GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„En nu, kinderkens, blijft in hem”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En nu, kinderkens, blijft in hem”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En nu, kinderkens, blijft in hem; opdat, wanneer hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van hem niet beschaamd gemaakt worden in zijne toekomst. 1 Joh. II : 28.

Als Johannes zijn volgelingen in de Gemeenten vermaant, om in Christus te blijven, kan er uite-raard ^cn sprake zijn van een zondeloosheid, waartoe ze dan geroepen zouden zijn. Nooit en nimmer zijn de leden der Gemeente in zoo volstrekten zin Christus ingelijfd gebleven, dat er niet gedurig oogenblikken intraden, waarin ze zich van den Christus losser maakten. Aldus .was de belijdenis van den Christen in alle eeuwen, en de zielservaring van Gods kinderen in. eiken kring. Zelfs onder hen, die 't nauwst nabij den Christus verbleven, kwamen toch telkens oogenblikken en tijden voor, dat ze in oprechtheid voor God te klagen hadden over afwijking en vervreemding. Zelfs mag niet verheeld, dat zij die 't dichtst nabij hun Heiland leefden, en hèt nauwkeurigst op hun gemeenschap met Jezus toezagen, juist omdat ze teederder van gemoed waren, nog droever * dan de overigen over hun tekort in hun gemeenschap mét Jezus vaak den klaagtoon aanhieven.

Met het oog op dit gevaar nu dringt de apostel Johannes er dan ook zoo ernstig op aan: > En nu, kinderkens, blijft in Hem.t

Dit nu wijst vanzelf op tweeërlei geestelijken toestand.

Er kan sprake zijn van zich - noemende Christenen, die schijnbaar Jezus toebehooren, en toch niet in hem ingelijfd zijn, en daarom straks toch weer losraken van den band, dien ze zich inbeeldden dat hen aan Jezus verbond. Men heeft dan te doen vooral met jonge mannen en maagden, die aanvankelijk zelfs dweepten met den band die hen aan Jezus verbindt, en bij wie toch al zulke aanhoorigheid aan Jezus slechts schijn was. Straks ziet ge zulke warme ijveraars

dan ook geheel afvallen. Denk maar aan zoo vele Socialisten, die eens tot de warme ijveraars onder de leden ^er jongelingsvereenigiogen bahoorden, en bij wie 't toch alles ten.slotte op zelfbedrog uitliep.

Hieruit volgt intusschen in het minst niet, dat daarom alle metterdaad in Jezus ingelijfde jonge mannen en jonge maagden, van meet af een leven konden inzetten, waarbij van afwijking en afdoling van den Christu» nimmer sprake was.

Zich in te beelden, dat wie Christus waardiglijk toebehoort, dan ook van de ure zijner toebrenging af, zonder spoor van afwijking aan den Christus aangesloten zou blijven, is zelfbedrog.

Al» de apostel aan de toegebrachten toeroept: «Kinderkens, blijft in Hem", ligt hierin niet anders besloten, dan dat de afwijkingen die zoo vaak van den ChristuSjafleiden, geen oogenblik buiten de juiste perken mogen gaan.

In ons aangesloten zijn aan Jezus blijft tot aan ons sterven verschil van maat gelden.

Op deazelfden dag zullen we 't èène uur ons zoo nauw en innig aan onzen Heiland verbonden gevoelen, dat 't ons te moede is, of de eenheid en gemeenschap met den Christus een volkomene ware. En toch zullen er op denzelfden dag allicht andere oogenblikken kunnen volgen, dat de wereld ons aftrekt, dat de aardsche bekoorlijkheid ons boeit en verleidt, en dat 't ons te moede wordt, alsof we geheel buiten onzen Heiland onze levensvreugd zochten.

Zelfs in de vroomste kringen wordt onderde bezielde ijveraars voor den Heere zulk een tegenstelliög telkens-weer doorgemaakt, en wel zóó doorgemaakt, dat het niet enkel op tegenstelling van oogenblik met oogenblik neerkomt, maar dat er zelfs dagen op elkaar volgen kunnen, waarin weden éénen dag nauw enismigmetonzap Heiland verkeeren mochti-n, en toch vlak daarop den and ren dag schier geheel van onzen Heiland vervreemd geraakten.

