GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

SAMENWERKING VAN ALLE GEREFORMEERDEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMENWERKING VAN ALLE GEREFORMEERDEN.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het program, dat het eerste nummer van ons blad bood, stond ook de kwestie ran de satóenwerking, genomen in den, ruimsten zin.

Werden totnogtoe in onze Üoofdartikelen allerlei andere punten besproken en was dat tot op zekere hoogte eiscih van 'het OiOgienblik', het wordt nu tijd, dat wij aan hiet vraagstuk der 'samenwerking; ernstige aandacht wijden.

Wij mogen ons im'mers vleien, dat de refoirmatieidee, waarover op deze plajats reeds zooveel werd eschreven, nu zoo za: c!htjes aan wel , als afgd-' handeld mag worden besc, houwd.

Natuurlijk moest deze idee eerst vaststaan.

Want zij is ons punt van uitgang.

Als wij hiet daarover niet eens konden worden, zo-a alle verdere program-afwer'king, onvruchtbaar zijn.

Maar ondanks de versdhillende wijzen, wa^arop men voor die reformatie-idee uitdrukking zoekt, is dit toch wel 'de leidende gedadhte, dat wij niet beoogen een reformlatie als die vian Luther en Calviju, ook niet' één, als door de Afscheiding en de DoJeantie tot stand kwam, maar kraoh'tige doorwerking van reeds begonnen en betrekkelijlc reeds achter ons liggende reformatie.

„De Reformiatie” is VOOT ons de voortgaande reformiatie. .

Men vuile den naam van ons blad altijd weer m de gedachte in dien zin aan.

Wij gelooven niet te boud te spreken, wanneer wij beweren, dat het onderwerp, dat We thans willen aansnijden, in belangrijkheid het ver wint van vraagstukken' als wijzigingen in het gemeentégezang, het behouden o.f afschaffen van de voorlezers, de meest doeltreffende 'manier van collecteeren, enz.

Niet, dat daaraan ook geen opoiéïkzaalniheid zou mogen worden geschonken.

Maar dat zijn toch altijd kleine zaken, vergelekeri bij de groO'te ziaak, die thans aan de orde wordt gesteld.

Wij zijn ons beM^ust hier met een heel teere zftak to doen te hebben, die omzichtige behandeling vereischt.

En wij begeeren dan ook va.n Christus, den Heer der gemeente, dat Hij ons door Zijn Creest verlichte, opdat onze artik'elen ons warm maken voor het grootsdhe doel, dat toch ons allen voor oogen moet staaai.

Konden wij hierin eens eensteminigh'eid bereiken en iiistem'ming oogsten Oiok' van hen, die niet tot onze kerk behooren, hoe dankbaar zouden we zijn!

Wat zouden we feeds ver gevorderd zijn!

Wat zouden we gewonnen hebben op den hui-digen toestand!

Maar dit gevoelen we diep: wij mogen pleiten, doch Hij, die den scihepter van liefelijkheid en samenbinding in de band houdt, moet het werken.

Aan de teekening van den feitelijken toestand ; behoeven niet veel woorden verspild.

Lijden we niet aan een l)ijna fatalistische berusjtog in de bestaande gedeeldheid?

Wij staan nu eenmaal naast en tegenover elkaar! L.aaraan valt weinig te veranderen.

Het zijn historisch gegroeide toestanden.

Doe daar iets tegen!

Zoo wordt er in den regel geredeneerd.

Soms meent men daarvoor een th'eoretistóhen pond te vinden in de leer van de pluriformiteit van de kerk. Men volgt dan dezen geda, chtengang: onder Gods voorzienigheid is het op de splitsing van het ééne christelijke kerkinstituut in verschillende instituten uitgeloopen.. Bet is onmogelijk gebleken om de christenen, die zulke uiteenloopende inzichten in de waarjheid hadden, in één k'eAverband saam te houden. Wat te Babel met de eene taenschheid is gebeurd, die in natiën uiteenging, is later met de kerk geschii'ed. En g'elij'k het een utopie is geworden om , all6 natiën weer tot één volksgemeensch'ap oin te sraeeden, zOiO is het ook een onbegonnen pogen om de verdeelde christenheid tot sa.men optrekken te bewegen. In die verdeeldheid 'hebben we te eeren het bestel van den alteen wijzen God.

