GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestatel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestatel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. LAMMERT J. HULST. DRIE EN ZESTIG JARBNT PREDIKER. GEDENKSCHRIFTEN. Kampen. J. H, Kok. - 1913.

IV.

, Doch ten aanzien van de algemeene weten schappen, waardoor de blik moet verruimd worden, werden wij schaars bedeeld".

Dus, naar ik in mijn vorig artikel reeds vermeldde, Ds. HULST zelf, waar hij niet zonder waardeering herdenkt zijn Theologische opleiding te HOOGEVEEN. Toen hij dat in zijn GE­ DENKSCHRIFTEN - neerschreef, was hij een oude

man van 88 jar maar aljaaXviroaar-.£4, .alsjongQ, .roan_.yan 2S had hij er; , ds; draëye ervaring, .yari öpgëèïan.

Hij staat (ian pas twee maanden te BIKDAARI? , zijn eerste Geineente. »Geboren en opgevoed 'Wdé iliystiek« Tieèft hij iri die • maanden schier ••-hiét'"4a: n-i'bèvindiö|« gepreekt.'v, r: : ;

Zijn preeken was ‘n getuigen.

‘n: .van Getuigenvan getuigen van subjectieve, geraoe4servariiigeB; een spreken pit . - den drang van, wat hij zelf noemt, xde tot in-.^-siinct bij hem geworden mystiek; * een jubelen. , .over het, in imiig verkeeren mèt, genieten in God, over het/rui Deo; een zich verlustigen in het 'aahschóinven van het aanschijn des verzoenden • Gods, ïwelks aanschouwing", zooals onze Leer-"règels van Dord het zoo iniiig-teer uitzeggen, - ïdett godvruchtigen zoeter is dan het leven en •-•.«relks verber^ng-bitterder i§ dan de dood.”

‘t Spreken uit leven

Maasr dan op het einde dier twee maanden. Komt er een ker.

Nog niet der keer in zijn theologisch denkenten aanzien van de Verbondsopvatting, maar een keer in zijn wijze van preeken.

Op, zichzelf' was .^dati-nog zoo, . : k\yaad niet. .: j: .Dejong(Ê .dominee , had tot dusver een preek: methode gevolgd, die zeker éénzijdig was i eenzijdig subjectief of ondervyerpelijk. _ , " •

»lk preekte, " dus zag hij het nü in, > méer den "Christen dan den "Christ«/; , " slègderiieer nadruk ' pp den Christus in ons, dan op den Christus voor ons.'' ' • ., , •

Zeker »getuigen" zonder meer, is nog ge^n • preeken ïöoals^het behoort. •

Maar wat bij-zijn nieuwe .vvijze van preeken, gemeten aan. den maatstaf, dien. men bij een , : , preek behoort aanteleggen, wel een kwaad was, fs de omstandigheid dat Ds. HULST alsnu juist ., in 'n andere eenzijdigheid verviel, 'doordat hij Voortaan eenzijdig objectief of voorwerpeiijk ging preeken. • . ' • ' ' .

En dan nog Wel uitsluitend dogmatisch.

Dit nil was, ïiaar ik niet anders kaa zieri, "èën gevolg "van zijn opleiding. te HOOGEVEEN, : *aat hijv naar zijn - eigen zeggen, »gped gedrild : . was geworden^ in de stellige, wederle^gende en praktische. Theologie"; , maar meer ook niet. Noemt, hij in zijn. GEDENKSCHRIFT zijn bevindelijk preeken .of «getuigen"^ een «misstand", hij wil, dat zijn lezers zich over dien misstand niet te vèèl moeten verwonderen^ > Ik was welbeter onderwezen te HÓOGÈVEEN, maar ik was in de mystiek-geboren en opgevoed".

Zich' vaa' den: «misstand" bewust, vraagt hij zichzelf-nu af: -»Hoe moet ik dan preeken? "

Het antïvoord was: zooals Christus en.de Apostelen gedaan hebben. Zij hebben de leer . ontniikkeld'.en. i\i had de ontwikkelde leer slechts ..te onivcwifie/iy hlóot te leggen voor het kleine verstand vari mijn hoorders, en niets meer».

Dit > en" niiets meer« teekent.

Afgezien nog van de mij ietwat vreemd aandoende^ wijl ze' mij hoegenaamd geen gedachte aanbiedt, - onderscheiding, tusschen Qntunkkelen .en ontvouwen, komt het mij voor, dat Ds. HULST zjch hier min gelukkig uitdrukt.

