GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. L. DE HARTOG-MEIJES, VERBORGEN WEGEN,

'n Werk, als proeve van boekkunst, weldadig aandoend door voornaamheid, Kwartijn in zwarten band met op z'n rug, in gouden letters, den titel. Op de voorzij, een door breede goudstrepen omlijnd vierkant en daarin, tusschen boektitel en auteursnaam. DAGBOEK en ook dat weer in goudschittering. Zoo ook de achterzijde van den band, waar de naam van den Uitgever, J. PLOEGSMA, te ZEIST op prijkt.

De bladzijden door dezen band omvangen, oud-HoUandsch papier, met er op een eikaar kruisende boven-en onderlijn in rood en daaronder in kloeke letters de tekst. Het Bijbelwoord in grooter, het daaraan verbonden meditatiewoord in kleiner letters.

'n Lust voor de oogen, dit werk, waarmee JAC. JONGEET te ROTTERDAM in sierkunst, m drukkunst G. J. VAN AMEBONGEN te Amersfoort, hun bedrevenheid toonen.

Maar ook een lust voor het, naar verborgenomgang-met-God zoekend hart, dit werk, waarin Mevrouw DE HARTOG in wondere charme haar genadegave toont van, door in stil-zinnen op Bijb«!woord, opvoeren tot God-genieten.

1 Bedoeling dezer overdenkingen is, de Bijbelsche geschiedenis te doen zien als de geschiedenis van het menschenhatt, dat God vindt. Dit boek maakt geen aanspraak op exegetische juistheid. Het wil enkel den geestelijken zin van den overgeleverden tekst toonen, geJijk deze zich voordeed aan een overdenkende ziel".

Düs haar WOORD VOORAF.

Zoo wil dit boek van religieuze innigheid, van echt christelijke mystiek, waaimee de Schrijfster, naar het mij voorkomt het doel, dat zij er zich mee stelde, bereikt heeft, dan ook beoordeeld.

In onze, vaak meer miskende dan gekende VIJF ARTIKELEN TEGEN DE REMONSTRANTEN wordt gesproken van «heilige oefeningen" en daartoe behoort dan naast Gebed en Zelfonderzoek, ook Meditatie.

Aan de heilige oefening der meditatie zal dit boek van »Verborgen Wegen" ten goede kunnen komen.

2. EvERARD GEWIN: IN DEN REVEILKEING. Baarn. HoUandia-Drukkerij 1920.

Na al wat over den Réifeil ten onzent geschreven is, en ik gedenk daarbij nog steeds met hooge waardeermg de studie van mijn leermeester A. PIEKSON, OUDEEE TIJDGENOOTEN, is het schrijven van dit boek geen overbodig werk geweest. De Schrijver heeft er de kennis van den Réveil zooal niet door verhelderd, dan toch zeker verrijkt.

»Mijn kennis van den Reveilkring" zoo vertelt hij, «berust voor een groot deel op eenige onuitgegeven dagboeken en memories en op onuitgegeven brieven ten getale van ongeveer 5000". En onder degenen, die hem, door inzage te geven dier documenten, bronnenstudie mogelijk maakten, noemt hij den hoogleeraar S. KOENEN te BENNEKOM, den heer A. J. DA COSTA te Amsierdam en Mevrouw KLUIT—DE CLERCQ.

Uu al deze hem toevertrouwde schatten heeft hij metterdaad nieuwe, tot dusver nog onbekende dingen voortgebracht.

De heer EVERARD GENIN, zijn voornaam doet mij denken aan parentage met wijlen den Utrechtschen predikant, dien ik als student, toen hij nog te ABCOUDE stond, op de BKIGTHONmeetingen in de Sctiotsche kerk te Amsterdam leerde kennen en met wien ik steeds bevriend bleef, — de heer EVEEARD GEWIN dient zich aan als iemand, die, > ook wanneer hij de godsdienstige overtuiging van de Réveil-menschen niet deelt", nochians, die overtuiging > met juistheid en onpartijdigheid heeft getracht te schetsen". Ik meen, dat hem dit ook gelukt is.

