GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 24

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

18 maar in de Heilige Schrift als nuttig en heerlijk wordt geprezen, meent Danaeus haar in de oorspronkelijke schepping gegrond te mogen achten, het standpunt der gemeene genade nog geheel buiten rekening latende. De beteekenis van de zonde, met betrekking tot de Overheid, ziet hij hierin alleen, dat nu ook deze instelling door het kwaad is aangetast en zoo de sporen van den val vertoont. Dat, gelijk Danaeus zegt, ook in den staat der rechtheid een hoofd moest bestaan, om de handelingen der menschen te bestieren, is eene bewering zonder voldoenden grond, en die bovendien van de Overheid een beeld ontwerpt, weinig strookende met de voorstelling, die de Schrift ons geeft. Robert Filmer gaat in zijn Patriarchs or from the natural power of kings nog verder; meent dat Adam reeds de volle souvereiniteit heeft gehad, wijl hem de macht is gegeven niet alleen over de aarde en alle onbezielde voorwerpen, maar tevens over de menschheid in haar geheel, welke macht van hem op de nakomelingschap is overgegaan. De macht, welke thans de Vorsten hebben, is alzoo niet meer onmiddellijk eene macht Gods, maar de macht van Adam, hem eenmaal van God gegeven, en als eene nalatenschap vererfd. Naar het schijnt, hebben velen gemeend aan de eere der Overheid te kort te doen, indien zij haar ontstaan in verband brachten met de zonde. Zoo is ook van Remonstrantsche zijde aangevoerd, dat het minachting voor de Overheid moest kweeken, zoo zij geacht werd alleen om der zonde wil te-bestaan, waartegen Maresius in zijne aanteekening op art. 36 van de belijdenis der Gereformeerde Kerken terecht opmerkt, dat het dan ook tot geringschatting van de geneeskunde zou moeten leiden, dat deze alleen noodig is om de menschelijke ellende 23). Van Gereformeerde zijde is allengs het bestaan van de Overheid alleen om der zonde wil beslister uitgesproken. In gelijken zin als Maresius, oordeelt ook Cornelius van Velzen, die de Overheid noodig heet wegens der menschen boosheid en blindheid, zoodat deze instelling tot het natuurrecht behoort, maar, overeenkomstig de telkens gemaakte onderscheiding, tot het ivts naturae secundarium, hetwelk veronderstelt den val van den mensch 24).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's