Het goddelijk karakter van het recht - pagina 4
Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
7
zij het het te
ook
slechts
in
verband,
waarin
het recht zich tegenover God den Heere heeft
weten.
Een
vluchtigen trek, U zal pogen te wijzen op
onderwerp,
naar ik
meen, aan deze ure passend.
Aangewezen toch voor
de inwijding van den leerstoel, die nog — zij
het
de
slechts
kort!
—
eenige is, die in de rechtsgeleerde fa
culteit dezer Stichting werd bezet, kwam zij mij voor te eischen de te
behandelen
waarin,
naar
wetenschap
stof binnen de grenzen dier wetenschap te kiezen, het
Michelet
van
de
rechtswijsbegeerte
getuigt, de
des rechts in haar geheelen omvang tot den hoogsten 1
bloei k o m t ) . En lettende
tevens op het karakter der Vereeniging,
door wie deze School gesticht werd, alsmede op den nood, — het ont rukken van Staat en recht aan hooger beginsel, — die ook den mij toegewezen builen
den
leerstoel daardoor
vestigen
deed,
zoo
geloof ik mij niet verre
als van zelve getrokken kring van gedachten
te bewegen, wanneer ik achtereenvolgens tracht te ontwikkelen, ten
eerste:
het verheven karakter van het staatsgezag; het god
delijk recht dier heerschappij; ten a n d e r e : hoe de wijding, die aan het positieve recht naar des" zelfs bestemming toekomt, en die verkeerdelijk soms geacht is hierin te bestaan,
dat
dit recht
kopie heeft
te zijn van eene hoogere,
z. g. natuurlijke of goddelijke, regeling der rechtsbetrekkingen welke, al mag zij dit niet openbaren, nochtans in zich zelve aan de voor waarden van bindend aanzien voldoet; — veeleer; en dit ten derde; hierin ligt, dat het positieve recht, eene zelfstandige vertolking van gedachten Gods, Diens Wet, en wel naar eigen trant, verkondigen moet. Of; op eenigszins andere wijze uitgedrukt; dat, ofschoon wel een droit divin beslaat, er niet een goddelijk
recht in den zin van een
natuurrecht is, waarvan het dusgenaamde positieve recht afdruk zou moeten wezen, en daarom van verheven bestemming,
maar dat dit
deswege een heiligen stempel heeft, wijl zich Godes Wet, ofschoon die noch in haar vollen omvang, J
noch
in hare eigenlijke
) C. L. Michelet, Naturrecht oder Rechts-philosophie, 1866. Bd. I. S. 1.
diepte
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's