En wat hem óok gelukt is, hy doet die menschen voor zijn lezers leven.

Heeft hij getracht men* hen te teekenen, «menschen in hun verhevenheid en kleinheid, lust en leed", hij heeft dit ook bereikt. 'n Inleidend hoofdstuk. VAN DE ONTWAKING betiteld, schetst den tijd van het ontstaan van den Réveil en daarin dat ontstaan zelf zoo in het buitenland als ten onzent. »Geloofsdrift, evangehsatiedrang en warsheid van wereldsche genoegens waren kenmerken van dien kring" en: «de voorvaderlijke vroomheid wilde men in eere herstellen door het houden van huisgodsdienstoefeningen; de réveilmannen gingen 's morgens en 's avonds in hun gezin voor in bijbellectuur en knielend gebed".

Maar niet bij allen ging dat zonder slag of stoot. Zoo lezen we van de CLEECQ dat hij «eerst in 1829 gevoelde, dat hij zijn dienstboden bij den huisdienst moest laten binnenkomen, maar er geen moed toe had. Toen hij er echter toe gekomen was, vond hij het een natuurlijke zaak.''

Bijzonder instructief zijn de, in dit hoofdstuk aan Ds. NICOLAAS SCHOTSMAN gewijde bladzijden.

Van de praedestinatieleer, die door den heer v. ZUYLEN «wel zeer sterk werd gehuldigd", heet het, dat zij «door schier alle andere «Nederlandsche ré veil vrienden werd beleden". De lezer verneemt echter ook, «dat BILDERDIJK begreep, dat de teergevoelige CAPADOSE er aanvankelijk moeite mee had en dat da Costa's ziel door zwaren angst geteisterd werd door dit probleem (1823)". Terwijl op p. 13 staat: «Groen van Pnnsterer (1833 en 1836) vindt dat vele argumenten, die door de voorstanders van deze leer worden gehanteerd, geen steek houden. Hij vindt, dat zij aan de algenoegzaamheid van Christus ofTc^rande te kort doet en dat, om Gods rechtvaardigheid te doen uitblinken, de rampzaligheid van zoovele menschen niet noodig is."

Maar dit was dan ook in '23 en '16.

Doch genoeg over dit inleidend Hoofdstuk, dat op zijn vier laatste bladzijden ook een schets geeft van «het intiem verkeer van die enkele mannen, die hun felle woorden slingerden tegen den heerschenden geest." Aandoenlijk is het slot, waarin verteld wordt van dien eenvoudigen man uit Workura, die aan BILDERDIJK een brief van dank en bemoediging zendt en omdat hij in zijn armoe niet veel had weg te geven, mèi den brief een pot met kievitseieren verzendt om te verdeelen onder «de drie strijders tegen den peest der eeuw: BILDERDIJK, CAPADOSE, DA COSTA".

Van drie volgende hoofdstukken gaat het 2 e over MEVROUW GROEN VAN PRINSTEEER, het 3 e over Dr. A. CAPADOSE, en het vierde over DA COSTA EN DE CLEECQ.

'n Register van namen vergemakkelijkt het zoeken.

3. De Kamper Uitgever J. H. KOK zond ons zijn Maranatha-KALENDER voor 1921.

Ook deze kalender is weer bewerkt door Ds. J. J KNAP CZ. en Dr. J. C. DE MOOR. De vergelijking met wat dit tweetal voor den kalender van het nu bijna afgeloopen jaar hebben geleverd, kan met wat zij voor dezen leverden, doorstaan. Dien voor 1920 gebruikte ik met veel genoegen bij den huisdienst. Het schild in ge dekte kleur geeft een mooie beelding van Jesaja's «Wachter, wat is er van den nacht? " Als premieboek ontvangt de kooper het aardig verhaal; DE HEBBERGIEE VAN LEIDSCHENDAM.

Maar gelukkig zijn de bezitters. Want naar ik verneem, is deze kalender, evenals die van het vorige jaar, reeds «vóór de verschijning totaal uitverkocht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 december 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 december 1920

De Heraut | 4 Pagina's