GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LEVENSVRAGEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LEVENSVRAGEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek van Ds S tegenga over „De Levensvrageii en het licht Gods" kan dienst doen' als eeh college in de conferentie-kuaist. •Coliferentiën hebben als evangelisatie-middel groote waaide. Z^ eischeh soepelheid en gracie ïn het voordragen. Men mag niet al te diep op 'de kwesties iiigaan. Men moet blijken geveii te kennen al datgene^ waarin de moderne meiisch belang stelt. Ds Stegenga's boek beaiitwoordt hieraan. Evenwel kleven er ook aam de ba'deslen van de hedendaagsche apologetiek.

II (Slot).

Een ajudere wofndeplölc is teze, flat men, ook al is mfen ortthjOidox (gelijik Ds Stegeiiga) loöli voorldurend sciierp© kajateix wegslijt.

Neem (de leer van Christus' verzoiening. De opvatting van. Ril& dhl, als zou er alleen iets' in het bewustzijln valn den zoinidaar verariderd moeten wotriden ffm. God. Idien Vajder aan te nemen, aanvaardt Stegenga liiet.

Er gebeurt volgeiis hem' ook' iets in God. Wel heeft in Gods wezien geein veramderimg plaats, imaar „wèl kan men sprekea van de opheffing van een spanning, idie er bestaat tusschen Zijln gerechtig-heid en heiligiheid".

Wanneer gij! daji echter meent, dat hij ide Geneformeerde voorstelling is toegedaan^ fiaii geeft hiji u weer te idenlken dooir eepi zin .ais dezfe: „Men meent soms, dat in de verzoeningsleer ide voorstelling ischuilt, idat God overgehaald moet worden, zelfs .doior een bloedig offer, om Zijn toorn te laten vaxen, ja, gjen vindit zelfs ngg wel in orthodoxe Kringen de gedachte, dat God door Christus zou be'Wogen zijia, met zijn werk' voldaan 'te zijn en vajn Zijn toiom af te laten". Nu kleedt de Gereformeeiide theologie haar gedachte ovëï 'Christus' verzoening zeer zeker zóó niet in, tnaar klaaïblijkelijk wondt hier toch op haar gezinspeeld.i

Terecht kiest hij' ook partij tegen de perfectionisten, die meenen, „dat-een christen hier óp aarde immer in staat kan zijta. het kwade te overwin-: nen". Juist merkt hiji op, dait de zonde niet begint bij' de daad'. Maar in plaats van terug te gaan tot de erfzonde len tot wat onze Catechismus' noemt „onzen zondelijllsen aard", betoogt hij: „Wie echter de zonde niet, om zijn theorie te reddenj laat begiiun'en bij! de daajd, n^ar, zooals het in weïfcelijkheid moet, bij' de spontaniteit der eiel, weet wel beter. Reeds vóór ons bewustzijn erin gemengd wondt, heeft onze ziel zich dïlfwijls al bewogen in de verkeerde richting, ." Ons bezwaar is niet, dat Ds Stegenga zich hier losmaakt van gangbare termen, maar dat hij term'en kiest, die veel vager zijn dan de gangbare.

Men mag vanzelf van Ds Stegenga niet verwachten, dat hi| zich zal uitdrukken lals een Gereformeeide. Hiji dient zich niet aan ai-s Gereformeeid. Hij is het oioik! niet. Zoo leert hij' b.v. dat schep-' ping in God noodzakelijk is.

Maar wel betrapt men hem' e!r pp^ dat hij orthodoxe gedachten voor den modernen miensch aannemelijik zoekt te maiken ten kaste echter van de sohriftuurlijlkiheid. Trouwens', de Schrift zelf wo, T< dt in 'dit boek om. licht te bevroeden reden, wat achter den rug gehouden. ^

Zoo vervalt Stegenga tot zekere bemiddetenldlei theologie.

En dat wederoni als gevolg van, zijln methode. Zijn apologetiek drijft hem ertoe.

Het groote gevaar voor alle apolpgetiek' bestaat ierin, dat men om ben, die men wil winnen te elieven^ aan den natuurlijklen mensch toeschrijft, at alleen in den wedergeboffene gjevondJen wordt.

Een der geliefde listigheden, waarmee men die nderen poogt te vangen is deze, da't mien veiMaart: ij 'zijt het in ^den grond' van uw hart met mij' ens, wij staan.ttiet zoover van elkander, wanneer ij slechts het ware, dat nu nog in u skiünert ot ontwaking, brengt, houdt alle verschil tuschen ons op.

Is Ds Stegenga dit gevaar ontkomen? Helaas neenl

Zijn boek' vloeit over van verzekeringen als dezie: „Wat iik zoo .gaarne zou willen, is uw denken aan het'rollen brengen, en dat niet alleen, ik zou ook gaarne uw ziel bewegen. Bc zou in één woord de waarheid, waarvan.de beginselen in elke ziel aanwezig zij'n, willen ontwikkelen, O'pdat we eens dit moohten bereili'en, dat ge niet van mij hoort, hoe het is, want och, dat 'weet ik, net ais So< a'ates, dikwijls zelf niet zoo precies, maar, opdat ge fewaamt door eigen geeste^ lijke actie', welke ik mocht opwekken, .tot dieper zelfstandig inzicht van de waarheid 'der eeuwig-. heid." (bl. 13).

