GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het calvinisme en de kunst - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het calvinisme en de kunst - pagina 51

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

49 gij zijn taak vergemakkelijkt hebt, en uw ambtgenoot mag het immers erkentelijk uitspreken, hoe warm en trouw zich onze kring, na het verlies dat we leden, weer toesloot. Toch bleef er een schaduw over ons heentrekken, die, vooral nu we op een zestal slonken, te banger gevoeld wordt: We zijn t e w e i n i g in a a n t a l . Er wordt van elk onzer te veel gevergd. Voor elk onzer drie Faculteiten slechts een tweetal katheders, is het niet haast een bespotting van ons beginsel en onze wetenschap? Die beperktheid d r u k t . En u als mij is het een gestadige zielshinder, niet ter helfte te kunnen doen, wat we weten .dat gedaan moet; schier een conscientiegrief, zelfs bij dat halve werk nog keer op keer tekort te schieten in wat degelijkheid en volledigheid vergen kon. Ik ken met u de zelfverloochening, die erin schuilt om aan zoo onbevredigend stukwerk uw persoon en uw levenskracht te blijven leenen. En toch verdriete ons dat strompelen langs de opgeploegde voren en dat eentonig uitstrooien van het zaad niet. Ook het wetenschappelijk pedantisme moet in den belijder des Heeren ten onder gebracht. Afwerken doen niet wij, maar doet Hij in volgende geslachten; en de eenige vraag, die over ónzen vrede beslist is maar, of Zijn verborgenheid boven onze tente mag blijven en de glans van Zijn Star, die in het Oosten gezien is, ons voorstraalt op den weg. U, Heeren Studenten onzer Hoogeschool, geldt mijn laatste toespraak. Ook aan u dacht ik zoo straks,- toen ik de zenuw blootlegde, die ons Calvinisme met de kunst verbindt. Ik weet ganschelijk niet, of er onder u schilders of componisten of dichters van eerste orde schuilen. En dat hoeft ook niet, want in wiens ziel zoo goddelijke vonk schoot, uit die vlamt het kunstvuur vanzelf wel op. Maar er is óók een levenskunst, die ge als goede Calvinisten, nu reeds bij uw studie en straks in uw levenstaak te beoefenen hebt. Ook over uw studie kan een glans van harmonische schoonheid gespreid liggen; zoo heel anders dan wanneer ge slordig studeert. Schoon kan de vorm van uw akademisch leven zijn, zoo geheel verschillend van ongebondenheid en ruwheid. Schoon kan het leven uwer ziel zich in zuivere harmonie ontwikkelen; zooveel reiner dan om straks, na een studentenleven z o n d e r Grod, plotseling als godvruchtig man in de maatschappij te poseeren. Maar ook voor uw practijk i n d i e maatschappij wenke u het schoon dier levenskunst. Studeeren is goed en opzamelen van kennis als het puren der honigbij, maar leert het van dat purend in4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's

Het calvinisme en de kunst - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's