Modernisme en Orthodoxie - pagina 34
Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
32
in de eerste eeuwen der Christelijke kerk zoo gemakkelijk aan wonderen geloofde, omdat men toen van natuur, van natuurkrachten en natuurwetten geen verstand had. Want ook toen droeg men kennis van den gewonen loop der natuur, van ordinantiën, waaraan alle schepselen gebonden waren, van de geregelde afwisseling van dag en nacht, van zomer en winter, van zaaiïng en oogst. En in de Christelijke theologie en philosophie werd het begrip der natuur, van de in haar liggende krachten en wetten, van de verhouding der eerste oorzaak tot de tweede oorzaken, en van heel de voorzienigheid Gods even ernstig als in deze eeuw onderzocht, en in den grond der zaak veel beter verstaan ^^). Onze kennis moge in al deze opzichten uitgebreid zijn, zij verschilt van die in vorige eeuwen niet principieel en heeft zoo weinig de raadselen der natuur opgelost, dat zij veeleer het woord des dichters heeft bevestigd: ins Innere der Natur dringt kein erschaffener Geist. Het pantheïsme en het materialisme, die in de negentiende eeuw zulk eene groote macht over de geesten verkregen, zijn dan ook niet als vrucht van de moderne natuuren geschiedwetenschap te beschouwen, maar kwamen reeds in de oudheid bij veel geringere kennis der werkelijkheid voor, en zijn door de Christentheologen en philosophen ten alle tijde weerstaan en met bondige argumenten weeriegd. Neen., niet omdat zij van de natuur en hare ordinantiën, van de absolute verhevenheid Gods en van zijne tegenwoordigheid en werking in al het geschapene geen besef hadden, maar in weerwil daarvan hebben zij aan de wondere macht van Gods genade geloofd. Den grond voor dat geloof ontleenden zij en kunnen ook wij heden ten dage niet anders ontleenen dan aan zulk eene openbaring, die van de algemeene onderscheiden is en een bijzonder karakter draagt. Dat onderscheid ligt ook wel, doch niet allereerst en allermeest in de wijze, waarop de eene en de andere tot ons kwam, in dennatuuriijken of den bovennatuuriijken weg, waariangs God ze tot ons bracht, maar het is vóór alle dingen gelegen in den inhoud, welke bij de eene en andere in wezen verschilt. De algemeene openbaring, die in de natuur, in de geschiedenis, in ons eigen hart en geweten tot ons komt, geeft
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1911
Rectorale redes | 60 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1911
Rectorale redes | 60 Pagina's