GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 16

Rede uitgesproken op den 46sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

14 in 1797, van een leerstoel te Leiden in de Nederlandsche taal en welsprekendheid. Het is echter zeer de vraag, of dit als een gevolg van 1795 aan te merken is en niet veeleer als een rijpe I vrucht van de in de tweede helft der 18de eeuw krachtig I oplevende belangstelling in ons eigen verleden — onze middel^eeuwsche geschiedenis, onze oudere litteratuur — een belangstelling, die heusch niet uitsluitend bij patriotten, maar even goed bij mannen als Kluit en Bilderdijk gevonden wordt. Ik wil daarom niet zeggen, dat de omwenteling van 1795 ook niet voor de taaistudie van beteekenis is geweest: de opdracht tot samenstelling eener officiëele spraakkunst aan Weiland, van een officiëele spelling aan Siegenbeek zijn te beschouwen als vruchten van de samensmelting der gewesten tot een eenheidsstaat. Ook Te Winkel's uitspraak, dat als gevolg van de omwenteling beschouwd moet worden het breken met het classicisme, is niet van dien aard, dat men zoo maar dadelijk geneigd is ze te aanvaarden: de Revolutie toch was vol van reminiscenties aan de klassieke Oudheid. En leest men in zijn Ontwikkelingsgang het hoofdstuk na over de Bataafsche Republiek, dan ziet men van een zoover strekkenden invloed geen spoor. Wel vinden we melding gemaakt van het kwijnen van den boekhandel als gevolg van den slechten economischen toestand. Ook blijkt wel, dat de geschiedenis van den dag in de letterkunde haar reflex vindt: zoo geeft het gevoel van teleurstelling zich al spoedig in kluchtspelen lucht. Van een ingrijpenden invloed blijkt echter nergens. De lomwenteling heeft geen bezieling gewekt, die tot het scheppen van belangrijke geestesgewrochten geleid heeft. Ook niet op het [i gebied van de beeldende kunst of de muziek ^). ,,De arenlezende \ geschiedschrijver" — zoo heeft Busken Huet zich reeds uitgelaten — ,,keert thuis met de wetenschap: de Muzen zijn antirevolutionair." ^) Van beteekenis voor het Hooger Onderwijs is de omwenteling van 1795 geweest, doordat de eisch van onderteekening der formulieren voor de hoogleeraren verviel. Voor het Lager, doordat de Heidelberger Catechismus van de school verbannen werd. In dezen tak van onderwijs blijft men echter niet bij het negatieve staan, men komt hier tot belangrijken positieven arbeid. Wel hebben de wetten van 1801 en 1803 slechts een kort leven, maar 1) Kalf f, VI, p. 7. -1 cf. Postmus, Oud-Holland en de Revolutie, p. 130.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's