De hoogste vrijheid - pagina 45
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
\,-,,,;,,;,.
.„_ DE HOOGSTE VRIJHEID.
43
onderscheiden, evenmin aan het staatsgezag is onderworpen, en hare grenzen vindt in den wil van God zejven ; aan wien zijn wij haar verschuldigd ? Hierover ten slotte nog een enkel woord. Wij zijn haar, dit heb ik reeds gezegd, niet verschuldigd aan de heidensche priesters, aan de heidensche humanisten, of aan de heidensche wijsgeeren; evenmin aan de humanisten of wijsgeeren van de latere eeuwen, al hebben deze, ter herwinning van vroegere vrijheid, vaak daarvoor gestreden; evenmin aan de Kerk, zij moge dan roomsch heeten of protestantsch. Noch de verzekering dat de consciëntie het hoogste goed is van den mensch, noch de trouwens bij weinigen bestaande liefde voor de vrijheid van anderen, is in staat de talrijke bezwaren op te heffen, die het menschelijk inzicht aan het verleenen van die vrijheid in den weg legt, en de verdraagzaamheid, gesteld dat zij eene deugd is, is te zeldzaam, dan dat aan haar veel invloed mag worden toegeschreven. Ook is in geen enkel land ter wereld de godsdienstvrijheid toegestaan op dezen grond, dat de waarheid altijd den leugen overwint. Want op de kracht der waarheid, in den zin waarin men dit woord gewoonlijk bezigt, wordt weinig vertrouwen gesteld; de waarheid is zelden populair, zelden beminnelijk, en, zoo zij zich al een weg baant, komt zij meestal zoo laat achteraan, dat het geslacht, 't welk het slachtoffer van den leugen was, er weinig baat meer bij heeft. Niet menschen, maar Jezus Christus zelven, in wien de God der oude Profeten zich geopenbaard heeft, hebben wij voor het bezit der gewetensvrijheid, voorzoover die bestaat, te danken. Ik weet dat ik door dit antwoord elke aanspraak op wetenschappelijkheid, gesteld dat ik die nog bezat, heb verbeurd. „Wer kümmert um Jehovah sich noch?" roept honend en godlasterend de Spectator i). Hieraan is nu eenmaal niets te veranderen. Nu de mannen der wetenschap voor goed hebben uitgemaakt, dat feiten welke niet onder ieders bevattings- of waarnemingsvermogen vallen buiten het gebied liggen der wetenschap, houdt natuurlijk wie zich aan die beslissing niet stoort op een wetenschappelijk man te zijn. Maar feiten blijven feiten, onverschillig of wij er al dan niet mee verkiezen te rekenen. De vraag is niet of eene conclusie past in het i) Van 20 Dec. 1879.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887
Rectorale redes | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887
Rectorale redes | 56 Pagina's