GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestatel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestatel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. LAMMERTS, . J. HULST. DRIE . EN ZESTIG JAREN PREDIKER. GEDENKSCHRIFTEN. Kampen, J. H. Kok, 1913.

I.

In dit boek waar de ook in onze kerkelijke kringen bekende DR. HENRY BEETS van GRAND RAPIDS een VOORWOORD bij schreef, vertelt de 88-jarige Ds. HULST, die, na drie-en-zestigjaren het predikambt te hebben vervuld, eerst in NEDERLAND en sedert 1874 in AMERIKA, waar hij thans als emeritus te NÜNICA in MICHIGAN woont, — zijn eigen levensgeschiedenis.

Het is verdeeld in vijf hoofdstukken.

Als opschrift staat boven het Ie: De plaats mijner geboorte en wat ik alzoo van de Afscheiding van 1834 waarnam; boven het 2e: Levensherinneringen, tot mijn roeping tot de Evangeliebediening; heeft het 3e als titel: Over mijn uitwendige en inwendige roeping tot het ambt; heet het 4e: Waarnemingen en ervaringen in Nederland, te Birdaard, Ferwerd en Stadskanaal; en gaat het Se over: Arbeid en ervaringen in Noord-Amerika: te Danforth, Coldbrook en Eastmanville. Emeritaat.

Tegenover het titelblad staat het portret van den bijkans 90-jarigen auteur. Hoog voorhoofd, nog helder-kijkende oogen, fijn-gevormde neus en dunne lippen. Mooie, energieke mannekop door wit hoofdhaar en vollen, breeden t> aard omlijst \ niet zonder distinctie.

Deze MEMOIRES verdienen, dat ik er de aandacht op vestig en er de belangstelling voor vraag vari onze lezers.

Allereerst, omdat Ds. HULSI', die ten onzent in 1825 is geboren, de SCHEIDING van '34 heeft zien ontstaan en ook in 1880 den tweeden exodus uit de DUTCH REFORMED CHURCH heeft geleid, daarvan als oog-een oorgetuige verhaalt.

Maar deze gedenkschriften zijn ook nog i; . ander opzicht van beteekenis dan als bijdragen tot de kennis van de historie der Gereformeerde Kerken. Zij toch gunnen ons een kijk niet alleen op (Ie uitwendige levensomstandigheden van haar schrijver, maar ook in zijn, voor mij nog veel merkwaardiger, zieleleven. Dien kijk krijgen wij door wat hij er in vertelt van zijn leven als zielzorger; van zijn eigen geestelijk leven; van den keer in zijn theologisch denkleven, die, doordat hij de verbinding van het »onderwerpelij ke< en het »voorwerpelijke« niet had ge vonden, er op uitUep, dat hij wel niet met zijn hart, maar dan toch met zijn hoofd 'n eenzijdig objectivist is geworden.

En eindelijk verdienen deze MEMOIRES onze belangsteUing, omdat het zulk echt en trouw werk is.

Zeker, GEDENKSCHRIFTEN, geschriften waarin de schrijver of schrijfster hun zélf doorleefde ervaringen mededeelen, zijn, evenals DAGBOEKEN, een beetje uit den tijd.

Uit ónzen tijd, die immers meer in het teeken van hét Sociale, dan van het Individueele staat.

In de tweede helft der 18 eeuw, den tijd van de AuFKLaRUNG, de periode van hèt IndividuaUsme was dat weer anders.

Toen gaf men z'n Gedenkschriften en schreef men z'n Dagboeken; en wie deed dat al niet.

Omtrent die 18e eeuwsche autobiographiëen herlas ik echter nog onlangs bij een auteur die het weten kan: »Het vereenzaamde zelf is er zich voorwerp van bewonderende beschouwing; het bespiegelt zich in zijn particuUere toestanden, zijn gewaarwordingen, zijn voortreffelijke bedoelingen". En mijn auteur noemt dat zoo terecht: »Een mooi-doen met zich zelf, dat zich vaak verheft tot ziekelijke sentimentaliteit*.

Ik kan echter de verzekering geven, dat van al zulk »mooi-doen" in de gedenkschriften van Ds. HULST geen zweem te ontdekken "is.

Hij was er te veel Christen voor.

