GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE CRITIEK DER OUDEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CRITIEK DER OUDEREN.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

In Jerazalem wordt feest gevierd. Daar js het voJk der Joden, dat uit de ballmgschap naar de ei-ve der vaderen mocht terugkeeren, bijeen'om .den naam des Heeren te loven, wamt, en welk een heerlijke gebeurtemis! de grond van den nieuwien tempel zal geleg^d worden, en de herbouw van Sion zal een aanvang nemen. En deze eerstc-s-teenlegging gaat mei blijde pleohtighedfen gepaard. Op last van Zerubbabel en Jozua zijn de priesterkoren in ambtsgewaad aanwezig, , om den Heere .aanbidding te brengen „naar de instelling van, , David, den koning van Israël", pn wanneer dé bouwlieden de fundamentem van Jiiet Huis Gods leggian, heffen zij' Mj beurten hun feestzang aan. Het eene koor, d'at der priesters, die op de zilveren tempel trom petten Mazteii, jubelt: „Prijst den Heiere, want Hij is goed", eai daarop antwoordt de Tei der Levieten, wier gezang door cymbaalspel biegteleid wordt: „En Zijn weldadigheid is tot in ©euwiiigheid over Israël".

En_ al het volk iis blijde.

Het juicht miet grooL gejuich, want de Heere heeft sieraadi (voor asch en vreugdeolie voor tieurigheid gegeven, len Zijb. beloften v^^o^den heerlijk vervuld.

Maar... niet allen juichen.

Door het psalmgezang .klinkt geween.

De blijde jubel .wordt gekruist door droef geklag', want „veletn van de priesters, en de levieten, en hoofden der vaderen, weenden met luider stem". En waarom ? Van waar ; die tranen op zulk eèn vreugdedag? Wie zijin die spelbirekers, die door hmi geschrei en droefheid de Mijdschap der anderöu vergallen ? Wel, zij ' zijn priesters en levieten en hoofden, „die oud .waren", en het is du.s Öe ontevredenheid den. onderen, die zich uit in luid geklag. En om welke reden kunnen de ouderen niet médejuichen? Omdat zij „Tiet eerste Huis gezien hadden", en het contrast van liet nieuwe heiligdom met het oude hun ziel aangrijpt en met weeidom vervult.

En ja, welk een contrast!

Wat waren de afmetingen van-Salome's tempel anders en grootschter en heerlijker dan die van dên riieuwten! Wat eein verschil in plan en vormen! Welk ©en tegenstelling in uiterlijke omstandigheden, want toen IM eerste heiligdom' gebbuv/d., werd, schitterde Israël'sj glorie in haar zenith, en'aèh... nu is er ztelfs geen koning op Davidè troon. En die scherpe tegenstelling maakt op de anderen, die den Salomonischen tempel in al z'n pracht en schoonheid gekend heblbien, zulk een ontroerenden indruk, dat hun ^siel beiwogen wordt van smart, en zij' die treurnis uitstorten in Mtitere klachten.

Aan dit classiefe voorbeeld van de droefheid der ouderen, die ons Ezra blesch'rijift in zijn verhaal van den tempelbouw, (hMst. 3:10—13), denk ik onwillekeurig, nu jfc van dé onderbreking van de artikelen over; .de b'ewegjng del-jolngeren gebruik wil maljfen, om; .iets te zeggen over de critiek, .die van de zijde der ouderen geoefend wordt. Want - Ook dezieai hjebJben hum vragen en wenschen, hun kladhten en opWerkingeri. De indtuk woindt wel eens gevestigidi, ; dat' alleen uit h'et. kamj)' der „jongeren" stommen op'gaam, die ons tot bezinning roepen en op! reformalae aandringen, maar deze indruk is verre van quiver. Ook de ouderen onder ons, en zij' met namie, oefenen dritiek, en wij hebken ter­ dege naar hun stem te luisteren en mtet hun woord te rekenen. Want, al staaai ouden eai jongen ondel" ons niet tegenover elkaar, als in de eerste da^n van Rehabeam'a regeering, en al is de bew^ing van onze „jongleren" niet in één adem {; e noemen met de hooghartige houding van de „jongeren" in dien tijd, heit exempel van Salomo's zoon waarschuwt ons wel, om onze ooren voor den raad der ouderen niet te sluiten, maar aandach'.ig te letten op hetgeen zij! ons zeggen.

Dit mag editer niet wonden misverstaan.

Hiermede is allerminst bedoeld, dat wij bij het oude moeten, volharden omdat het oud is, en in verkeerd eonservatisme zullen weigeiren nieuwe banen in te slaan. Het kan zelfs noodzakelijk zajn aan den weaisdh der oudere generatie niet te voldoen, eir met het oude te brekien, omdat de behoeften van een nieuwen tijd deze koersverandering vorderen. Nimmier mag dan ook van de zijde der oudenen de eisch worden gesteld, dat alles zal blijven, zooals het viras, ^toen zij alleen den toon aangaven, walnt reformatie sluit voortgaande ontwikkeling en gedurige vernieuwing in zicih. Maar ik geloof ook niet dat deze verheerlijiking van het oude, al zijn er natuurlijk uitzonderiirgen, .van ons gevraagd, wordt, en „de critiek der ouderen", als ik dien ternt tenminste geb.miken mag, zegt ons iets anders.

Wat dan?