„Daar woont in hun ziel (n.'l. van hen, die door vermaterialiseering gek; 0'merfc-2ijn tot ontkenning van elk geloof aan God) nog zooveel teederheid. God stierf wel weg , uit hun versitand, tengevolge misschien van den verkillenden adem van materialistische theorieën, maar in hun ziel leeft 'Hij! nog. Och misschien verschillen geloovigen en o-nigeloovigen niet zooveel, als zij' zelf wel meenen. Of wij tenminste door de belij'denis van een of andere positieve formule op' zichzelf zooveel meer waard zijn voor God, durf ik' niet anders dan te betwijfelen." (bl. 18).

„Daar is in den mensch, ondan'k's' alle verwoesting door de zonide teweeggebraoht, nog zooveel wondetbaarlijikl eeuwigheidsleven. Daar woont in zijn ziel naast al ihet Idaemonische nog zooveel Goddelij!ks. In idlen grond j, s .'hij nog laltij'd een lief dew ezlen gelij'k God, hij' wil, 'Mj moet zich geven, ook al veEslingert hij' misBiChien de kiostbaarste parelen zijnS' levengt hij kan ze niet voor zichzelf houden, hij' is liefde', bezield met een oneinidigen d'rang tot levenswijlding." (bl. 44).

De spatieëeringen, welke ik aanbracht, toonen hoever Ds Stegenga in deze durft gaan en hoezeer op die manier het specifiek christelijke di'eigt onder te gaan in het aligemeen-taenschelijke.

Men verweiklomie hem daarom als geduchte kampioen togen het ongeloof.

Maar imen volge. hem niet ioa.

Wij hebben te zoiefcen naar een '.eigen apologtetische methode.

Overigens lette men op zijjn karakteristieke; reidöneerirant.

Op de bewijzen van het bestaain Gods b.v. gaat hij' niet in. Neen, hij' schuift de bezwaren tegen het bestaan Gods eenvoudig ter zij!de met den uitroep: , „ Alsof men werkelijk veel verder, zou zijn, wanneer men een logisch bewijb ontving voor het bestaan Gods Wat helpt dat nn to-oh ei.genlij'k ? " (bl. 17).

Op soiOftgelijke wijze bestrijdt hij ook bet Pantheïsme.

Het kan nu wel aan mij! liggen, maar ik moet eerlijk en rondwieg verklaren^ dat ik' aan het Pantheisme voor mijln ziel niet veel hebben zou. Wat geeft het nu toch eigenhjk? ... We willen veron-^ 'derstellen, dat het nu niet te doien is om' een Godsidee, waar men zoo weinig mogelijk last van zal hebben. Mij! dunkt, wie om; die reden Pantheist is, kan het zicL nog gemakkeHjikfer maken. Hij kan de heele Godsidee a& chaffon, dat is' tot nu toe in Nederland geoiorloofidi... Tïoost bet nn werke­ lijk een m'oeder, die haar kiridj in het graf hééft zien begïaven, te wetien, dat het al-leven hetzelfde blijft, O'Ok al wisselen de verschijniselen ? " (bl. 32). „Het pale'is eener pantheistiscïie levensbesohou-. wi.ng, hoe schO'On oo^k voor een oogenblik is tooh * geen vaderhuis, waar de zi'd zich veilig en thuis voelt." (bl. 38). • ;

Of over bet zwijlgen der evangeliën aangaande Jezus' j'eugd: „Wie krantennieuws zo'ckt in den Bijbel, zoidtt tevergeefs, daarom is de Bijbel ook, geloof ik, zoo'n vervelend boek voor alle krantenmenschen." (bl. 62).

Allen, die geroepen wM^den om aan eebigie 'apolo'getische actie leiding, te geven, zullen wel doen van Ste'genga's boek kennis te nemien.

Stegenga verstaat zij'n tijd, de taal van zij'n tijld: , de öuenschen van zijn tijd.

Maar men hoede zich voor zijln fouten, die grootendeels ^aan alle apologetiek, gelij'k ze totnogtO'ei werd gevoerd eigen zijn.

HEPP.

Naschrift. In ons eerste artikel slopen enkele kleine feile'n in. In 3e eerste kolom dient voor „stelt weer hier aliJiere eischen" gelezen te worden: „stelt weer heel andere eischeh". In 'de tweede kolom voor: „volstrekt niet over te iekelmein.": „volstrekt niet voor te bekennen". In de derde 'kolom voor: „Hij vergeet ook hiet mannen als": „Hij; vergeet ook 'niet namen van mannen als".

H.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

LEVENSVRAGEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1921

De Reformatie | 8 Pagina's