Na dit wat lange «praatje-vooraf", noodig om mijn lezer te doen voelen, dat dit boek meer waarde heeft, dan men oppervlakkig wel zou denken, steek ik alsnu van wal.

Laat het mij thans hebben over de beteekenis dezer. GEDENKSCHRIFTEN uit het oogpunt der historie.

De historie, eerst van de Gereformeerde kerken in NEDERLAND, bepaaldelijk die der AF­ SCHEIDING.

Geboren, zooals ik boven reeds zei in 1825, heeft LAMMERT HULST als kind de religieuse beweging, die ten onzent op de kerkelijke scheiding van '34 uitliep, ondergaan. In de Afscheiding zelf heeft hij als Gemecntehd en straks ook als predikant meegeleefd.

In zijn ouderlijk huis te OUDLEUSDEN, een buurtschap van het Overijsselsche dorp DALFSEN, werd prijs gesteld op den Godsdienst, vooral door den invloed van zijn moeder en zijn oudsten broeder JAN, en waardoor zijn vader ook aillengs gewonnen werd.

Het gezin, eenvoudige boeremenschen, stond dan ook in den tijd toen LAMMERT nog een kind was en het over het geheel, ook in DALFSEN en OUDLEUSDEN, »op godsdienstiggebied, treurig uitzag, beide school en kerk deerlijk in verval was», — het gezin zijner ouders stond met nog twee andere gezinnen in de buurtschap bekend als »voor het goede te zijn«.

Als straks die drie gezinnen het onder de prediking van den «remonstrantschen haar het rationalisme overhellenden» dominee te DALFSEN niet langer kunnen uithouden, gaan zij, buiten kerktijd, conventikels houden en weldra voegen zich bij hun samenkomsten oek andere dorpsgenooten.

Van dezen kring van «stillen in den lande», van - mystiek-getinte vromen, onder wie ook SCHORTINGHUIS' INNIGE CHRISTENDOM gelezen werd, — verhaalt HULST dan in dit Ie hoofdstuk.

Uit de verdieping van het religieus gemoedsleven, zoo te Dalfsen als elders, is de beweging ontstaan die tot de AFSCHEIDING leidde.

Terecht, zegt HULST dan ook op p. 10, dat de beweging van '34 niet is ontstaan door hen, die men gewoonlijk de «Vaderen van de Scheiding* noemt. Terecht, want-ook ik kan het niet anders zien, dan dat de SCHEIDING niet.is gemaakt, maar geworden.

Verder verhaalt Ds. HULST ons dat en hoe het te DALFSEN tot de Afscheiding kwam; dat men er een eigen kerkgebouw met Ds. VAN RAALTE, die zich te OMMEN had gevestigd, als consulent kreeg, en in 1844' in Ds. J. SCHUUR­ MAN, een discipel van Y. RAALTE, een eigen predikant.

Op een tractement van nog geen ƒ 300.

En hij vertelt nog meer.

Ook van de vervolging.

In DALFSEN zelf, „waar wij wel eens door het grauw uitgescholden en bedreigd werden, " liep het met die vervolging, dank zij het optreden van den burgemeester MUELERT, nogal los.

Toch heeft hij, als knaap van 12 jaar, het elders ook anders gezien.

Zeker, wat hij toen gezien heeft wat een der g gevolgen was van , , de Maatregelen tegen de Afgescheidenen", is niet het ergste; er zijn naar men weet erger en ergerlijker dingen gebeurd.

Eén van de twee door hem bijgewoonde en beschreven gebeurtenissen, wil ik hier èn als z h niet-onvermakelijk staal van magistrale vlegelachtigheid èn als voorbeeldig staal van kerkelijk l ambtsbesef, uit zijn boek afschrijven:

