GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Beputaten-Vergadering.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beputaten-Vergadering.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De landdag der anti-revolutionaire partij, die de vorige week in Utrecht werd gehouden, stond in het teeken der herdenking. De gedachtenisviering van den eersten April beheerschte deze wapenschouw, en onze partij heeft zich door de herinnering aan het verleden, en door de hernieuwde belofte van trouw aan het erfdeel der vaderen, voorbereid voor den politieken strijd, die haar in den zomer wacht. Dit kwam reeds uit in het , , Standaard"-jubileum, dat den vorigen avond gevierd werd. Een jubileum, dat ongetwijfeld in .geestdrift en luister ver ten achter stond bij het zilveren feest. Een jubileum, dat m. i. ook beter had moeten voorbereid zijn. Een jubileum, waarop de bezieling en opgewektheid niet everwredig was aan het heuglijk feit, dat herdacht werd, maar toch een jubileum, dat ons sprak van de groote daden Gods, en van de genade en eere, welke Hij aan mannen als Groen en Kuyper, en door hen aan óns calvinistisch volk bewezen heeft. En in zooverre was dit „gouden getij" een schoone „vooravond" voor den dag, die eveneens getuigenis zou afleggen van hetgeen de Heere in onze vaderlandsche historie, èn in de geschiedenis van het anti-revolutionaire volk gewrocht heeft.

De eerste April gaf den toon, aan.

De eerste April van het jaar 1572, want dè herdenking van deze wonderbare geschiedenis, die de vrijheid van het Gemeenebest heeft ingeluid, is geworden tot „het geboortefeest van onze richting on onze partij in haar nationale gedaante". De eerste eerste April van het jaar 1872, want op dien gedonkwaardigen dag verscheen het eerste nummer van het blad, dat aan de anti-revolutionaire partij stuwkracht en leiding, leven en bezieling gegeven, en met haar geleden en gestreden heeft, gegroeid en uitgebreid is. En de eerste April van het jaar 1922, want op dien dag heeft de nieuwe leider van ons volk, die zich door de heilige gelofte van trouw aan het oude beginsel verbonden had, zich geheel en al aan onze zaak gewijd, en zijn gansche leven gesteld in den dienst van Hem', Die ook op hel politieke erf wil gediend naar Zijn Woord, en naar dat Woord alleen.

Voor die toewijding zij hem' oo-k hier dank gebracht.

In onze harten blijven levendig zijn woorden: ' „Ik kan verklaren in tegenwoordigheid van de alhier in vergadering bijeenzijnde anti-revolutiO'naire partij, ais dat, indien God mij het leven schenkt, ik door de Kuyper-stichting hoop te dienen ons volk, (> n hel oude beginsel wensch uit te dragen, gelijk di'.t ons door Dr Kuyper, die bijna een halve eeuv7 ons leidde, is aangegeven. Ik leg deze gelofte af met opheffing van de handen naar den hemel, vanv/aar onze sterkte komen moet "

Toen trilde het van ontroering door de duizenden. En zij hebben God gedankt, dat Hij in de plaats van Dr Kuyper mannen schonk als Colijn en Idenliurg, wien zij gaarne hun liefde en trouw verpanden, en die zij volgen zullen, indien de oude banier en het oude beginsel hoog wordt gehouden. , , AVij hebben ons volk gevonden en ons volk heeft ons gevonden."

De openingsrede was een 'magistraal stuk. Zeker, de redevoeringen, welke Dr Kuyper ter opening van de Deputatenvergaderingen hield, waren anders: Ze droegen een meer theologisch karakter. Ze waren, als ik het zoo eens zeggen mag', meer geestelijk van toon, ' en wie verstond als hij de heilige kunst, om te zeggen, wat zijn kleine luyden dachten, en de diepste tonen van hun hart te doen trillen? Onze nieuwe leider zal dit zelf terstond toestemmen. Doch welk verschil er oO'k n'tOge zijn, dit staat vast, dat hij niet minder naar het hart van het politieke Jeruzalem heeft gesproken. Zijn betoog vond zijn uitgangspunt in de historie. Het werd beheerscht door de levens-on wereldbeschouwing van Gods Woord. Het kenmerkte zich door gezonderealisme, en een nuchteren kijk op economische en politieke verhoudingen, die den stoutsten droomer deed schrikken, en het gaf niet het minst getuigenis van een onverzettelijk voornomen, om niet slechts het anti-revolutionair beginsel te belijden, doch eveneens te beleven. „De toe-' passing van ons beginsel van souvereiniteit der maatschappelijke groepeering, ook op sociaal geb'ed, is onvermijdelijk, om ernstige onheilen af te wenden. De vraag is niet alleereerst wat wij ra o g e - lijk achten, maar wat wij doen moeten." Dat is mannentaal.

