GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Institueering der Gereformeerde Kerk te Djocjakarta.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Institueering der Gereformeerde Kerk te Djocjakarta.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals men zich herinneren zal, hebben de plannen van den Amsterdamschen Ker> keraad om een eerste schrede te zetten op den weg, die tot institueering der Gereformeerde Kerk te Djocja lelden zou, in Indië ernstige bedenkingen uitgelokt. Ds. Weyers oefende kritiek in ons blad, Ds. K. van Dijk deed dat in het Gereformeerd Theologisch Tijdschrift, en ook de Algemeene vergadering van Zendingsarbeiders op Java had naar het schijnt bezwaren. De Kerkeraad van Amsterdam heeft daarom over deze bedenkingen advies gevraagd van Prof. D. F. L. Rutgers, Ds. B, van Schelven en Ds. W, Breukelaar. Met het door hen gegeven advies hebben de deputaten van de Zending van Noord-Holland en de Kerkeraad van Amsterdam zich kunnen vereenigen, zoodat nu het volgende besluit genomen is:

De Raad der Gereformeerde Kerk te Amsterdam,

gezien het schrijven van zijn missionairen dienaar Ds. C. Zwaan, ingezonden na overleg met en op advies van de Algemeene Vergadeling, in art. 15 der zendingsotde genoemd, en inhoudende eenige opmerkingen betreffende het ter zake van de instituëeting der kerk te Djocjtkarta genomen besluit,

alsmede een schrijven van den dienaar d.d. S April 1913, eveneens ingezonden ca overleg roet en op advies van de Algemeene Vergadering en inhoudende eene „concept-regeling van de verhouding tasschen de Gereformeerde Kerk te Amsterdam en „de nog-niet-volledig gtïQstitaeerde kerk" te Djocjakarta, inzake den arbeid te Djocjakarta”;

overwegende,

I. dat zijn dienaar Ds. C. Zwaan en de Algemeene Vergadering blijkbaar met den kerkeraad van oordeel zijn, dat er vooreerst van „volledige institueering der kerk te Djocjakarta" nog geen sprake kan zijn, maar dat dit nog niet belet om nu reeds tot een begin van institueering te komen;

2. dat in de toegezonden concept-regeling een voorstel gedaan wordt betnffende de regeling der verhouding in zake den arbeid, nadat de kerk te Djocjakarta tot een begin van institueering zal zijn gekomen, maar deze geen enkele aanwijzing bevat, hoe naar het oordeel der Algemeene Vergadering de kerk te I^jocjakarta tot een begin van institueering moet worden gebracht, zoodat geacht mag worden, dat men zich ten dezen thans met bet reeds te dier zake genomen besluit in hoofdzaak wel kan vereenigen;

3. dat in het genomen besluit in zake de institueering der kerk te Djocjakarta alleen was bepaald, a. op wat wij se aldaar ouderlingen en diakenen zouden worden gekozen en in dienst gesteld; b. hoe voorloopig hun arbeid zou worden geregeld; en dat daarbij nog geen regeling was vastgesteld, hoe de verhouding tusschen de Gereformeerde kerk te Amsterdam en de „nogniet-voUedig-geinstituëerde kerk" teDjocjikarta, in zake den arbeid aldaar zou zijn, en zulks, wijl beter geacht werd, dat eerst de kerk te Djocjakarta tot eene, zij het nog niet volledige instituëeririg kwam, en daarna, na verloop van eenigen tijd, eene zoodanige regeling getroffen werd, opdat aan de ontwerpicg en vaststelling dier regeling ook de kerk te Djocjikarta door het orgaan van de vergadering harer ouderlingen en diakenen mocht kunnen deelnemen;

4. dat alsnog de in sub 3 genoemde wijze van handelen wel de meest juiste wordt geacht, wijl deze a. geheel in overeenstemming is met den in dezen aanbevelenswaaidigen regel: „maak het niet, maar laat het groeien"; b. de rechten der tot institueering komende kerk te Djocjakarta, ten volle erkent en eerbiedigt ;

5. aat evenwel, nu de Algemeene Vergadering eenparig van oordeel blijkt te zijn, dat er reeds riu eene regeling der verhouding in zake den arbeid te Djocjakarta kan worden vastgesteld, en er geen bezwaar tegen is, eene zoodanige regeling vast te stellen, nog voordat de kerkte Djocjafarta tot een begin van institueering is gekomen, — ook bij den raad der Gereformeerde kerk te Amsterdam geen overwegende bezwaren bestaan, om reeds nu daartoe over te gaan;