„Ik herinner mij nog, dat Ds. A. C. v. RAALTE eens te VERSEN dicht bij OJIMEN in een groote boerenschuur predikte, toen de Burgemeester van OMMEN met een paar Veldwachters, onder het bedrijf binnenstormde en riep: , , Van Raalte, houw den bek!" Deze-haaste zich niet om te gehoorzamen, en de Burgemeester hervatte: „Fd!« Raalte^ snit gij den bek houé/i r" Van Raalte vroeg: Wat is er van uw believen Mijnheer ( De Burgemeester zeide: „Ik kom uit naam des Konings en gebied u uiteen te gaan!" Van Raalte gaf ten antwoord : Maar ik heb last van den Koning der koningen^ om dezen volke het Evangelie te verkondigen. Mijn last is derhalve hooger dan die van U, en daarom doe ik U weten, dat ik aan uw bevel niet kan beantwoorden. Ik zal proces-verbaal opmaken, riep de Burgemeester. En Van Raalte, na tot l den Burgemeester gezegd te hebben : „G^a-Je gang" wendde zich tot de vergadering en begon waar hij geëindigd was, en de Burge­ p meester droop af. Dat ging recht naar mijn zin."

Na van zijn 22e jaar af te HOOGEVEEN, bij w Ds. W. A. KOK, zijn opleiding tot het predikambt o te hebben ontvangen, wordt LAMMERT HÜI^T in 1849 predikant bij de SCHEIDING en dient dan achtereenvolgens de Gemeenten van BIR­ DAARD, . FERWERD en STADSKANAAL.

Op wat hij in hoofdstuk 2—4 van zijn levenservaringen als jongeling: van zijn roeping tot het Ambt mededeelt; en evenzoo, als man, van zijn pastoralen arbeid in zijn Gemeente, van zijn geestelijk leven en van den keer, die inzijn theologisch denken kwam, toen hij stond te FERWERD, zijn tweede Gemeente, hoop ik in een volgend artikel terug te komen.

Thans is het mij alleen te doen om de beteekenis dezer Gedenkschriften voor de historie van onze Gereformeerde Kerken in het licht te stellen.

Laat mij, wat NEDERLAND betreft, er nog aan toevoegen, dat het eerste hoofdstuk, bij wat ik er reeds uit mededeelde, ook bericht omtrent hetgeen de schrijver in de eerste en latere jaren als predikant in. de SCHEIDING heeft beleefd. Het zijn veelszins interessante mededee-­Ungen omtrent de strijd over het z. g. ambtsgewaad ; omtrent de Leer-en Regeertroebelen; de kerken onder het kruis; de eerste opleiding tot het leeraarsambt.

In 1874 vertrok Ds. HULST, na een beroep dèr HOLLANDSCHB GEREFORMEERDE KERK van DANFORTH in ILLINOIS te hebben ontvangen, naar AMERIKA, en dat niet omdat hij, gelijk vele zijner kerkelijke vrienden, die daar reeds in 1840 waren heengegaan, van oordeel was: God had Nederland verlaten.

Dit brengt mij tot de beteekenis van zijn Gedenkschriften voor de historie, ook van de Gereformeerde Kerken in AMERIKA, bepaaldelijk die der AFSCHEIDING.

Van de HOLLANDSCHE GEREFORMEERDE KERK in Noord-Amerika, die reeds van 1628 dateert, hadden de kolonisten, die in 1840 en later uit NEDERLAND waren gekomen, zich in 1857 afgescheiden en toen de CHRISTELIJK GEREFOR­ MEERDE KERK gesticht.

Een tweede exodus uit de HOLLANDSCHE GEREFORMEERDE KERK had plaats in 1880 en deze groep vereenigde zich in 1882 met de CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERK.

Van dezen uittocht en die vereeniging nu is DS. HULST, toen hij op zijn tweede plaats de Gemeente COLDBROOK in GRAND RAPIDS stond, de leider geweest.

Aan wat hij daaromtrent in zijn Se hoofdstuk op p. 120—133 mededeelt, danken zijn GEDENK­ SCHRIFTEN hun beteekenis ook voor de historie der Geref Kerken van Amerika.

HENRY BEETS zegt in zijn Voorwoord: »Ook voor onze Amerikaansche Kerkgeschiedenis heeft dit werk waarde, omdat Ds. Hulst de leider was der groep die in de tachtiger jaren den kamp streed tegen de Vrijmetselarij in de Gereformeerde Kerk, en aan de Chr. Geref.-Kerk niet alleen een groot aantal leden en plaatselijke kerken bracht, maar ook, en dat beteekende heel wat meer, een kentering omtrent ons bij de Nederlandsche geloofsgenooten".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Leestatel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's