Bijzonder belangwekkend was de opzet van de rede, waarin de heer Colijn uiteenzette, hoe de strijd der Geuzen tegen Spanje, en onze worsteling tegen Liberalisme en Socialisme in den grond der zaak een is. Toen ging het tegen de in den vofst geconcentreerde absolute staatsmacht en staatséenheid, die. slechts één volk en één religie duldde, en nu kampen wij tegen dezelfde gedachte van staatsalmacht, die zich in onze tijden incorporeert in het staatssocialisme en de staatsbemoeiïng. Beide zijn in den wortel één. Absolutisme en anarchie zijn de beide natuurlijke polen voor elke staatkunde, din met God niet feke'nt, en wel is de revolutionaire actie opgekomen om het absolutisme der vorsten te bestrijden, doch deze bestrijding was en !S niets anders dan de duivelen uitwerpen door Boëlzebul. En daartegen gaat ons verzet. , , Een verzet, dat niet alleen in negatie kracht moet zoeken, maar dat den Calvinistischen grondslag voor staatsrecht en staatkunde maar voren brengt: onvoorwaardelijke erkenning van Gods Souvereiniteit; even onvoorwaardelijke aanvaarding van de autoriteit der Heilige Schrift, zonder tusschenkomst van eenige kerk, als grondslag en bron voor staatsieven en staatsleer; eeren van de historische lijn, een krachtig maar gebonden gezag; een krachtige, maar gebonden vrijheid; en in de verhouding tusschen die beide laatste het zwaartepunt naar den kant der vrijheid."

Dieper kan ik op deze rede niet ingaan.

Wat zij opmerkte over onze houding tegenover de onderwijs-en sociale wetgeving; over de betrekking met Roomschen en Christelijk-Historischen was van het grootste gewicht, doch ik wil het hier bij laten. Alleen nog deze opmerking, dat de heer Colijn geen woord verspild heeft aan de voortvretende belangenpolitiek die in een man als Braat haar representant heeft. Daarvoor stond deze rede te hoog. Zij beperkte zich tot het principe, en „de hoogheid van ons beginsel bepaalt ook onze v.'ijze van strijden". Wie in dit licht den electoraten kamp beziet, laat ieder, die, neen niet het, maai' z ij n eigen klein egoïstisch belang boven het beginsel stelt, in den modder wroeten, en kent geen betere critiek, dan de volle belichting van wat, na.ar onze overtuiging, des Heeren Woord O'Us leert, voor het publieke leven.

De behandeling van het program van actie liep vlot van stapel.

Het overgroote deel van de dertig amendementen werd na de toelichting van het Centraal-Coraité ingetrokken. Afschaffing van den zomertijd, wijziging van art. 54 der Gemeentewet, Werkloosheidsverzekering, Verzet tegen den wettelijken leerplicht etc, konden geen plaats in het program van actie krijgen, en zonder morren en klagen legden de deputaten der amendeerende kiesvereenigingen zich bij het advies van het Centraal-Comité neer. Wat ook verstandig was! Zaken van middelmatig karakter vragen al spoedig teveel tijd, en op een anti-revolutionairen landdag is alleen plaats voor groote dingen en groote lijnen en diepgaande quaesties. Daarom v; erd wel gelegenheid gegeven, om te spreken over een clausule betreffende het vloekverbod, en, wat niet te vermijden was, over ons gezantschap bij

het Vaticaan. Het eerste geschiedde op sympathieke wijze. Het laatste duurde te lang, en was meer een philippica tegen het befaamde woord van den pauselijken internuntius aan ons hof, dan een principiëele bestrijding van onze legatie bij den Paus. Doch het einde van de zaak was, dat ten opzichte van het vloekverbod, een commissie van onderzoek beloofd, en wat betreft de vertegenwoordiging bij den Roomschen Stoel uitgesproken werd, dat de anti-revolutionaire partij zich de vrijheid voorbehoudt mede te werken aan de opheffing van liet gezantschap bij den Paus, zoodra de tijdsomstandigheden daartoe aanleiding geven.

Hiermede verklaarde zich zelfs de Bilt tevreden. En de bevreesden voor Rome kunnen gerust zijn.

Maar mag, op hun standpunt een gezantschap > ^r bij den Sultan die het Hoofd der Mohammedanen '* is', worden toegestaan? Waarom' zooveel kabaal tegen het eene gemaakt, en tegenover het andere stilgezwegen? Het is toch niet een uiting van don ouden Geuzengeest, die het „liever Turksch dan Paapsch" tot leuze verhief?

Het slot der vergadering was buitengewoon verheffend.

Eerst deed het sympathieke woord van den heer Rutgers, voorzitter van de anti-revolutionaire Ka merfractie, aangenaam aan, en niet minder stelde do verklaring van den voorzitter de gemoederen gerust. Toen maakte de rede van den heer Idenburg de harten warm', en, al kon hij niet het volle Miljoen aanbieden, en al was er eenige teleurstelling in zijn spreken, zijn woord kwam terstond boven de teleurstelling uit, en greep de vergadering in de ziel, en de geestdrift brak uit in heerlijke kracht. •En dan het allerlaatste. Colijn's eed van trouw. Idenburg's gelofte aan samenwerking. Der vergadering ontroering en hulde , schooner einde was niet mogelijk. En de breede reien, die in Utrecht tegenwoordig waren; zijn naar huis gegaan, in de vernieuwde en versterkte overtuiging, dat de leiding der partij berust bij mannen, aan wie Kuyper's strijd en iKuyper's taak ten volle is toevertrouw^d.

Zoo gaan we de verkiezingen tegen.

Achter hen, die den ouden standaard omklemöien. Met geen andere begeerte, dan voor Gods Woord ' te buigen.

En alleen in de m'ogendheid des Heeren Heeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1922

De Reformatie | 6 Pagina's

De Beputaten-Vergadering.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1922

De Reformatie | 6 Pagina's