GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Critiek op de Christelijke vakbeweging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Critiek op de Christelijke vakbeweging.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen de chrstelijke vakbevvegiiig zijn in den laatsleu tijd tal van bezvT^ren ingebracht. Deze bezsvaren gionden zich óf op de Heilige Schrift, waarin-men een veroordeeling meent te vinden van den tegenwotirdigen. vorm van chi-istelijke vacactie, , óf op toestanden, die er op wijzen, dat het mammonisme in de christelijke beweging is ingeslagen. .

III.

Tegen de christelijke vakbevvegiiig zijn in den laatsleu tijd tal van bezvT^ren ingebracht. Deze bezsvaren gionden zich óf op de Heilige Schrift, waarin-men een veroordeeling meent te vinden van den tegenwotirdigen. vorm van chi-istelijke vacactie, , óf op toestanden, die er op wijzen, dat het mammonisme in de christelijke beweging is ingeslagen.

Is de Christelijke vakbeweging in strijd met Gods Woord?

Wordt de loonactie, waaraan ook oaze Christelijke organisaties deelnemen, door het getuigenis der Schrift, en door de belijdenis van Gods voor.zienig bestel en van Zijn vaderlijke zorgen, geoordeeld? Op die vraag wil ik eerst een antwoord geven, en in deze beantwoording de teksten bespreken, die gemeenlijk, ter „begründung, " aan de principiëele bezwaren, worden aangehaald. Een der meest geliefde teksten, waarop men .zich beroept, is de bekende uitspraak - in de profetie van Zacharia: niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest , zal het geschieden, , zegt de Heere der heirscharen" (Zach. 4:6), welk Schriftwoord Dr Nederbragt in zijn „Proeve" aanvoert, om het stakingsrecht te bestrijden. Men meent dan, dat de Heere hier ons vermaant van alle actie af te laten, en van alle krachtsinspanning onzerzijds at te zien, en alleen alles te verwachten van de werking Zijns Geestes, Die de harten veranderen moet, en vernieuwing en loutering des levens geven kan. N'n is' dit beroep niet nieuw. Ten allen tijde hebben degenen, die de lijdelijkheid minden boven de activiteit, en de stille rust boven de reformatie, izich achter deze godsspraak verscholen, en het verbaast ons dan ook niet, dat deze schriftuurplaats thans weer, nu het gaat tegen de actie op sociaal terrein, op der lijdelijken lippen .zweeft. Doch om diezelfde reden • doet het ons wel vreemd aan, dat iemand als Dr N., die van alle quiétisme Wars is, zich een oogenblik laat verleiden, om in dit koor, waarin hij allerminst thuis behoort, mee te zingen, en ook dezen tekst voor zijn economische beschonwingen te gebruiken.

Wat lezen we in de profetie van Zacharia? Daar is sprake van Zerubbabel, den vorst, die aan het hoofd der teruggekeerde ballingen, de reformatie van Jerazalem en Sion ondernomen heeft. En ondernomen niet door lijdelijk wachten, wat de Heere doen izo'u, want dat is geen reformatie. Ondernomen ook niet door prediking alleen, doch „door het hanteeren van troffel'en houweel, kracht en geweld dus in den meest letterlijken zin", gelijk ook Nehemia de muren der ledige stad herbouwd heeft, met de troffel in de eene en het zwaard in de andere hand. Wat beveelt nu God aan dien Zerubbabel? Moet hij dat reformeeren laten varen? Moet hij troffel en houweel neerleggen? Neen, want dit wil jiuist Zerubbabel. Hij is bang geworden, waar de vijanden van Israël aan alle kanten met wapengeweld optrekken, en hem is de moed ontzonken. Voor hem is een berg van bezwaren opgerezen, zoo* hoog en zoo steil. dat het omnogelijk scheen er over heen te komen, en de tempelbouwers willen het werk opgeven. Doch hiertegen verzet zich de Heere der heirscharen. Hij verbiedt Zerubbabel den bouw te staken, en roept hem toe: Meen niet, dat gij alleen reformeeren kunt, als ge geweld tegenover geweld, of kracht tegenover kracht kunt zetten. Gij behoeft uzelf niet tegen den vijand te beschermen. Dat zal Ik doen, want de uitkomst hangt niet af van geweld of kracht, maar uitsluitend van de werking van den Geest des Heeren, Die Zijn .kracht in zwakheid volbrengt.

