GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verdienste of genade? - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdienste of genade? - pagina 11

Rede ter gelegenheid van de achtenzeventigste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

vermaan van deze Heer: „Zal hij de slaaf soms danken, omdat hij deed wat hem bevolen was?" ^). En stond — aldus de gedachtengang van de reformatoren — 'dit woord niet in direct en evident verband met vele andere woorden, waarin de gratuïteit van de genade boven alle twijfel werd verheven: „Wat hebt gij, dat gij niet ontvangen hebt? En indien gij het ontvangen hebt, wat beroemt gij u, alsof gij het niet ontvangen hebt?"®) Of met dat andere woord: „Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit de werken; anders is de genade geen genade meer"^). Heeft men niet telkens gegrepen naar het woord van Paulus, dat degene, die werkt, het loon niet toegerekend wordt uit genade, maar krachtens verphchting, maar dat het in het geloof gaat om het uitzicht op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt? ^). Uit aUes blijkt, dat de reformatorische kritiek werd uitgeoefend vanuit een sterk besef van evangelische evidentie, van bijbelse onweerlegbaarheid ®). Het was de evidentie, die Calvijn er toe bracht te poneren, dat „de werken helemaal geen verdiensten hebben of liever: opdat wij geloven, dat zo dikwijls als het woord genade genoemd wordt, de gereohtigheid der werken tot niets wordt teruggebracht" ^'^). Deze evidentie wordt met name zichtbaar, wanneer in scherpe toespitsing der discussie, van „verdienste" wordt gesproken, maar dan niet van de goede werken,

8) Lukas 17 : 8. «) 1 Korinthe 4 : 7. •^) Rom. 11 : 6. ®) Rom. 4 : 4—5. Vgl. Luther, Vorlesung über den Römerbrief (Ed. Ellwein), 1928, pag. 158 v. ®) We treffen dat o. a. aan in de Heidelberger Catechismus, Zondag 24. Voorts zie mén vraag 60 (zonder enige verdienste mijnerzijds, uit louter genade), vraag 86 (zonder enige verdienste onzerzijds, alleen uit genade); N.G.B. art. 23 (zonder iets van onszelf of onze verdiensten), art. 24. Voor de Luthersen zie men vooral het artikel over de rechtvaardiging in de Apologie (Muller, a.w. 86 v.) met scherpe polemiek tegen de Scholastiek (88) en het hoofdstuk „de dilectione et impletione legis" (140 v.). ^' <*) „Toties in nüiüum redigi operum justitiam, quoties gratia nominatur" (Comm. op Rom. 11 : 6), vgl. op Ef. 1 : 4: „nomen Christi excludit omne meritum".

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's

Verdienste of genade? - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's