
Van de Kerk.
LXVIII. Overmits hetgene van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard. Rom. 1:19. Het optreden van Huss in Bohème droeg, even als het vroeger ingetreden pogen van Wycliff in Engeland, het karakter om w ...

„Uw harte worde niet ontroerd”.
Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft In God, gelooft ook in mij. Joh, XIV : 1. Dat ontroerd worden van ons hart is zulk een schoon beeld aan het leven der natuur ontleend. Want ook in de taal der Heilige Schrift wordt dat ontroerd worden in eigenlijken zi ...

Van de Kerk.
LXVI. Toen, ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overleide ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zoo heb ik te niete gedaan hetgene eens kinds was, 1 Cor. XIII; 11 Bij onze bespreking v ...

„Of er één is?”
Gaat Om door de wijken van Jeruzalem, en ziet nu toe, en verneemt, en zoekt op hare straten, of gij iemand vindt, of er één is, die recht doet, die waarheid zoekt; zoo zal Ik haar genadig zijn. , Jeremia V:1. Men kan het krasse, scherpe woord in Jeremia V:1 als spe ...

Van de Kerk.
LXV. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door hem die ons liefgehad heeft. Rom. VIII: 37. In de geschiedenis teruggaande, komen we thans aan het Gnosticisme toe, dat tot in de 11e eeuw aan de zuivere ontwikkeling van he ...

„In de stokouden is de wijsheid.”
In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand. Job XII ! 12. De zoo aangrijpende uitspraak, die Job ons over den Ouden dag voorlegt, mag-niet op zich zelf worden genomen, doch moet steeds in verband met den toenmaligen tijd genomen worden ...

Van de Kerk.
LXIV. Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was. Filipp. II: 5. Na wat we aan Labadie's optreden en aan Comrie's doorzettende kraclit ontleenden, mogen thans de volgelingen van Zinzendorf niet stilzwijgend worden ...

Van de Kerk.
LXIII. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door hem die ons liefgehad heeft. Rom. VIII; 13. Al kan een uitvoerige uiteenzetting van den toenmaligen strijd der overtuigingen niet op onzen weg liggen, toch moet duidelijk ...

„Want Hij is lieflijk.
Looft den Heere, want de Heere Is goed; psalmzingt zijnen naam, want Hij is liefelijk. Psalm CXXXV : 3. Lieflijk is een veelzeggende uitdrukking, waarin we tot uiting brengen wat onze gewone opvatting te boven gaat. De Psalmist, die dit roerende woord bezigt en op ...

„Gaande in hun eenboudigheid”.
En er gingen met Absalom *van Jeruzalem twee honderd mannen, genoodigd zijnde, doch gaande in hunne eenvoudigheid, want ze wisten van geene zaak. 2 Sam. XV: 11. Zelfs nu nog stuit ge in 't practische leven op zoo tal van onjuiste en onware verhoudingen, maar in. de ...