Van lijdelijkheid is dus geen sprake.

Hier wordt juist actie geboden.

Hier zegt de Schrift, dat wij in den weg van geloofsgehoorzaamheid rustig met reformeeren moeten doorgaan, ook al schijnen wij, gelijk Dr Kuyper het uitdrukte, het hoofd te stoeten tegen een koperen muur, mits we bij ons werk slechts dit bedenken, dat het resultaat niet aan ons is te danken, of van ons afhankelijk is, doch, zij het dan middellijk door onzen arbeid, gewrocht wordt door den Geest Gods. Passen wij dit n'u toe op sociaal terrein, dan kan uit dit Schriftwoord allerminst de conclusie getrokken, dat sociale, en dan hier bedoeld als christelijk-sociale, actie in strijd zou zijn met-de letter of met 'den geest van den Bijbel, 's Heeren Woord verbiedt geen rechtvaardige reformatie, maar roept ons juist op, om in den weg van eerlijke middelen mede te werken aan den opbouw van het veelszins gedisharmonieerde maatschappelijke leven. Alleen wil het er met van Aveten, dat wij tegenover het geweld der vijanden, en hier is - b.v. aan de revolutie te denken, geweld onzerzijds, (hier valt natuurlijk het optreden van de o^'erheid buiten beschouwing) zouden stellen, en bindt het ons voorts op ons hart bij al onze actie niet op eigen kracht te vertrouwen, doch alleen in de mogendheid des Heeren den strijd te voeren.

Geldt di: t nu ook van de werkstaking?

Dr N. past genoemden tekst vooral op dit strijdmiddel toe.

Heeft hij hierin geen gelijk? ^

Is dit .middel niet het verkeerd oefenen van kracht, en geweld? i

Ja, wanneer met een staking terrorisme en dwang! gepaard gaat, en men door allerlei maatregelen van hinderlijk volgen en posten de werkwilligen bemoeilijkt. Van iZ'ulke onwaardige praktijken heeft ieder Christen zich te onthouden, want nimmer mag, do.or welke sociale actie ook, de individueele vrijheid tielemmerd worden, en een staking, die men poogt te winnen door gewelddadig optreden, is aireede veroordeeld, en Uit Christelijk oogpunt beschouwd, een verloren zaak. ^Doch daarmede is iedere staking niet ongeoorloofd, of met de Schrift in strijd!

