GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerkeraadsverkiezingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkeraadsverkiezingen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Is de door ons gemaakte onderscheiding tusschen de aanbeveling van geschikte candidaten voor de groslijst en de verkiezing uit het voorgestelde dubbelgetal door de gemeenteleden, die daarbij een beslissende stem uitbrengen, juist, dan zal het ook duidelijk zijn, waarom we er geen bezwaar tegen hebben, dat de vrouwen aan den Kerkeraad candidaten aanbevelen, maar wel, dat zij aan de eigenlijke verkiezing der ambtsdragers deelnenien. Dit laatste toch achten we niet in overeenstemming met hetgeen de Apbstel aangaande de positie der vrouw in de gemeente ons leert.

Als de Apostel toch in I Cor. 15 : 34 zegt, dat de vrouw in de gemeente niet spreken, maar zwijgen zal, dan voegt het haar ook niet, bij een verkiezing der ambtsdragers een stem uit te brengen. Men zegge niet, dat dit een woordenspel is. Het is niet toevallig, dat men bij een verkiezing altoos spreekt van »stemmingen" en verklaart, dat wie de meeste »stemmen" verkregen .heeft, gekozen is.

Oudtijds was het gebruik, dat de verkiezing niet door gesloten briefjes, maar mondelinggeschiedde, zoodat ieder gemeentelid met hoorbare stem den naam van den candidaat noemde. Zelfs in Voetius-dagen ikwam dit nog vaak - voor. Behoort nu de vrouw in de vergaderingen der gemeente te zwijgen, dan mocht zij aan zulk een mondelinge stemming ook niet deel nemen. Maar dan kan ook niet gezegd, dat het kiesrecht als een door God geschonken recht aan de vrouw toekomt. De uitoefening van dit recht zou dan immers afhangen van een accidenteel iets, n.l. of er mondeling of schriftelijk gestemd wordt. Vroeger, toen men mondeling stemde, zou de vrouw niet mee mogen stemmen; nu men schriftelijk stemt, zou dit wel geoorloofd zijn! De wi/ze waarop gestemd wordt, kan het kiesrecht niet bepalen. Hfeeft de vrouw het kiesrecht, dan moet zij dit evenzeer kunnen uitoefenen, wanneer er mondeling, als wanneer er schriftelijk gestemd wordt.

Toch is dit niet ons hoofdbezwaar. Veel ernstiger is ons bezwaar, dat de deelname van de vrouw aan de verkiezing in strijd is met hetgeen de Apostel in I Tim. 2:12 zegt, dat de vrouw in de gemeente geen heerschappij mag uitoefenen.

Volkomen terecht toch leidt Voetius, gelijk we vroeger reeds opmerkten, uit dit woord af, dat de Apostel daarmede aan de vrouwen ook verbiedt hare stemmen uit te brengen in zaken, die de .regeering der kerk betreffen (Pol. Eccl. t. III p. 209). Dat nu het meestemmen der gemeenteleden bij de verkiezing der ambtsdragers zulk een actus regiminis, .een daad van regeering betreft, zal wel '^niemand betwisten. Als Voetius handelt over de t> otestas ordinis et regiminis, d.w.z. over de macht om orde te stellen en te regeeren, die aan de gemeente in haar geheel (in onderscheiding van die, welke alleen aan de ambtsdragers geschonken is) toekomt, dan noemt hij daarbij de verkiezing der ambtsdragers in de eerste plaats (Pol. Eccl. 1.1. p. 219). Komt het nu aan de vrouw niet toe in zaken van kerkregeering met den man mee te stemmen, dan mag ze dit OOK met aoen DIJ de verkiezipg der ambtsdragers. Een argument, dat te sterker klemt, omdat dit meestemmen van de vrouwen bij de verkiezing niet alleen aan de vrouw gelijk recht als aan den man zou toekennen, maar wel degelijk zou leiden tot het invoeren van een vrouwenheerschappij over de gemeente. Het aantal vrouwen is toch in de meeste gemeenten ' grooter dan dat der mannen. Ze behoeven dus bij een verkiezing slechts trouwer dan de mannen op te komen, om door haar stem te beslissen, wie als ambtsdragers gekozen zullen worden. Niet de mannen, maar de vrouwen zouden dan uitmaken, wie als ambtsdragers zouden optreden. En zulk een gynocratie of vrouwenregiment in de gemeente is zeker lijnrecht in strijd met wat de Apostel in I Tim. 12 : 12 zegt, dat de vrouw in de gemeente niet over den man heerschen mag. Vandaar dat Voetius het ook zoo cherp afkeurt, wanneer de Remonstranen in zijne dagen zelfs de vrouwen aan de erkiezing der ambtsdragers lieten deelemen (Pol. Eccl. t. III, p. 356). Christus eeft deze macht aan de vrouw in de geeente niet gegeven.