6. dat het, — aangezien in zake de regeling en verhouding tusschen het Europeesch en het inlandsch deel der gemeente te Djocjakarta blijkbaar nog geen genoegsame eenstemmigheid van gevoelen bestaat, om in dezen thans reeds eene beslissing te nemen, — geraden schijnt over de regeling dezer verhouding nu ook nog niets te bepalen;

besluit het reeds vroeger genomen besluit inzake de institueering der kerk te Djokjakarta te wijzigen en aan te vullen, en mitsdien A. aan zijnen missionairen dienaar Ds. C. Zwaan op te dragen,

1. al de belijdende maaslidmaten te Dj Djakarta samen te roepen en door dezen uit te voren opgemaakte en aan de gemeente bekend gemaakte getallen, met volstrekte meerderheid van stemmen, eenige broeders te doen verkiezen voor den dienst van het ouderlingschap en eenige broeders voor den dienst van het diaken schap;

2. de Algemeene Vergadering, in att. 15 der Zendiagsorde genoemd, uit te noodigen om met hem de sub i bedoelde voordracht op te maken, die, zoo mogelijk, uit dubbelgetallen zal bestaan, en waarbij gewenscht is, dat niet alleen eenige inlandache Christenen, maar ook eenige Europeanen voor den dienst van het ouderlingschap op de voordracht wórden geplaatst;

3. de broeders die gekozen zijn, te beroepen tot ouderlingen en diakenen der kerk te Djocjakarta.

4 de namen der benoemden gedurende twee Zondagen aan de gemeente aldaar voor te dragen ter approbatie;

5. de algemeene vergadering uit te noodigen over de bezwaren, die eventueel mochten worden ingebracht, te oordeelen en te beslissen.

6. de benoemden, nadat zij door de gemeente zijn geapprobeerd, in den dienst te bevestigen met het formulier daartoe zijnde;

B, Aan zijnen missionairen dienaar Ds. C Zwaan op te dragen om, zoodra de opdracht, sub A genoemd, is uitgevoerd, namens den raad der Gereformeerde Kerk te Amsterdam met de „nog niet volledig geinsthueerde Kerkte Djocjakarta" in zake den arbeid te Djocjakarta eene regeling aan te gaan, aldus luidende:

Art. I. De Kerk te Djocjakarta aanvaardt de belijdenisschriften, de kerkenorde en de liturgische geschriften van de Geretarmeerde Kerken in Nederland en treedt op onder den naam van „de Gereformeerde Kerk te Djocjakarta." De Gereformeerde Kerk van Amsterdam, erkent de Kerk te Djocjakarta als „de nog niet volladig gtïnstituëerde Kerk te Djocjakarta.”

Art. II. De kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Djocjakarta wordt gevormd door den missionairen dienaar des Woords te Djocjakarta en de ouderlingen en diakenen.

De Gereformeerde Kerk te Amsterdam machtigt zijnen missionairen dienaar, als dienaar des Woords zitting te nemen in den kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Djocjakarta en al den arbeid te verrichten, die tot den dienst des Woords behoort.

De Gereformeerde Kerk te Djocjakarta kent aan dezen dienaar des Woords alle rechten toe, die naar kerkenorde aan een eigen dienaar des Woords toekomen.

Bij verschil van gevoelens tusschen den dienaar des Woords en den kerkeraad, waarbij de dienaar des Woords meent niet te mogen meegaan met het besluit van den kerkeraad, zal de kerkeraad, zoo hij meent zich niet te kunnen vereenigen met het oordeel van den dienaar des Woords, zich wenden tot den kerkeraad te Amsterdam, die alsdan hierover zijnerzijds beslist, behoudens beroep op de classicale vergadering van Amsterdam, de Particuliere Synode van Noord-Holland en de Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland.

Art. III. De zendingearbeid te Djocjakarta wordt geleid door den dienaar des Woords volgens de instructie hem door den kerkeraad Amsterdam verstrekt en in overleg met den kerkeraad te Djocjakarta,

Hij doet van al zijnen zendingsarbeid geregeld mededeeling aan den kerkeraad te Djocjakarta, die zijnerzijds in dezen arbeid getrouwelijk met hem meewerkt.

Over de toelating tot de Sacramenten beslist de kerkeraad, behoudens het bepaalde in de laatste alinea van art. 2.

Art. IV. De regeling van den arbeid van den dienaar des Woords en zijne helpers in het midden der gemeente berust bij den kerkeraad doch behoeft de goedkeuring van den dienaar des Woords. De aanwijzing van personen voor bepaalde werkzaamheden m dezen arbeid geschiedt door den dienaar des Woords en behoeft de goedkeuring van den kerkeraad.