Ik breng hier even in herinnering wat op het eerste Christelijk-Sociaal Congres over dit onderwerp gezegd is. Daar werd door den bekenden J. A. Wormser opgemerkt, dat God zelf aan de Israëlieten gebood het werk te staken, door hen uit Egypte te leiden, en door Dr Schot betoogd, dat het een ziekelijk verschijnsel is het recht van werkstaking op grond van Oods Woord te ontkennen. En Dr [Kuyper verdedigde' hel recht van werkstaking, zij het dan als uiterst middel, op deze gronden, dat de patroon geen overheid is, en als 'zoodanig geen dienaresse des Heeren. De heilige en zuivere begrippen omtrent de overheid, zoo zeide hiji, mogen dus niet verward worden met de verhouding tusschen patroon en arbeider. De patroon is volkomen vrij' arbeid-te laten verrichten, maar eveneens is de werkman vrij den arbeid aan te nemen of te weigeren. Patroon en arbeider zijn beiden burgers van den staat. Ook hij' zag in de staking geen anti-schriftuurlijk strijdmiddel, evenals het gansche congres zich met de erkentenis van dit recht zonder onoyerkomelij'ke bezwaren vereenigd heeft. Nog een ander Schriftwoord vraagt onze aandacht. Dr N. voert »ook het woord van den Heiland aan, dat wie zijn leven behouden iwil, het eerst moet verliezen, en zeer zeker ligt hierin een principe voor heel het leven. Alleen in den weg van het offer en van de toewijding, van de zelfverloochening en van het zelfverlies is er levenswinst en levensredding, en nimmer mag, ook op het sociale terrein, het ego'fsme en het eigenbelang den toon aangeven. Doch sluit deze niet voor het Koninkrijk der hemelen onze Christelijke vakactic en alle sociaal streven uit? M.i. niet, en voornamelijk niet, omdat het in den socialen strijd niet alleen om het (belang gaat, en niet in de eerste plaats om het belang mag gaan. Deze worsteling moet voor alles een worsteling zijn voor het recht. Wat op het spel staat is niet wat meet loon en wat minder arbeid, doch is het recht des Heeren, dat ook voor het sociale leven geldt, en is de eere des menschen, die naar het beeld-Gods geschapen is. Zijn deze goederen; niet de schatten, waarop-de sociale actie zich richt, dan is zij onzuiver en mammonistisch en vermaterialiseerd, doch houdt zij dit ideaal omhoog, dan is er niets in het Woord Gods wat haar verbiedt.

Zij sluit immers de toewijding aan de levenstaak niet uit.

Zij vormt geen tweeheid met getrouwheid in den arbeid.

Zij verhindert niet den gang naar het altaar.

En evenmin als het bedrijf, dat zich uitzet, en de ondernemer, welke zich opwerkt, allerminst aan de wet van het zich-geven ongehoorzaam behoeven te zij'n, en het nimmer zullen wezen, - indien zij de gerechtigheid Gods betrachten, strijdt ook de Christelijk-sociale" beweging, die opkomt voor den arbeider als beelddrager Gods, niet met hetgeen de Heiland in bovengenoemd woord heeft uitgesproken. Daarniee beweer ik niet, dat de praktijken der organisaties altoos zuiver en onberispelijk geweest zijn. Daarop hoop ik later nog terug; te komen. Doch ik bedoel hier alleen de sociale actie als zoodanig, die op grond van de Schrift niet ontoelaatbaar is te achten. En dien • grond zie ik evenmin in teksten welke ons aansporen tot Christelijke berusting. Zeker, wij moeten alle dingen van' de hand des Heeren verwachten, en onze Vader weet, wat wij van noode hebben. Zonder Zijn zegen baat onze arbeid, en baten Zijn gaven ons niet, terwijl wij tevreden zullen zijn met hetgeen Hij ons in Zijn bestel schenkt. Wie dat ontkent of wie op sociaal terrein deze dingen zou vergeten, moge sociale actie voeren, maar Christel ij k-sociaal is zijn arbeid niet, en jn onze dagen van levensverzakelijking mogen wijl" elkander wel terdege aan dezen eisch herinneren.

Doch dit alles sluit het gebruik der middelen niet uit. Deze berusting beteekent niet luiheid en lijdelijkheid. 'God roept ons tot den arbeid en tot krachtsinspanning'. Het is onze roeping om ons mensch-zijii steeds beter te ontplooien; mits om Gods 'wille, en waar daartoe levensverheffing en levensverruiming in het algemeen noodzakelijk is, ijvert immers ieder mensch om vooruit te komen^ En bovendien, de - Christelijk-sociale actie gaat in tegen de maatschappelijke misstanden en zonden, en tegen het onrecht dat er heerscht. En dit mag nimmer lijdelijk worden aangezien. Dit mioet met alle kracht bestreden. De Heere geeft in Zijn sociale regelen aan. Israël een blijvend exempel. We zouden ontfouw zijn aan Zijn Woord, wanneer wij met bet onrecht vrede 'hadden, en... . ilierm 'ligt het bestaansrecht van' onzen Christelijken strijd. Indien die strijd slechts Igevoerd worde in onderwerping aan de bevelen Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Critiek op de Christelijke vakbeweging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's