Wel, ik meen in hun stem-eerr weemoedigen toon te beluisteren, en een uiling van gielijke droefheid, als de harten der ouderen vervulde, toen .de grond van den nieuwen tempel gelegd werd. Ook nu zien de oudei'en een tegenstelling tusschen „hun tijd", en de dagen van hedejr, en wie deze twee perioden ernstiig met elkaar vergelijkt, moet toestemmen dat het verschil niet gering is. Onze ouderen hebben miedegemaakt de schoone periode van den opbloei van het gereformeerde leven, èn van de worsteling om uit het dienslhuis verlost te worden toit de vrijhei •', waai'op de belijders van den Christus in d'S'ze landen alle, en zelfs het eerste recht hadjdjen.

En die strijd was zoo ferheffend.

In het diensthuis zijn geestelijk-rijke tijden doorleefd, en Dr. Kuyper schrijft ervan: „Een harde tijd, maar toch een roerend-schoone tijd. De worsteling ging toen ? oo van harte. Ge voeldet u zoo vanzelf aan de 'broederen aaneengesloten. Men be^ hoefde er niet aan te denken om' toch te bidden, maar bad vanzelf. Ziar voor het tragisch-schoone zou u schier doen uitroepen: Ooh, kregen we die bange jaren vaar '60 tot '80 nog eens voor korte poos terug", en al voegt hij' er terstond aan toe: „En toch, dat mag niet; dat zou God verzoeken' zijn", (1) ge Voielt in dit eerste wooird de verrukking 'des harte'n, wanneer het tijdperk van druk en strijd 'aan het gees^t^oog der oude voorvechter^ voorbijtrekt.

En geen wonder!

Het gieiestelijk peil stond zooi hoog! iOver heel de levenslinie werd de kamp met heiüg enthouisiasm'e gevoerd. Voor de vrije sehool met den Bijhiel ^verden de schoonste offers gebracht, en heit is zoo uitnemend te begrijpen, idat in onze. dagieoi van publieke gelijkstelling menig oudere met heimwee terugdenkt aan den tijd, toen het goud nogi fonkelde in vollen glans. Op staatkundig terrein greep ons volk, en wat was de schare klein!, met hieldenmoied het liberale bolwerk aan, dat honend irnaesmuilde over de dompers van de nachtschool. Voor 'de sociale verhoudingen werd het idfeiaal 'der Heilige Schrift gesteld tegenover de theorieën der 'r^evolutie en het individualisme 'der oude liberalistische school..., en op kerkelijk terrein? Reeds was in de Afscheiding'gebroken niet fle syno'dale organisatie, , en de smaad en d'rnik, die toen den belijders van den Christus, als Koning iri Zijn kerk is aangisdaan, is niet tevergeefs, geleden, en deze kierkelijke opleving voltooit zidh in de Doleantie. Dan gloeit weer het heilig vuur. Dan openbaart zich opnieuw die overgegevenheid aan Gods Woord. Dan is er liefde en samenbinding em bezieling en offervaardigheid, en het leven de^ Geestes bloeit in ontroerende schoonheid.

Dat alles vormt Ide oude tempel, .waaraan de ouden denkteii.

Dat is hun glorietijdperk, waarin ze geestelijk ontwaakt en ïgeetaald zijn, en die tijd is nu voorbij. Op die periode van strijd is een tijdperk' van overwiiming gevolgd', "err... aan de vrije school is recht gedaan; op politiek gebied zijh wij een beteekenisvolle partij geworden; onze stichtingen van barmhartigheid zijn allerwege verrezen; op kerkelijk gebied zijin wij uitgegroeid en gewassen, en „uit Gosen ging het paar de Schelfzee, door de Schelfzes naar Elim met zijn twaalf palmbbomen, en nu gaat het, door de woestijn heen, steeds voort en verder-naar het land der belofte. Denkt 'ttooh in. De ommekeer was zoo plotseling, de overgang zoo verrassiend snel. Schier op alle punten tegelijk sloeg 't van smaad in eere, van druk in voorspoed, van boeien, en banden in vrijmaking over. Met de school begon 'ÖS& victorie. Onze school met den Bijbel, door Kappeyne nog in Rabsaké's taal gehoond, teef de op, zette zich uit, en kon zich nu reeds, tot over het duizendtal verrnenigvuldigen. Orrze Pers, weleer tot drie, vier kleine weekblaadjes bteperkt, nam toe in aairtal van organen en in bèteekenis door het woord dat ze sprak. Geen post noch betreikking was zoo hoog, of kloeke belijders van dien 'Christus zag men er toe geroepen." (2)

Aldus schreef Dr. 'Kuyper in 1912.

Een der ouderen.

Een stem, die niet weent maar dankt.

En als we op al dat blijde en licilitvolle zien, is er dan voor de onderen niet alle reden om mede te juichen, en voegt hun dan niet om ielke stem van weemoed tot zwijgen te brengen?

Het schijnt zoo, en toch herhaalt zich onder ons de historie bij de eerste-steenlegging van den nieuwen tempel. Er is Mj' menig oudere geklag. Dezelfde voortrekker, wiens woord ik zoo pas aanhaalde, schreef ook: „Waar de donkere wolken van alle 'kant opzetten, is u te waarschuwen een last die mij is opgelegd". (') En er is reden toe. Op de actii^ in de vorige periode is een reactiid gevolgd, dia in de harten der ouderen als vanzell weemoed wekt, en die we eerlijk onder de oogen moeten zien.

Daarover echter een volgende maal.


¹) „Uit het diensthuis uitgeleid", 8e druk, . 1912, p. 15.

²) t.a. p. p. 17.

³) t. a. p. p. 24.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

DE CRITIEK DER OUDEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's