Voorzoover de Heilige Schrift ons dan ook mededeeling doet omtrent de wijze, waarom in de Apostolische gemeente de verkiezing der ambtsdragers plaats vond, blijkt nergens, dat de vrouwen aan deze verkiezingen hebben deelgenomen; eer het tegendeel. Als eerste voorbeeld nemen wc hetgeen in Hand. 1 ons verhaald wordt aangaande de verkiezing van een nieuwen apostel in de plaats van Judas Iscarioth. Of deze verkiezing heeft plaats gevonden in een samenkomst alleen door mannen bijgewoond, dan wel of daarbij ook vrouwen waren, valt niet met volkomen zekerheid uit te maken. In vs. 14 wordt eerst verhaald, hoe na Christus hemelvaart de Apostelen in de opperzaal te Jerusalem eendrachtiglijk bijeen waren, volhardende in het bidden en smeeken met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus. Wanneer er daarna in vs. 15 volgt, dat Petrus in het midden der discipelen opstond en op de keuze van een nieuwen apostel aandrong, blijkt daaruit niet, of alleen de discipelen hierbij waren, dan wel ook de te voren genoemde vrouwen Alleen uit het getal der discipelen, dat bij deze samenkomst opgegeven wordt (vs. 15), en dat 120 personen bedroeg, hebben de uitleggers zeker niet ten onrechte afgeleid, dat hiermede alleen de discipelen bedoeld konden wezen, daar het anders veel grooter had moeten ijn. Rekent men toch bij elkander de elf apostelen, de zeventig discipelen en de broeders van Jezus, dan' komt men reeds tot een kleine negentig personen, en het etal van Jezus discipelen was veel uitgereider nog, want na zijne opstanding was hristus, zooals Paulus bericht, in I Cor. 1-5 : 6, zelfs aan vijfhonderd broeders op enmaal verschenen.

Maar ook al waren de vrouwen, waarvan in VS. 14 sprake is, bij deze samenkomst

tegenwoordig, de Apostel spreekt, wanneer hij tot de verkiezing overgaat, niet haar, maar alleen de discipelen aan en roept dezen tot dit werk op, want hij zegt: Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest door David voorzegd heeft: en ander neme zijn opzienersambt; het is dan noodig, dat van de mannen, die met ons hebben omgegaan al den tijd, in welken de Heere 'Jezus onder ons is in-en uitgegaan, één met ons getuige worden van zijne opstandingc (vs. 16—22). Wanneer er daarna volgt, dat »zij twee stelden. Jozef en Matthias* (vs. 23) dan maakt dit op lederen onbevangen lezer geen anderen indruk, dan dat met deze > zij« bedoeld zijn de »mannen broeders*, tot wie Petrus het viroord had gericht. En evenzoo is het bij het tweede voorbeeld, de verkiezing der eerste diakenen te Jerusalem. De Apostelen roepen de menigte der discipelen tot zich en zeggen tot hen: gt; ziet dan om, broeders, naar zeven mannen uit u enz.* (Hand. 6:2, 3) en als daarna verhaald wordt, dat > dit woord der Apostelen aan al de menigte behaagde en zij Stephanus en de anderen verkozen* (vs. 5), dan kan dit kwalijk anders verstaan worden dan van de btoeders, aan wie de Apostelen deze taak hadden opgedragen. In deze beide berichten, waarin het uitvoerigst over de verkiezing van de ambtsdragers gehandeld wordt, is er dus geen sprake van, dat de vrouwen meegestemd hebben.

Het schijnt ons daarom beter, dat onze Kerken ook nu zich blijven houden aan dit voorbeeld der Apostolische gemeente, dan dat zij, onder den invloed van de moderne denkbeelden omtrent de gelijkheid van man en vrouw, het vrouwenkiesrecht in de 'gemeente gaan invoeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Kerkeraadsverkiezingen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1918

De Heraut | 4 Pagina's