GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERSTFEEST.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERSTFEEST.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... tot de stad Davids, die Bethl-ihem gonaamd wordt. Lucas 2:4.

Bethlehem.

Wij zijl! züo geweiid aan den naam Bethletieun schoone gedachten to verbinden.

Als we dien ouden naam noemen, dan hoeren we de Kerstklokken luiden.

Dan deriken we aan den geboren Zaligmaker in de •kribbe, het vleesehgewoirdefl Woord, den Verlosser van zondaren. Dan luisteren we stil hoe de engelen zingen in den nacht, ihwi wondevschoon lied van eer© God-s en vrede op aarde en welbehagen in de menscihen.

En dan vergeten we zoo geimakkelijk hoe gevaarlijk het juist-in Bethlehem is zich met den schijn tevreden te stellen.

Hoe men al de dingen van het Kerstfeest uiterlijk genieten kan, zonder er iim.erlijk deel aan te hebben, zonder echt en diep te smachten naar de leere Gods en den vrede op aarde en het welbehagen in de mfeüschen, zonder geloovig te aanvaarden het 'groiote genadegescihenfc de§ Heeren, die het evangelie in Zijn ©eniggeboren Zoon heeft vervuld.

Dan is de kribbe er. En de g6bo: ren Heiland. En de zingende engelen. En de aanbiddende herders. En Maria. Maar wij zelf, wij zijn er eigenlijk jiiet. Wij knieten niet mee. Wij gelooven niet mee. Wij jubelen niet mee. Onze ziel is er niet bij. Wij vinden er ook' niets, omdat wij ör niets hebben leeren zoeken. Dan is Bethlehem zoo ver en zoo vreemd, zoo weggedoken in de donkere diepten der eeuwen. En, in plaats van met den levenden Heere stellen wij.ons tevreden mfeit leege woorden, met een oud verhaal, met gek^sitelde vreugde, met geknutselde, liederen, met de kribbe en de doeken. Dan zïijn we misschien heel rijk' in eigen schatting met onze doo-de ortjhodoxie, en onze aaneensluitend© teksten en onze preciese belijdenis en onzen strijd „voor den Koning". Maar het is een Kerstfeiest zonder Jezus, zonder engelen, zonder hemielmüziJek, zonder eere Gods, zonder vrede, zonder welbehagen.

En daarom heel leeg en heel arm, '. Scihijn zonder wezen. Zullen we niet bidden, dat God ons daar in zijn genade voor bewar©, ' opdat wij ons geen oordeel „vieren" op het feest van het vleeschgeworden Woord?

Dat lag op Bethlehem zelf, de oude Koningstad. Het had een rijk© historie aohter alch'. Met troits roemde het op de groote m'aJiinen, die er geboren wa.ren: Joab, Abisaï, Asahel; David vooral, naar wien het „stad Davids" heette. Maar al die schoone herinneringen verbleekten bij het licht der beloiftön di© hier venruld moesten worden naar den Raad Gods. Lagen over het geheele •heilige land de gouden draden der Messiasp'rofetie gespannen, hietr wanen zie tot een kinooppunit vereenjgd. De groote heirbanen der beloften Gods, waarop de oud-vadenen gewandeld hadden, voerden alle hieiheen, naar dit huis des broods, waar het Manna uit den hemel zou nederdalen, de Zone' Gods. De lamp van het 'Woord had in dit stille stedeke gebrand, eeuw aan eeuw. Had Miclia het niet voorspeld, dat uit dit Bethlehem Effrata de Heerscher zou voortkomen, wiens uilgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid? Ook den tijd. wanneer dit gebeuren zou, had de Heere door Daniels profetie der jaarweken doen voorspellen.

En het was wel een droei bewijs hoezeer 'Israels volk innerlijk vervreemd was van het Woord Gods, dat Bethlehem op zijn ouden ro^em voortleefde zonder de vervulling van 's Heeren beloften biddend in te wachten en plaats 'te bereiden voior den Gezalfde Gods.

De kinderen zullen er aan de voeten van den wetleeraar in onberispelijk Hebreeuwsch den heerlijken tekst uit Micha hebben opgezegd. Maar ook hier bleet, dat tekS'tenkennis nog iets anders is dan 'Godskennis en Christusverwachtjng.

Midden in het licht der profetie stond Bethlehem en tO'ch bleef he't zelf in het duister, als de kandelaar, die de brandende kaars draagt.

Daarom was er voor Jezus, den geboren Koning, geen plaats. .Ofschoon het gerucht van den Voorlooper hier doorgedrongen moet zijn, heeft men op die wonderen Gods niet gelet.