Art. V, Voor den dienst der ouderlingen en diakenen wordt als regel aanvaard hetgeen te dezer zake is omschreven ia de Nederlandsche geloofsbelijdenis, de kerkenorde, en het bevestigingsformulier.

Art. VI. De dienaar des Woords blijft, voor wat leer en leven aangaat, onderworpen aan het kerkelijk oordeel van den raad der Gereformeerde Kerk te Amsterdam.

Art. VII. Ouderlingen en diakenen der Gere > formeerde Kerk te Djocjakarta worden benoemd onder medewerking van d; manslidmaten der gemeente, die toegelaten zijn tot het heilig Avondmaal, naar de daarvoor door den kerkeraad te maken regeling.

Art. VIII Zoolang er nog geen meerdere vergaderingen van volled'g geïnstitueerde Gereformeerde Kerken op Java bestaan, worden niet alleen de gevallen waarin de Kerk te Djocjakarta en de Kerk te Amsterdam niet tot overeenstemming kunnen geraken, maar ook de gevallen waarin de Kerk te Djocjakarta den bijstand van andere Kerken behoeft, gebracht op de vergadering van de Ciasse Amsterdam, en zoo noodig op die van de Particuliere Synode van Noord-Holland en op die van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in > Nederland.

Art, IX. De benoeming van helpers in den Zendingsarbeid geschiedt door den missionairen dienaar des Woords in overleg met den kerkeraad te Djocjakarta.

Art. X. be gebouwen te Ejocjakarta, aldaar door de Gereformeerde Kerk te Amsterdam gesticht, kunnen door de Kerk te Djocjakarta worden gebruikt, doch blijven vooralsnog eigendom der Gereformeerde Kerk te Amsterdam.

Naar we hopen, is daarmede deze twistappel uit den weg geruimd. Niets is nadeeliger voor den arbeid der Zending, dan dat men in het moederland en de kolonie verschilt over de wijze, waarop de arbeid der Zending moet worden aangevat. Da Kerkeraad te Amsterdam heeft daarom wijs gedaan met naar het advies van de heeren Rutgers c.s. te luisteren en door cp enkele punten aan de bezwaren tegemoet te komen, den weg te banen voor een oplossing, die wederzgds bevredigen kan. Van een geheel zelfstandige Institueering met volkomen onafhankelijkheid van den Kerkeraad te Djocja zal blijkens dit besluit nog geen sprake wezen. De misslónnalre.

Dienaar blijft Dienaar van de Kerk te Amsterdam en wordt alleen „geleend" aan de tot institueering komende Kerk te Djocja, gelijk dit ook oudtijds meermalen geschied is in de dagen der Reformatie, toen de predikanten „geleend" werden aan zwakkere kerken. De nog niet volledig geïnstitueerde Kerk te Djocja blijft, zoolang In Indiëzich nog geen sterker kerkelijk leven uitkomend in classicale en synodale vergaderingen ontwikkeld heeft, behooren tot het kerkelijk verband van de classis Amsterdam. Het gevaar van Independentisme worde daardoor vermeden. Maar, aan de andere zqde doet de Kerkeraad van Amsterdam de concessie, dat de te Djocja gekozen ouderlingen en diakenen niet a!s ouderlingen en diakenen van Amsterdam's kerkeraad, maar van de Gereformeerde Eerk te Djocji zullen optreden en daar een Kerkeraad zullen vormen. De institueering zal dus alleen een tempo sneller geschieden dan oorspronkelgk het plan was. Want het spreekt wel vanzelf, dat het eerste advies allerminst bedoelde een blijvenden toestand te scheppen, maar alleen ais overgangsmaatregel bedoeld was om, zoodra de gemeente te Djocja daarvoor rijp was geworden, haar meerdere autonomie te schenken. Een principleele quaestie was hiermede dus niet gemoeid ; het gold alleen een vraagstuk van prudentie. Daarom kon de Kerkeraad van Amsterdam deze concessie gemakkelijk doen, nu bleek, dat de broeders in Indië tegen dit punt bezwaar hadden. Maar aan de andere zijde heeft de Kerkeraad van Amsterdam er beslist voor gewaakt, dat de pas gestichte en nog zwakke kerk te Djocja niet geheel op zich zelf kwam te staan. Tot volledige institueering komt het nog niet. Dat zal eerst geschieden, wanneer de kerk sterk genoeg is om eeneigen Dienaar des Woords te beroepen, en wanneer in Indië de mogelijkheid geopend wordt om een kerkelijk verband vaameerdere kerken in het leven te roepen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Institueering der Gereformeerde Kerk te Djocjakarta.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's