GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het calvinisme en de kunst - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het calvinisme en de kunst - pagina 63

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

61 strijdt. Bijna waar zegt hij blz. 76: „Gemahnt es uns nicht beim Anblick des Schonen und bei wahrhaft gehobener Stimmung, alsob man die Gottheit selbst schauen müsste, wenn dieser letzte Schleier fiele". Toch is hijzelf, tegen zijn bedoeling ongetwijfeld Pantheïst. Hij stelt een eeuwigheid der wereld, kent aan God een soort ,Leiblichkeit" toe, en opereert met het G e i s t l e i b l i c h e der Theosophen. Ten overvloede zegt hijzelf: ,Das Schone ist das b l ü t e n a r t i g e H e r v o r b r e c h e n d€s uns i m m a n e n t e n Göttlichen". p. 77. '*) Vooral ook op politiek gebied openbaart zich dit gemis aan systematiseering. Toch maak ik onzen vaderen hiervan geen verwijt. De reflecteerende Duitscher was juist ter oorzake van zijn eindelooze reflectie en zin voor het systematische lange jaren tot betoon van veerkracht onbekwaam, terwijl omgekeerd onze vaderen, met een minimum van reflectie, over een inzicht en kracht beschikten, die hen tot machtige daden in staat stelden. Dit ligt aan het onderscheid tusschen de intuitieve wijsheid en de door ontleding verworven kennis. En hoewel, bij voortgaande ontwikkeling, de discursieve kennis in omvang moet toenemen, wane men toch nooit, dat daarom het onmiddellijk besef van den man, die meer leeft dan denkt, minder kracht bezit tot spanning van den wil. "•O Het kunstleven in Zwitserland was steeds arm. Niet één machtig Dichter is in Zwitserland opgestaan, niettegenstaande Zwitserland de drie hoofdtalen van het vaste land van Europa spreekt. En ook thans nog heeft Zwitserland ongetwijfeld op alle kunstgebied tal van mannen van verdienste aan te wijzen, maar leidende geniën vindt ge er niet. Dr. B. von T s c h a r n e r von Burier erkent dan ook zelf: Zur Stunde giebt es keine nationale S c h w e i z e r i s c h e Kunst. Zie zijn artikel: Die Bildenden Kunste der Schweiz, VolkswirthshaftsLexicon der Schweiz. Verlag von Schmid, F r a n c k e und Co. Bern, 1887. p. 12. Separat abdruck- Zwitserland is rijk aan kunstleven, bijna alle takken van kunst bloeien er, maar er ontbreekt een eigen type; ge mist er het scheppend vermogen; het is een kunstleven meer in de breedte dan in de diepte. Fraaie veldbloemen, maar de ceder groeit er niet. '") Sir Walter Scott noemde ik niet, omdat de roem van zijn poëzie taant bü de lauweren, die zijn roman verwierf, en zijn poëzie bovendien weinig principiëele trekken verraadt. Robert Burns, is als Schotsch dichter de eenige, wiens naam naast die van Scott Europa inging. Zie over zijn verhouding tot het Galvinismo in Schotland zijn levensschets in de uitgave van zijn werken: The p o e t i c a l works and l e t t e r s of R o b e r t Burns. Gall and Inglis. Edinb. and London, p. X^ "*) Bedoeld is George Jameson (1586—1644) die met Van Dijck bij Rubens was, en naam maakte door een bijzonderen grondtint, dien hij op zijn doek wist te tooveren. Buiten Schotland wierd hij niet bekend. Zie Scottish Gallery. London 1799. '") Vooral de eschatologisch-apocalyptische richting en niet minder de tlieosophische, heeft op het Bijbelsche begrip van Aógü nadruk gelegd; terwijl niet kan ontkend, dat de orthodoxe kerk verzuimd heeft in deze eigenaardige Aó^a in te leven. Prof. Phil. Friedrich Keerl behandelde dit begrip het uitvoerigst in zijn geschrift: „Die Lehre des Neuen T e s t a m e n t s von der Herrlichkeit Gottes." Basel, Bahnmaier, en nader in zijn werk: Der Mensch dass Ebenbild Gottes. Sein Verhiiltniss zu Ghristo und zur Welt. Basel Bahnmaier. 18G1. Deel II p. 258. v.v. Maar zijn fout, evenals die van Von Baader (zie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's

Het calvinisme en de kunst - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's