Ze hadden het oiofc veel te druk met de wereldsche dingen. Met de groiote volksbeschrijving. Met de familieleden, die van heinde en ver te gast • kwamen, 't Was heel den dag druk geweest in de pO'Ort. Veel hartelijke on)liïï^-'; tir> 'gen. Ën in de huizen: drukke gesprekken en verhalen. Een gretig ophalen van •oude herinneringeai. En misschien ook: een spreken over de dingen Gods, over het Woord en de belo-fte aangaande den iMessias.

Maar hemzelf zagen zij niet.

Moe en afgetobd — miet sterk' verlangen naar rust waren Joizef en Maria d© pooit van het stadje binnengegaan.

Voor Maria inzonderheid zijn het dagen van wachten oip het wonder Gods. Zij weet: het kind, dat zij draagt onder haar hait is van den H. Geest ontvangen'. . Een zoon-' zal haar geboren worden en deze zal groot zijn en de Zoion des Allerhoogsten genaam^d worden. Door de kracht des H. Geestes is zij mede opgetogen naar Bethlehem'. Zij weet — ook uit de pro^feitie — dat daar haar zoon het levenslicht zal aanschouwen. Opgewekt heeft haar hart geklopt, toen zij de witte huizen van het oude stedeke onderscheidde. Daar *il het zijn!-Zullen de koning^skinde.ein uit Davids geslacht haar verbeiden? Zij hebben toich óók üet Woord Gods en de blijmaxe der proifetie? Hét is toch het rechtzinnige, vrome Bielhlehem waar zij heengaain? Zal daar geen smachten zijn naar de .vervulling der Messiasbelofte ?

Maar aeh — in dat Schriffcgeloovige stadje is voor den Christus der Schriften geien plaaits. Alles is vol. Waar zij vragen, hoe zij zoeken, — geen plaats.

Geen plaats voor JezSÏsVw'Bethlehem.!

Is dat geen duidelijk' bewijs, dat. wij' ci' met aangeleerde .orthodoxie, - met verstandelij'k beredeneeren der waarheid, met hiistociseh geloof niet koïnen ? ,

Dat o; ns hart en leven van al deze dingen zóó vol kan zijn, dat er voor Chris'tus Zelf geen plaats is.

En toch: God maakt plaats.

Hét scheen alsof alles saam'spande in de Da-' vidsstad om te zeggen: het zal niej; geschieden, vidsstad om te zeggen: het zal niej; geschieden,

't Woord Gods zal niet vervuld worden!

Maar de Schrift zegt: Het geschiedde. •

De Heere werkt doior. Hij geeft zijn Zoon. Hij^ geeft bok de kribbe. Hij brengt het Woord in het vleosch. Hij doet den Verlosser geboren worden, en Hem neerleggen, in doeken gewonden, in de kribbe, in de'stad Davids.

De Heere zSet den m'achtigen Ifeizer Augustus op zij. En de ongeloovige en toch zo^o sc'hijnvrom© Bethlehemieten. En de wereld. En den Satan. En de zonde. En de rollen der beschrijving.

God maakt plaats voor zïijn Zoon.

Geen troon, geen kroon, geen scepter, geen paleis!

En toch: Imlnanuel, God met ons!

Is het 'niet zoo'n overstelpend wonder, dat we het alleen door - genade gelooven kunnen?

Die geboren Zaligftiaker brengt de scheiding, omdat hij de verzoianing met God brengt.

Want van nu voortaan zijn er twee soorten Bethlehemieten. Die eerste omvat d'© velen. Zij hebben en houden, in eigen schatting, de profetie, het Woord Gods, de Messiasbelofte, den band iaan Mozes en de profeten. Zij houden zidh voor kinderen Gods en erfgenamen.• der belofte. Zij zijn zO'O rijk. Maar de kribbe loopien .zij stoadelijk voorbij. Den levenden Christus kennen zij niet. Het boekgeworden'Woord is hun alles. Aan het vleeschgeworden Woord ergeren zij zich. En zij - — die vrome Eechtzinnigen — zullen Jezus later aan het vloelkhout nagelen.' Zij zijn zoo arm. Ofschoon ze in Bethlehem - zijn, heeft God ze in hun waan gansch ledig weggezonden. De tweede soort zijn de weinigen. Zij hebben mee de herders leeren gelooven, leeren knielen bij de kribbe, leieren jubelen over de vervulde belofte Gods. Zij hebhen het beschreven Woord. Maar nu hébben zie óók de werkelijkheid, den. levenden Messias. Zij zij'n zoo ai'm; geworden voor God. Nu' worden hun hongerige halten met goederen vervuld. "'Zij hebben nu gevonden dien, van wien Mozes en de profeten spreke^n.

Zij danken: nu laat gij Heere uw© dienstknechten henengaan in vrede, naar uw Woord. Want onzia oogen hebben uwe zaligheid gezien!

Wie zoio in 'Bethlehe.m komt, die vindt den Christus.

Zullen wij er zóó koanen morgen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

KERSTFEEST.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's