Het is toch niet geheel juist, dat de verkondiging van Jezus en de Apostelen niets meer is geweest dan het brengen van een »leer", immers tot die verkondiging behoorde ook het «getuigen».

Maar ook voorzoover die verkondiging, welke Ds. HÜLST zich bij zijn nieuwe prcek-methode 'ten voorbeeld koos, een leer of een onderwijzing was, schijnt het mij. toe, dat hij van dit zijn. voorbeeld eea-niet volkomen heldere voor-•-'steffingTvhad.-.-De: r7«^/r--.oÊ.4e onderwijzijig-van : Jezus en de Ap.Qstelen bedoelde toch niet alleen ..kennis bij. te brengen omtrent Gods wezen en werken; omtrent Zijn wil voor het saaraleven met onze medemenschen; maar ook omtrent hetgeen de Schriftuur noemt «den verborgen omgang" met God.

En door nu uit zijn prediking niet alleen het «getuigen*, maar' ook de leer omtrent de vita ' spiritualis of > het geestelijk leven« voortaan te .bannen, toont. Ds. HULST metterdaad, ook van de leer van Jezus en de Apostelen die hij zich ten voorbeeld stelt, een min heldere voorstelling te hebben. Dat hij zich die leer dus en alzoo niet dan yerrninkt of geschonden voorstelt vindt, naar, ik meen, zijn oorzaak in zijn opleiding te HoOGEVEEN.

Want, a4s ik mij nu bezin over FRANCKEN'S •KERN DER CHRISTELIJKE LEER, hèt handboek waaruit Ds HULST te HOOGEVEEN had gestudeerd, dan is de • leer die daarin wordt voorgedragen, ook al volgt bij elk der 34 hoofdstukken een BETRACHTING, vrij wel saamtevatten als een leer over het .AVezen van God en Zijn Werken, met . eëh kort hoofdstuk waarin over Zijn wil voor "het saamlevén niet onze medemenschen wordt gehandeld. En zoo laat het zich verstaan, dat de .leer, die de predikant van BIRDAARD zich voor-'narti «voor' hét. kleine verstand zijner hoorders ^^%ite ontvouwen", neerkwam op wat men onder de «leer» in enger zin verstaat en die dan-sg-menvalt met de dogmatiek,

Hij had het zelf niet anders geleerd.

Nu behoort het dogmatisch eleihent ongetwijfeld een integreerend deel onzer prediking : te zijn. , . . ,

'n-iPreek is, in den hoogen zin van het woord, •een kunstwerk.,

Als het dogmatisch element er in ontbreekt, dan is het evenzeer een onvolkomen, ja een even onbeholpen Stuk werk, als de geschilderde of gebeitelde mensch-gestalte waarin het anatomisch elérhent Hvordt-gemist.

Maar niet minder dan het dogmatische zijn ook het ethische of praktikale, en het mystiek element, haar integreerende bestanddeelen.

Eerst zop toch i8 de preek, die «getuigenis", Biaar , óok «leer" of onderwijzing moet zijn, leering in den rijken en ruimen zin van christelijke leer; van leer die hoofd, hand en hart bedoelt te. treffen.

De individualiteit van den prediker zal het acce'ntueeren van een dezer drie elementen beïnvloeden; iets wat, als het daar maar bij blijft, .nog niet is te misprijzen. "Van een der predikanten uit de CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK, den reeds lang gestorven, maar te ROTTERDAM nog lang niet vergeten, .Ds-. KLINKERT, werd mij nog onlangs verteld, "hóe juist de «analyse van het "geestelijk leven*, aan zijn onverdacht rechtzinnige en zeldzaam praktikale prediking zulk een machtige bekoring gaf. En ook heb ik door heel-eenvoudige menschen meer dan ééns hooren vertellen, dat hij in zijn preeken «zoo - .mooi schilderen kon«. , , .•

«Je zag h^ voor je», ; ., •: ", . n--. ... • .: ƒ; ...

Dit laatste is zeker geen integréerc; n(l bestanddeel van de preek.

. Het is bijkomstig; maar het is toch niet te versmaden, als dit esthetische bestanddeel er bij koint. Bovendien, riiemand mindei: dan ónze Heiland heeft 'öök zóó gepredikt.