Laten wij in het voorbijgaan uitspreken, dat in deze'redeneering menige fout schuilt. Uit de opzichzelf .gezonde leef van de pluriformiteit der kerk worden verkeerde gevolgtrekkingen gemaakt, die tot wangedachten en wanverhoudingen moeten leiden. Doch om niet van ons doel te worden afgevoerd, zullen we hier die fouten niet aanwijzen.

Anderen beschouwen het vraagstuk' geheel van den praktischen kant. Zij wijzen op de menigvuldige toenaideringspogingen, welke in verloiop van tijd reeds werden beproefd en hoe de eene na de andere strandde. Zij accentueeren nóg eens scherp bet verschil tusschen de christenen onderling, CTI vragen: hoe zijn die ooit nader tot elkander te brengen? D'e 'gevoelens looper-ïaoo'rechtdraads tegen, te]ka.nder in, dat er van samenstem'ming eenvoudig geen spuake kan zijn. Als m'en toch' van te voren w.eet, dat men niet slagen z: al, waaroiini zal men er zich dan voor inspannen ? Met at die toenaderingsplannen is het niets gedaan. Men bonst met het hoofd tegen een muur. Men probeert het onmogelijke.

Wij kunnen wel heel mooi preeken over den tefkst; „opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader! in Mij en Ik in U, dat ooik zij in Ons één zijn", mjaar in de praktijk kdmen wij voor onoJ3losb'tare moeilijklieden, voor onverzettelijke bergen te staan.

In beide beschouwingen ligt ondank's de vele gedac'htekronkels - — daarover nader — een betrekkelijke waarheid.

En die betrekkelijke waarheid, die wij intuïtief grijpen, brengt ons veel te veel tot een vrede nemen 'met het bestaande.

Intusschen staan wij voor een vreeselijk'e werkte lij Idieid.

De wereld trekt partij van de scheuringen in het christendom.

Het ongeloof profiteert van ónze verdeeldheid.

De geest uit den afgrond grijnst over onze onmacht.

Wat konden wij niet tot stand brengen in dezen boozien dag, indien wij ons meer tot eensgezindheid dwongen.

Maakt in het nationale leven eendracht macht, hoeveel te inteer in 'het geestelijke leven.

Wij bidden dagelijks in.het „Onze Vader": „üvf wil geschiede gelijk in den hemel, a.lzoo ook op de aarde" en wij denken daarbij aan de engelen.

Wat zijn die hemelsche heirlegers sterk' omdat zij één zijn in zin en bedoelen!

Al kunnen wij, die in het lichaam' der zonde zijn, zulke eenparigheid niet bereiken, ko.nden wij er' niet meer naar streven?

Als wij toch eens werkelijk dichter bij elkander konden gaan staan dan totnog'toe en daardoor meer energie ontwikkelen, z'ullen 'dan; de trimnfen, die thans de wereld over, de kerk, het ongeloof over het geloof behaalt, niet - Van onze band worden goei s'cht?

Het is totóh izoo lontzettend, idat 'de kterk des Heeren zoo aan terrein verliest!

Kunnen wij daar inderdaad niets tegfen doen?

Zijn wij ten minste niet van Godswege geroepen om al jhiet mogelijke tot meerdere toenadering te beproeven ?

Mogen wij wel rust hebben, zoolang' - de kerk zienderoogen vervalt ?

Wij moeten in deze meer onrust kennen.

Dat is eerste voorwaarde om in dit onderwei-p in te leven.

Zonder die onrust, z'al alle pleiten tevergeefsöh zijn.

Dit ter inleiding.

Men veroorlove ons één verzoek.

Men late ons eerst uitspreken, vóór men 'met beden'ldngen komt.

Men trekke uit dit inleidend woord noig geen conclusies voor wat volgen moet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

SAMENWERKING VAN ALLE GEREFORMEERDEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's