Koninklijk Lijden.

Vergeet gij bij uw lijdensbeschouwing niet te zeer Christus den Koning? .

Als Profeet brengt gij Hem' iiw liiulde om' 'de weinige, maar 'feastelijke woorden, welke Hij in Zijn laatste lijdensda'gen sprak en die balse'm' zijn vooiuw zieke ziel.

Vooral als Priester laat Igij op Hem' uw oog rusten en ge .aanbidt Hem öm Zijn zicb'aelf vernietigend offer.

Maar als Koning schijnt Hij u m, aar al te vaak' van Zijn waardigheid beroofd.

Even neemt Hij voor u een koninklijke houding ia, an, als Hij den stadhouder spreekt van Zijn koninkrijk, d, at niet van deze wereld is.

Overigens zijt gij meer geneigd miei den dichter ie vrageii:

Is dat, is dat mijn Koning, Da, t aller vaadren wens-ch? Is dat, is dat Zijn [tó-oning? Ach', _ zie, ; aansch, ouw den 'mensch.

Het is u lalsof Zijn lijden noodzakelijk met zich bracht, dat Hij van de uitoefening wan Zijn koninklijk ambt afstand deed.

Of er althans slechts bij oogenblikk'en gebruik van • maakte, gelijk in den hof van Gethsémané, toen Hij de bende, die Hem gievangen wilde nemen, ter aarde deed nedervallen.

En toch bleef Hij ook' in Zijn vernederendst lij-.den Koning.

Gij kunt Hem daarin ook als Koning herkennen, mits gij uw , aandach't er op concentreeren wilt.

Reeds toen Hij Zijn sterven tegemoet ging, , mengelden zich ontzenuwende droefheid en koninklijk triomfgevoel in zijn hlart dooreen.

Eenerzij ds uitte 'Hij de bange klacht: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe.

Anderzijds lajg er majesteit in Zijn doen toen Hij in de Baaschzaal voor Zijn jongeren nedefbukte. In vorstelijk zelfbewustzijn wiesch Hij hun de voelen. Lees toch niet over de woorden heen: ezus, wetende, dat de Vader Hem all'e dingen in de handen gegeven had ©n dat Hij vian God was uitgegaan en tot Hem heenging, stond op van het avondmlaal en legde Zijn kleederen af en nemende een linnen doek, omgordde zichzelven (Joh. 13:3, '4).

En van de hoogste zekerheid van zegepraal getuigt wel het woord, waarmee Hij Zijn discipelen opwekte om' Hem naar den Olijvenhof te verges zeilen: de overste 'der wereld komt en (hieeft aan Mij niets.

Zou de overste der wereld, de vorst der duisternis niets aan Christus hebben?

Indien Satan Christus verwan, zoiu hij daarmee niet het raadsplan hebben verijdeld, de menschheid voor eeuwig aan zich hebben geknecht en God van Zijn sonvereiniteit hebben beroofd? Indien

Ja, maar uw Jezuis geeft hier te kennen, dat dit een onmogelijMieid inhoudt. Dat er voor zulk een „indien" geen plaats is.

Stel, dat een zeventiende eeuwsch .oorlogsscheepje miet de toenmialige bewapening 'nog eens in de vaart werd gebracht. Dan zou de gezagvoerder van een der moderne super-dreadnoughts kunnen spreken: dat notendopje heeft aan nSj niets. Vóór het nog één • van zijn [kanonnetjes kan afvnren, heb ik het al in den grond geboord.

In hoogeren zin is Jezus' uitspraiató te verstaan: de overste der wereld heeft aan Mij niets.

De duivel vermag niet het allergering'ste tegenover Christus.

Zijn macht is belachelijk klein vergeleken met Jezus' macht.

Het was volkomen doelloos, dat de nietige Satan poogde den doorluchten Christus a-fbreuk te doen.

Met die wetenschap ging uw Jezus het lijden in.

Die wetenschap ging uw jezus het lijden in.

Van Zijn overwinning was uw' Heiland zioh volk'oanen bewust.

Die bewustheid gaat nog dieper.

Eigenlijk staat er: de overste der wereld komt en heeft in Mij niets.

Niets is er in Christus, waarin Satan ook' maar eenig. punt van aanraking vindt.

Niets zw.iks.

Niets zondigs.

Niets kwetsbaars.

Hoe anders verhoudt het zich met u!

Hoeveel kan Satan niet in u vinden!,

Gij hebt zwakke steeën bij menigte!

Hij kan u treffen in iedere plek van uw bestaan!

Er is niets geheels-in uw vleesch.

Uw doorzondigd lichaam en doorzondigde ziel bieden hem aansluiting te over.

Maar daarom is het zoo zalig, 'als gij in Christus' wondeir mcpgt schuilen.

Wanneer lijden hebt. gij mystieke gemeenschap aan Zijn

Wanneer gij moogt gelooven, dat Hij ook' gedurende Zijn lijden u als met Zijn vleugelen dekte.

Dan is ook nu uw leven, dan zijt gij zelf in • Christus verbo'rigen bij God.

Dan zijt gij door Christus omvangen.

Door Christus omsloten.

Dan heeft de o\^erste der wereld ook aan - u en in u niets.

En dank' zij Jezus' lijden en ondanks uw eigen smarten voelt gij u 'koning.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen