GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Monographiën zur Weltgeschichte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Monographiën zur Weltgeschichte

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 26 September 1913.

In de Monographiën zur Weltgeschichte verscheen in dit jaar een levensbeschrijving van Zwingli en Calvijn door Dr. August Lang bezorgd. Een onverdeeld bewonderaar van Calvijn is Dr. L^ng niet, en z^n critiek op den grooten Hervormer van Geneve spaart hij dan ook niet. Maar hoeveel bezwaren hg ook hebben moge, toch eindigt hij in een warme lofspraak, wanneer hij aan het slot het beeld teekent van de Kerk van Genere, zooals deze onder Calvijn's leiding geworden is. Ea onder de edelste vruchten van Calvijn's kerkorganiseerend talent rekent hij de Instelling van het diakonaat. „Deze Kerk, zegt hij, die in haar diakonaat van den aanvang af een eigen ambt voor de liefdadigheid bezat, wekte dies schitterenden zin voor weldadigheid en offervaardigheid, die een eeretltel van Geneve en In het algemeen van de verschillende kerken van het Gereformeerd Protestantisme tot op den huldigen dag toe gebleven is" (blz. 137).

Aan die schoone lofspraak op Calvijn mag ik wel herinneren, nu onze Diaconale Conferentie 17 September j.I. te 's Gravenhage haar zilveren jubileum vierde. Dr, de Moor moge in de keurige rede, die hij bij deze gelegenheid over de ont' wikkeling van het diakonaat hield, lich' telijk den spot hebben gedreven met de toenemende jubileum-manie onzer dagen, toch zgn we dankbaar dat de Diaconale conferentie haar vijf en twintig jaar bestaan feestelijk herdacht, al was het alleen maar om de beide kostelgke geschriften die we daaraan danken. De heer R. Broekhulzen, secretaris der conferentie, gaf een historisch gedenkboek uit onder den titel: Decentrale diaconale conferentie van de Geroformeerde Kerken in Nederland in haar ontstaan en ontwikkeling geschetst, waarin een overzicht wordt gegeven niet alleen van de oprichting, het voortbestaan, het comité, de onkosten en de adviseurs der conferentie, en gewezen wordt op het diaconaal orgaan en de handboeken, die voor het diaconaat zijn ultgegegeven, maar ook summier vermeld worden alle punten, die op de verschillende diaconale conferenties zijn behandeld, en de resolutiën die over deze punten zijn genomen. Vooral dat laatste gedeelte geeft aan dit geschrift groote waarde en maakt, dat het voor de diakenen een uitnemend hulpmiddel kan wezen. Richtte de heer Broekhulzen dus den blik op het verleden en iiet hij ons zien, hoe nuttig de Diaconale Conferentie gewerkt had, om voorlichting en leiding aan onze diakenen te geven. Dr. de Moor vestigde het oog op de toekomst en teekende in zijn pakkend woord, geestighumorlstisch, bezielend schoon en vol practicale wijsheid, den weg, waarop het diakonaat tot nog rijker ontwikkeling komen kan.

Ook deze rede, die eveneens bij J. H. Kok te Kampen is uitgegeven, wenschen we in aller handen, vooral in de handen onzer diakenen, om met de gulden lessen, daarin neergelegd, winst te doen.

Aan de Diaconale conferentie zelve zij ten slotte bij haar zilveren feest onze hartelijke gelukwensch geboden. Ze heeft haar taak steeds bescheiden opgevat en ich nooit als een kerkelijke vergadering beschouwd, die met zekere beslissende acht in diaconale zaken wilde optreden. Ze ilde niet heerschen, maar alleen dienen door voorlichting en advies te geven aan onze broeders diakenen. Daardoor is ze In onze Kerken tot een rijken zegen geworden. Ze heeft door de genade Gods er veel toe b^'gedragen om het diaconaat, dat in zoo diepe versmaadheid verzonken lag, weer tot eere te brengen; de diakenen weer dieper doordrongen van den heerl^ken arbeid, dien Christus hun opdroeg; en bg zoo menig moeilijk vraagstuk, waarvoorde sociale toestanden onzer maatschappg hen plaatsten, licht ontstoken. Moge zs in de toekomst met evenveel zegen arbeiden In onze Kerken, opdat de lofspraak, die Dr. Lang aan de Kerken van het Gereformeerd Protestantisme schonk, ook voor onze Kerk steeds meer tot waarheid worde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

In de Monographiën zur Weltgeschichte

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's