina's