GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leemten in de wet - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leemten in de wet - pagina 11

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

13 stelling, waarvan wij zijn uitgegaan, n.1. dat er alleen vrijheid voor den rechter bestaat, als de wet deze den rechter met zoovele woorden verleent, is onhoudbaar ) . 2 7

Een ruimte, die opzettelijk vrij gelaten is, onderscheidt zich als ruimte in niets van zulk een, die niet-opzettelijk, zeggen wij, on­ bewust, vrij gelaten is. In beide gevallen is er een ruimte, en in beide gevallen moet de rechter, naar onze opvatting, deze ruimte vullen. Het is onmogelijk den rechter zoo te binden, dat er geen vrijheid meer voor hem zou zijn. Het is niet mogelijk een norm technisch zóó te detailleeren, dat deze een toereikende maatstaf voor den rechter zou zijn. Aan iedere norm, aan ieder rechtsfeit, aan ieder rechtsgevolg kleeft iets onbepaalds; de vereischte bepaald­ heid moet, hoewel de wet dat niet uitdrukkelijk zegt, door den rechter worden aangebracht ). Natuurlijk moet deze machtiging niet gefingeerd worden, maar als iedere relevante rechtsinhoud in de wet kenbaar tot uitdrukking zijn gekomen. 28

Steeds en overal speelt derhalve het vrije oordeel van den rechter een rol. Maar daarom is dan ook een beslissing krachtens de wet mogelijk en ze houdt niet op rechtelijke beslissing te zijn, al zouden andere rechters een andere beslissing hebben gegeven. W e .hebben gezien, dat de wet dan leemten heeft, als wij haar in verband brengen met een buitenrechtelijk, transcendent postulaat, hetzij der rechtsidee, hetzij der objectiviteit en Eindeutigkeit. Dit is ook dan het geval, als we dit vraagstuk der leemten onafhankelijk van dat van recht en wet beschouwen. Ook dan, wanneer wij recht en wet vereenzelvigen, blijven objectieve en eindeutige be­ slissingen een ideaal. W i l men in dit geval van leemten blijven spreken, dan heeft men toch te bedenken, dat er een principieel verschil is tusschen deze tot hiertoe besproken leemten en die der derde, thans te be­ handelen, categorie. Dit klemt te meer, omdat omtrent deze beide soorten van leemten geen verschil van gevoelen meer bestaat en deze leemten daarom totaal ongeschikt zijn tot karakteriseering van den strijd om het dogma der leemteloosheid ) . 2 9

We

spreken,

in verband met het

dogma der leemteloosheid,

slechts dan van leemten, als het recht geen antwoord geeft op de vraag tot haar gericht of en zoo ja, welk rechtsgevolg aan een be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's

Leemten in de wet - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's