Denk maar aan «de gelijkenissen."

Zoo werd dan Ds. HULST, de in , de mystiek 'geborene en opgegroeide, na twee maanden tot een prediker die, als zoodanig, van het «bevindelijke, " „van het innige leven" ; niets meer hebbeii móest. . -

Bevreemdend, maar —• toch wel verklaarbaar. Wij hebben-daarbij te doen met een gelijksoortige verenging van zijn bewustzijn als waar ik in mijn vorig artikel van sprak, en waarbij dan tegenover éen voorstening, alle andere wegzinken. N.U hij eenmaal overtuigd is, dat de prediking /eer moet zijn en wel in den zin waarin hij dat, als gevolg van zijn opleiding, verstaat, — denkt hij er zelfs niet meer aan een andere preekmethode te volgen.

En daarbij hebben wij óok te doen met zijn vast karakter. Nu hij eenmaal weet wat hij wil, wil hij ook wat hij weet, en hij bedwingt, hij driiigt terug met machtig willen, den drang van' zijn „mystiek instinct."

Maar nu komt hij dan ook tot de droeve ervaring, van het, bij zijn theologische opleiding, «schaars bedeeld zijn ten aanzien van de algemeene wetenschappen, waardoor de blik verruimd Wórdt*.

Hij wil wel enkel den Christus voor ons, hij wil wel, zooals de gangbare en toch niet geheel juiste uitdrukking is, «alleen het Woord brengen», maar willen is nog geen kunnen.

» Des morgens, » zoo lees ik zijn GEDENK­ SCHRIFTEN, - was mijn preeken, doorgaans zeer slecht, . in mijn oog althans. Des middags over den Catechismus ging het doorgans wat beter, omdat ik in de Theologie het best tehuis was.»

Ook hier, gelijk elders, verstaat hij onder Theologie de dogmatiek.

Het is te begrijpen; want bij zoo'n morgenpreek kwam niet alleen dogmatische kennis, maar, onder meer, ook uitlegkundige vaardigheid te pas. _, ..

En daaraan ontbrak het hem juist.

In verband met de tekstverklaring zegt hij teekenend.: ïk kon niet diep genoeg zinken en h? , t gevondene niet gemakkelijk genoeg naar bóvén brengen."

«Zoo tobde ik voort ongeveer twee jaren lang», p. 52.

Zijn lichaam lijdt er onder; straks ziet hij bleeic als een doode; de menschen vragen elkaar of'hij de tering heeft.

Toch geeft hij niet op.

«Of het licht" of zwaar was, kwam niet in aanmerking. Ik had gezien, dat het moest en daar was het mee uit».

Als twee jaren düs voorbij zijn, ziet hij ook hoe het móest.

Hij inoest studeeren.

'n Diaken te Birdaard, schoonzoon van Ds. F. H. 'DE HAAN, door dezen zelf opgeleid en zóó «wetenschappelijker gevormd dan de me.este predikanten onder ons, » p. 54, — doch die, om dat hij de noodige gaven miste, geen predikant was geworden, — onderwijst hem drie jaren lang in Latijn, Grieksch, Hebieeuwsch, uitlegkunde en geschiedenis.

Zijn tweede Theologische opleiding.

Later trachtte hij zichzelf de beginselen van Ibgika en psychologie eigen te brengen, zonder daarbij de beoefening van zijn lievelingsvak: de dogmatiek, te vergete". Te FERWERIJ bewerkt hij haar voor zichzelf en schrijft er 1000 bladzijden van vol; en dan is hij nog niet aan het einde. Eerst te STADSKANAAL, zijn derde standplaats, is hem ook dat, bij een kortere bewerking, gelukt.

Zoo was dan Ds. HULST reeds te BIRDAARD, doordat hij de prediking van den Christus voor ons met die van den Christus in ons niet methodisch wist te verbinden, van 'n onderwerpelijken tot een voorwerpelijken, van een eenzijdig mystieken tot een eenzijdig dograatischen prediker geworden.

Dit raakte echter slechts zijn preek-methode. Over den keer in zijn theologisch denken ten aanzien van de Verbondso'^vaXXing, waarvan i mij voorgenomen had ook in dit artikel te handelen, in het volgende dat dan mijn slotartikel zal worden. Die keer toch eischt een te •breede toelichting, dan dat daarvoor hier nog ruimte zou zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Leestatel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's