Juist dan echter gaat de gulden apostolische regel door: sKinderkens, bhjft in Hem!"

Afwijkingen van zin en vervreemdingen van onzen Heiland komen bij de vroomsten van Gods kinderen voor, maar reeds de levensactie kan zulk een verschil maken. Verkeert ge in kleinen, stillen kring, zoo dat aan u dtkeuze utaat van de personen met wie ge dagelijkPomgaat, . dan kan een kring de uwe zijn, die bijna eeniglijk uit toegewijden aan den Heere Jezus bestaat, zoodat er van afwijking' en vervreetnding bijna geen sprake komt. Maar ge kunt ook een beroep 't uwe zien worden, waarin ge van den vroegen morgen tot den laten avond u bijna eeniglijk met stoffelijke wereldsche bezigheden hebt op te houden, en gedurig in omgang verkeert met wie aan Jezus nauwelijks denken en ook u naar hét wereldsche aftrekken.

Dan geraakt ge in, een toestand, dat 't reeds veel is, zoo ge één enkel oogenblik van den dag vluchtig uw Bijbel kunt opslaan, en ten hoogste een enkel maal u.w knie voor uw God kunt buigen. En weet wel, dat dit geen zeldzame uitzo!\deringen zijn, doch dat er veeleer op alle terrein van het drukke leven zich zaken en bezigheden opdringen, die bijna geen oogenblik van afzondering toelaten, en geheel u meesleepen in de drukte van wat van den morgen af tot laat in den avond beslag op u legt.

Hiermede nu moet pok in den vromen kring gerekend worden. De stille vromen moeten er een open oog voor hebben, dat ook de kinderen Gods in zulk een Isvensdrukte kunnen zijn opgenomen, en dat derzulken leven van zelf zoo heel anders is en zijn moet, dan 't stille van dag op dag in vroom gesprek verkeeren, gelijk dit in zulke vrome kringen gegund wordt.

Toch mag dit geen onzekerheid doen rijzen over ds groote fevensvraag, of ge Christus toebehoort, dan wel slechts in naam met den Christus medegaat. En hierop nu juist slaat 't woord van den apostel, als hij ons toeroept: »Kinderkens, blijft in Hem !"

Het verschil tcekent zich dan ook als van zelf af.

Wie^ waarlijk Christus toebehoort, kan wel door de drukte van het leven en door de gespannen afleiding, gedurig van zijn Heiland vervreemd geraken, maar nauwelijks overkomt hem dit, of hij heeft er besef van, hij voelt 't, het hindert hem, en aanstonds gaat er weer een bede uit ? .ijn ziel op, of zijn Heiland hem weer naderen, weer aan zich verbinden, ea naar hooger trekken mocht.

Wat hier aanstonds intreedt, is zielshindp» en berouw. Er is dan wel afdoling. Schier Rah 't bijna vervreemding van den Christus worden. Maar bij wie Jezus toebehoort, houdt dit niet aan. Er komt al spoedig inkeer, het berouw dringt ia de ziel in, en uit innerlijken drang neigt 't hart weer naar Jezus toe.

De vormtndienaar kent dezen drang niet. Bij hem was het trekken naar Jezus een schijnactie, die de ziel niet aangreep. Maar zoo is het bij wie als kind Gods mag zijn ingelijfd, niet. En juist in dat van zelf gedurig opkomende berouw ligt het merkteeken van de echtheid der toebrenging.

Is men metterdaad in Christus ingelijfd, dan moge de wereld, dan moge de zonde van 't eigen hart, dan moge de Satanische gisting van binnen, ons nog vaak zeer verre van Jezus kunnen aftrekken, maar nooit geheel. De band blijft, en die band trekt telkens opnieuw onze ziel naar Jezus toe. Bijna kunt ge zeggen, dat het een elastische band is, die ver, o, zoover uitgerekt kan worden, maar toch nooit breekt, en altoos ten slotte u weer naar Jezus en Jezus weer naar u terugtrekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1918

De Heraut | 4 Pagina's

„En nu, kinderkens, blijft in hem”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 oktober 1918

De Heraut | 4 Pagina's